Geen grote winsten meer mogelijk voor jeugdhulp-aanbieders in Haagse regio

Foto ter illustratie
Foto ter illustratie © ANP
REGIO - Alle gemeenten in de regio Haaglanden trappen vanaf dit jaar op de rem bij winsten die jeugdhulporganisaties kunnen maken. Nu kunnen aanbieders van jeugdhulp nog zoveel winst maken als ze willen, dat wordt dit jaar beperkt tot een rendement van vijf procent. Den Haag, een van de gemeenten in het initiatief, is daarmee de eerste grote stad die dit doet.
'Zorggeld moet ook echt naar de zorg gaan', vinden de tien gemeentes. De vijf procent maximale winst wordt daarom vanaf dit jaar contractueel vastgelegd met aanbieders. 'Met de jeugdzorg zijn tientallen miljoenen euro's aan gemeenschapsgeld gemoeid. Dat geld moet aan de kwaliteit van de zorg worden besteed', zegt de Haagse wethouder Kavita Parbhudayal namens de tien gemeenten.
Naast Den Haag, gaan Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Voorschoten, Wassenaar, Westland en Zoetermeer paal en perk stellen aan de winsten. Deze gemeenten hebben in totaal 183 aanbieders onder contract. In 2020 bleken daarvan 26 aanbieders meer dan 5 procent winst te maken.

'Vijf procent aanvaardbaar'

Volgens de tien gemeenten is het beperken van de winst te verantwoorden, omdat de winst mede komt door publiek geld. Een andere reden is dat de aanbieders weinig ondernemersrisico hebben door de groeiende vraag naar jeugdhulp. Maakt een aanbieder toch meer dan 5 procent winst, dan moet het geld aantoonbaar in de kwaliteit van de jeugdhulp worden geïnvesteerd.
Waarom dan die vijf procent winst? 'De jeugdhulp-aanbieders moeten enig financieel rendement kunnen maken om gezond te blijven als organisatie', legt Parbhudayal uit. 'Een rendement tot 5 procent wordt algemeen nodig en aanvaardbaar geacht.'