Tijdens de wintertelling van ooievaars waren de vogels zelf even gevlogen

Een ooievaarsstel
Een ooievaarsstel © Haagse Vogelbescherming
DEN HAAG - Tijdens de wintertelling van ooievaars dit weekend ging de verslaggever van Omroep West langs bij de Bezuidenhoutseweg in Den Haag, maar wat bleek: de ooievaars waren gevlogen. Ze waren niet op de plek waar er vaak veel zitten. Toch zegt dat niks over de stand van de ooievaar in Nederland. 'We hebben veel vaste waarnemers die 'hun' ooievaar in de buurt in de gaten houden en dat dit weekend doorgeven. Dat geeft een betrouwbaar beeld', zegt ooievaarkenner Monique van den Broek.
Gewapend met een verrekijker speurt Van den Broek de horizon af, maar nee, er zit slechts één ooievaar op het dak van een flat en dat is alles. Dit weekend tellen in heel Nederland de ooievaarskenners van STORK en de vogelspotters het aantal ooievaars. De telling levert informatie op over het aantal vogels, maar ook wetenswaardigheden over het trek- en overwinteringsgedrag van de dieren.
Monique van den Broek van STORK speurt naar ooievaars
Monique van den Broek van STORK speurt naar ooievaars © Omroep West
De laatste jaren gaat het goed met de stand van de ooievaars in Nederland. Waren er zo'n dertig jaar geleden bijna geen meer, nu zijn er zo'n 1.300 tot 1.500 nesten. En omdat ooievaars een vaste partner hebben, spreken we dan over zo'n 3.000 ooievaars.

Niet meer naar Afrika

Opvallend is dat steeds minder rood-potigen Nederland in de winter verlaten. Normaal trekken ze in de winter naar Afrika, maar dat is voor lang niet alle vogels meer waar. Van den Broek: 'Sommigen blijven in Spanje steken omdat daar dan kennelijk voedsel genoeg is. Maar 30 tot 40 procent van de vogels verlaat Nederland überhaupt niet meer.'
Het zou makkelijk zijn om te wijzen naar het veranderende klimaat, maar daar is de ooievaarkenner voorzichtig mee: 'Ik ben het KNMI niet, dus daar durf ik niks met zekerheid over te zeggen. Maar onze tellingen kunnen over de periode van een aantal jaar wel aangeven of het feitelijk zo is dat ze vaker in Nederland blijven.'
Monique van den Broek van STORK, de organisatie van ooievaarskenners
Monique van den Broek van STORK, de organisatie van ooievaarskenners © Omroep West

Amerikaanse rivierkreeft

Een andere reden waarom de ooievaars misschien meer in Nederland blijven is dat ze dol zijn op de Amerikaanse rivierkreeft. Sinds enkele jaren is dit beest een snel groeiende plaag in de Nederlandse wateren. Ze beschadigen waterkanten en dijken en beschadigen het ecosysteem. Maar de ooievaar is dus blij met de kreeft.
Voordeel van Nederland is ook dat er weinig natuurlijke vijanden voor de ooievaar zijn. De grootste vijand volgens Van den Broek is op dit moment het postbode-elastiek. 'Waarschijnlijk denkt de ooievaar dat het een worm is en eet de elastieken op. Als we soms dode vogels vinden die op onduidelijke wijze gestorven zijn en we sectie doen, vinden we af en toe hele kluwens van de elastieken in de buik'. De ooievaarliefhebster heeft dan ook een dringende oproep: 'Gooi ze niet in de natuur en raap ze op als je ze ziet.'

Nieuw leven

De verslaggever belooft de oproep te verspreiden en wil vertrekken. En ja, dan eindelijk toch, komt een ooievaar aangevlogen met een tak in zijn bek. Met een sierlijke landing neemt hij plaats naast zijn partner op het nest op het dak van de flat. Het bekende geluid van het ooievaargeklepper klinkt: de voorbode van voorjaar en een nieuw leven. Nadat onze verslaggever gevlogen was, spotte de ooievaarkenner nog een aantal ooievaars, waardoor het totaal tijdens de teldag op de Bezuidenhoutseweg uitkomt op vijf.