900-jarige Leidse Pieterkerk wil nu ook museum worden

Hurkmans legt uit hoe bijzonder de kerk is. 'Eigenlijk is het een museum, met negenhonderd jaar oud een centraal monument in Leiden. En de Pieterskerk heeft ook een hele bijzondere eigen collectie. Dat is een grote collectie van epitaphen (gedenkstenen, red.) en graven. We worden nu al door heel veel mensen bezocht en als we de museumstatus krijgen van het museumregister, dan kunnen mensen met een museumkaart de Pieterskerk ook gratis bezoeken.'

De aanvraag voor de museumstatus gaat volgens de directeur niet over één nacht ijs: 'Je moet aan een aantal normen voldoen: de bedrijfsvoering moet op orde zijn. Nou, dat is voor zo'n grote organisatie als de Pieterskerk geen probleem. Je moet de collectie goed beschrijven, dat hebben we ook. En je moet een educatieplan hebben. Dat zijn we op dit moment aan het schrijven.'

Eind 2022, begin 2023 hoopt de Pieterskerk de museumstatus binnen te hebben. 'Het zal aan de organisatie en wat wij doen niet veel veranderen, maar het is ook een beetje een stempel, een keurmerk waarbij wij laten zien dat we ook heel bewust omgaan met onze collectie.'

Met de collectie wordt het gebouw en het interieur bedoeld. Conservator Ward Hoskens kan er trots over vertellen. Niet alleen over de honderden gedenkstenen en graven, zoals van voormalig stadssecretaris Jan van Hout en de ouders van grootmeester Rembrandt van Rijn, maar ook bijvoorbeeld het metershoge orgel en de kansel, waar Sir Winston Churchill op heeft gestaan. 'Omdat de Pieterskerk 900 jaar oud is, bevat de collectie ook objecten uit een periode van eeuwen. Dus er zit enorm veel variatie in bijvoorbeeld de kunsthistorische stijlen, de personen, en de geschiedenis waar ze mee verbonden zijn.'