Steeds vaker jonge verdachten betrokken bij steekpartijen
DEN HAAG - De afgelopen jaren neemt het aantal jonge verdachten bij zware en fatale steekpartijen steeds verder toe, blijkt uit een inventarisatie van de politie. Met name in de regio Den Haag worden steeds vaker minderjarigen aangehouden. Volgens de politie is er sprake van 'een zorgwekkend hoog niveau ten opzichte van vijf jaar geleden.'
Vooral bij de Eenheid Den Haag nam het aantal jonge verdachten bij steekincidenten fors toe. Onder hun verzorgingsgebied vallen naast Den Haag onder meer Gouda, Delft, Alphen aan den Rijn en Leiden. In dat gebied ging het in 2017 nog om 55 verdachten. In 2021 waren dat er 125. Ter vergelijking: bij de eenheid Amsterdam ging het in 2017 om 40 verdachten, en in 2021 om 65.
Landelijk blijkt dat het aantal verdachten tussen de 12 en 22 jaar tussen 2017 en 2019 met 76 procent is gestegen: van 395 tot 695. In 2020 daalde dat aantal iets, maar in 2021 werd weer een lichte stijging waargenomen. Die daling zou volgens een woordvoerder mogelijk verklaard kunnen worden door de coronacrisis.
Enige nuance vereist
De politie nuanceert de cijfers wel iets. Dat er in Den Haag 125 verdachten werden aangehouden, betekent niet automatisch dat daar ook veel meer gestoken werd dan op andere plekken in het land. In dat cijfer zijn alle aangehouden verdachten meegenomen, ook degenen die later geen verdachte meer waren. 'Zo was er vorig jaar een incident in Zoetermeer waarbij in totaal twaalf jonge verdachten zijn aangehouden. maar zij staan inmiddels niet meer allemaal zo bij ons bekend', legt de woordvoerder uit. Ook benoemt ze een soortgelijk incident in Den Haag waarbij tien jongeren als verdachte in het systeem kwamen te staan.
Ondanks die nuance zijn de cijfers volgens de politie de laatste jaren nog wel 'zorgwekkend hoog', voornamelijk onder de minderjarigen. In 2021 was het landelijke aandeel minderjarige verdachten van zware mishandelingen en moord(pogingen) met een mes 46 procent. Vijf jaar eerder lag dat percentage nog op 34 procent. In de regio Den Haag waren 70 van de 125 verdachten tussen de 12 en 17 jaar oud.
Politie kan het niet alleen
De aanpak van het messengeweld onder jongeren vergt een breedschalige aanpak, zo zegt de politie. 'We maken ons grote zorgen om de jongeren die we op jonge leeftijd al als dader aantreffen. Daar zitten ook sociaal-maatschappelijke problemen achter, en dat vraagt een goede samenwerking van de politie en haar partners.' Zo signaleert de politie mogelijke probleemgevallen bij hulporganisaties zoals VeiligThuis en Halt. Ook de gemeente en scholen hebben in die aanpak een centrale rol.
Tijdens een landelijke wapen-inleveractie in oktober vorig jaar werden bij verschillende politiebureaus in de regio 505 wapens ingeleverd: van kleine zakmessen tot zwaarden en zelfs een harpoen. Met die actie wil de politie meer bewustwording creëren over de gevaren van wapenbezit.
Mesverbod pas in 2023
Eind 2020 maakte het kabinet bekend bezig te zijn met een messenverbod voor jongeren. Dat verbod zit nu nog in het beginstadium, en 'moet nog getoetst worden door de Raad van State, de Tweede Kamer en tot slot de Eerste Kamer', legt een woordvoerder van justitieminister Dilan Yesilgöz-Zegerius uit aan de NOS.
Pas daarna kan het verbod van kracht worden. Het ministerie laat aan de NOS weten dat dat op z'n vroegst in de tweede helft van 2023 zal zijn..
LEES MEER:
