Tien verdwenen Haagse gebouwen: herken jij ze nog?

DEN HAAG - 'Den Haag is door de jaren zó veranderd, voor mij toch veel te vlug joh', zingt Harry Klorkestein in zijn beroemde lied O, o, Den Haag. En daar heeft hij best wel een punt. De afgelopen decennia zijn veel beeldbepalende gebouwen ten prooi gevallen aan de sloperskogel. Wij maakten een overzicht van tien opvallende bouwwerken die verdwenen zijn, maar bij veel mensen nog in het geheugen gegrift zullen staan.
1. De Haagsche Dierentuin

Het is misschien moeilijk voor te stellen, maar waar nu de ambtelijke jungle van de provincie Zuid-Holland is gehuisvest, heeft ooit een echte dierentuin gestaan. Geopend in 1863. Twintig jaar later komt er ook nog een grote concertzaal bij. Daardoor lijkt het eerder een paleis dan een dierentuin.
Dat past ook wel bij het chique publiek, want aanvankelijk is een bezoek aan de dierentuin vooral weggelegd voor de elite. Later mogen mensen van allerlei rangen en standen naar binnen en wordt het echt een sociale ontmoetingsplek voor Hagenaars en Hagenezen. Die kunnen zich vergapen aan vogels, olifanten, beren en nog veel meer dieren. Je kan er dus zelfs met meerdere personen een ritje maken op een kameel, nog zonder de Partij voor de Dieren op je dak te krijgen.
De Haagsche Dierentuin kent een roerige geschiedenis. Van geldproblemen tot buren die klagen over nachtelijke herrie van de kraanvogels tot de Duitse bezetter die de Atlantikwall dwars door de dierentuin aanlegt en de gemeente Den Haag die, om kosten te besparen, dieren uitleent aan Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.
Na de Tweede Wereldoorlog raakt de dierentuin steeds verder in verval. In 1968 wordt het 'paleis' gesloopt om plaats te maken voor uitbreiding van het provinciehuis en daarmee verdwijnen de laatste resten van de Haagsche Dierentuin. Hoewel, schuin aan de overkant bij de Koningskade is nog altijd de dierentuinbrug te vinden. En een paar jaar geleden is er nog een tentoonstelling over de dierentuin geweest.
2. De Blauwe Aanslag

Een voormalig gebouw van de Belastingdienst aan het Buitenom in Den Haag speelt een belangrijke rol in de Haagse kraakscène en weet geregeld het nieuws te halen. Liefkozend De Blauwe Aanslag genoemd, naar de kleur van de enveloppen die onze geliefde rijksontvanger der belasting altijd zo kwistig rondstrooit.
Een deel van het gebouw uit 1886 is eerder in gebruik als aardewerkfabriek. In 1938 vestigt de Belastingdienst zich in het gebouw. In 1978 verlaat die het weer en twee jaar later wordt het pand gekraakt. De gemeente krijgt De Blauwe Aanslag in handen en legaliseert de situatie van de krakers. Het wordt één van de grootste woongroepen van krakers in Nederland. Ook komen er allerlei alternatieve bedrijven in het gebouw te zitten.
Ook hier een roerige geschiedenis: de bewoners bemoeien zich met politiek, slaan flink aan het rellen en hun 'tegenstanders' ook. Halverwege de jaren 90 zijn er plannen om het gebouw te slopen en dat leidt tot hevig verzet .Een van de leiders daarvan is Joris Wijsmuller, die het later zelfs tot wethouder weet te schoppen.
In 1999 verhuist een groot deel van de bedrijven naar een leegstaand schoolgebouw aan de Waldeck Pyrmontkade. In 2003 wordt de Blauwe Aanslag dan echt gesloopt. Natuurlijk niet zonder verzet, ook hier moet de Mobiele Eenheid weer in actie komen. In 2014 worden er eindelijk huizen gebouwd op de plek van het roemruchte gebouw.
3. Zwembad De Morgenstond

Op de hoek van de Loevesteinlaan en de Genemuidenstraat, tegenover het Zuiderpark, staat nu de zoveelste non-descripte hoge flat. Maar ooit heeft hier een zwembad gestaan: De Morgenstond. Drie baden, op de eerste etage een restaurant, de kenmerkende witte tegels langs de wanden, de blauwe in het bad en aan de muur ook nog opvallende kunst. Verder: geen lockers waar een muntje in moet, maar een door mensen bewaakte garderobe.
Naast het bad de onvermijdelijke douches, waar je na het schoolzwemmen door de strenge badmeester met rode baard, op Zweedse klompen en met watjes in zijn oor (tegen het vele kindergegil) onder wordt gezet. En daarna maar klappertanden in de kleedkamer. Naast het schoolzwemmen en het recreatief zwemmen worden er ook veel wedstrijden gehouden.
Maar eind jaren 90 valt het doek. Ter vervanging van De Morgenstond wordt in 1997 besloten voor bijna 19 miljoen gulden (ruim 8,5 miljoen euro) een nieuw zwembad te bouwen aan de andere kant van het Zuiderpark, op de plek waar ooit het beroemde openlucht zwembad was gevestigd. Het gegil in de Morgenstond verstilt definitief in 2001, als het bad wordt gesloopt.
4. Oosterkerk

Van de hoogste eer voor God, naar een van de hoogste gebouwen van Den Haag. Waar nu de 142-meter hoge Hoftoren staat, wordt in 1896 aan de toenmalige Oranjebuitensingel de Oosterkerk geopend. Getekend door architect Tjeerd Kuipers, die meer dan vijftig gereformeerde kerken ontwerpt, zoals ook in Delft, Rijswijk, Voorburg en Noordwijk.
Ruim dertig jaar na de opening blijken de duizend zitplaatsen te weinig, omdat Bezuidenhout steeds meer inwoners krijgt. Door de opening van nieuwe kerkgebouwen in de omgeving, wordt het in de Oosterkerk steeds rustiger. In 1962 sluit de kerk definitief de deuren en wordt een deel van het gebouw al afgebroken, vermoedelijk omdat het te bouwvallig is.
In 1969 worden de restanten van het gebouw in gebruik genomen als 'Haags Ontmoetingscentrum Theaterkunsten', tot ook dat in 1987 verdwijnt. Een jaar later wordt de kerk gesloopt.
In 2003 opent de Hoftoren de deuren. Van de kerk is dan niets meer te zien. Wel lijkt er sprake van een soort Bijbelse plaag: er waaien steeds platen van de nieuwe toren af. De gevelplaten houden de gemoederen de eerste jaren van het gebouw flink bezig.
5. Station Staatsspoor

Op 1 mei 1870 wordt, ongeveer op de plek waar nu Den Haag Centraal staat, het Rhijnspoorstation geopend. Het station is dan het eindpunt van de lijn Utrecht-Gouda-Den Haag. Destijds in handen van de Nederlandse Rhijnspoorweg Maatschappij.
In 1890 neemt de staat de maatschappij over en verandert de naam in Den Haag Staatsspoor. Wilde je naar station Hollands Spoor, dan moest je met de paardenbus, weet Wikipedia te melden.
Toch kent het station ook een moderne primeur: in 1879 vertrekt er de eerste stoomtram van Nederland, naar Scheveningen. Toen nog geëxploiteerd door de NZH. Vanaf 1906 vertrekken er ook elektrische trams van de HTM vanaf dit station.
Eind jaren 70 wordt besloten een nieuw station te bouwen. Om het openbaar vervoer niet plat te leggen, wordt het Centraal Station er precies naast gebouwd. In 1973 wordt station Staatsspoor gesloten en daarna gesloopt. In 1975 wordt het tweede deel van Den Haag Centraal geopend.
6. Houtrusthallen

Op de plek die ooit een landgoed is en in 1833 tot koninklijk jachtterrein wordt gemaakt, worden in 1937 de Houtrusthallen geopend. Er staat dan al sinds 1910 een sportcomplex. In de hallen komt ook de eerste Nederlandse kunstijsbaan te liggen. Zo ontstaat de ijshockey-traditie in Den Haag. Ook wordt er aan kunstschaatsen gedaan. Maar daar blijft het niet bij.
Voor iedere Hagenaar en mensen uit de verre omtrek is er wel iets te vinden. Zo wordt er de jaarlijkse Pasar Malam gehouden, tot die te groot wordt en naar het Malieveld verhuist. Waar dit festijn vol Indische lekkere hapjes en cultuur nog elk jaar wordt gehouden, zij het nu onder een andere naam (Tong Tong Fair).
Over indo’s gesproken: er zijn Indorockfestivals in de Houtrusthallen, maar er is ook plaats voor jazzmuziek en zelfs Bob Marley treedt er op. Om over de Golden Earring en de Haagse Beatnach nog maar te zwijgen. Van een heel ander pluimage zijn de tentoonstellingen van pluimvee, konijnen en andere 'kleindieren' onder de naam 'Avicultura'.
Ook bij de protestmanifestatie tegen kernwapens van 1985, met een enorme protestmars door Den Haag, spelen de Houtrusthallen een markante rol. Ruud Lubbers neemt er handtekeningen in ontvangst, maar demonstranten maken hem het spreken onmogelijk en keren hem massaal de rug toe. En dan hebben we de damesbeurs en talloze kookwedstrijden nog niet genoemd of het bezoek van Paus Johannes Paulus II. In 1988 wordt er een indoor-atletiekbaan aangelegd. Mar het mag niet baten, in het jaar 2000 wordt besloten de Houtrusthallen te slopen om dat ze in een te slechte staat zijn. Woningbouw en sportvelden komen er voor in de plaats.
7. Groenestein

Aan de Loosduinseweg, bij de Gaslaan, wordt in 1878 de voormalige buitenplaats Groenestein gekocht, om te fungeren als katholiek kindergesticht. Bedoeld voor bijvoorbeeld moeilijk opvoedbare kinderen of kinderen met zieke ouders. Er is plek voor zeshonderd kinderen. De meisjes in de linkervleugel, de jongens in de rechter. In 1971 wordt het gebouw afgebroken.
Maar daarmee is de geschiedenis nog niet ten einde. In de jaren 30 komen de eerste klachten naar buiten (hoewel ook een enkeling getuigt er een fijne tijd te hebben gehad). In 1982 zendt de NOS een documentaire uit over Groenestein, gemaakt door Hans Koekoek (die er later ook een boek over schrijft).
Daarna komen er op nieuw allerlei verhalen naar boven, vol nare ervaringen van kinderen die in het gesticht zijn opgegroeid. Doodsbang voor de broeders en zusters, die kinderen mishandelen en zich schuldig maken aan barbaarse opvoedingsmethoden. Ook is er sprake van seksueel misbruik. Dezelfde verhalen komen rond 2010 opnieuw naar boven, als de Haagse oud-burgemeester Wim Deetman een uitgebreid onderzoek naar misstanden in de katholieke kerk en aanverwante organisaties leidt.
En de plek des onheils? Het duurt tot 1987 voordat daar een nieuw gebouw verrijst. Ook hier gaat het om een flat.
8. Het Oude Stadhuis

Inmiddels is het IJspaleis aan het Spui niet meer weg te denken, maar daarvoor hebben de ambtenaren in een stadhuis aan het burgemeester De Monchyplein gezeten. Nog weer eerder zitten ze in een gebouw aan de Javastraat, vlakbij.
Maar daar is niet genoeg plek meer en dus wordt in 1933 een prijsvraag uitgeschreven voor architecten. Julius Maria Lutmann maakt het winnende ontwerp. Na enige vertraging, onder meer door de Tweede Wereldoorlog, wordt het gebouw in 1953 in gebruik genomen.
Het blijkt al snel te klein te zijn. En daarom wordt in 1995 het nieuwe stadhuis aan het Spui geopend (dat overigens ook al snel te klein zal blijken). In 1996 wordt het gebouw aan het Burgemeester De Monchyplein afgebroken. Ook hier zijn huizen gebouwd. Het eerste stadhuis van Den Haag staat trouwens aan de Groenmarkt en tot aan de verhuizing naar de Javastraat is er een hoop gebeurd.
9. Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen

In Den Haag houden we wel van een fikkie op zijn tijd, maar je kunt het ook overdrijven. Op de avond van 18 december 1964 breekt de grootste brand sinds de Tweede Wereldoorlog in de stad uit. Het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Zwarteweg, in het centrum, staat in de fik. Een theater en concertzaal, waar ruim tweeduizend mensen in kunnen. Gebouwd in 1874.
En dus in de jaren 60 weleens toe aan een renovatie. Het gebouw is dan inmiddels in handen van de bekende vastgoedhandelaar Zwolsman. Vlak voordat de jaarlijkse Snip en Snap-revue in première gaat, breekt de brand uit. Het vuur is moeilijk te blussen en het pand brandt helemaal uit. De oorzaak wordt nooit achterhaald.
Op de plek van het markante gebouw staat inmiddels kantorencomplex 'Castalia'. Geen idee, zeg je? De gebouwen worden ook wel 'De Haagse Tieten' genoemd. Nu weet je het natuurlijk meteen.
10. De Zwarte Madonna

Van tieten naar Madonna lijkt een kleine stap. Maar hier hebben we het over de Zwarte Madonna. Niet de wulpse zangeres, maar een devote afbeelding uit het katholicisme. Die is vermoedelijk de naamgever van het woongebouw aan de Turfmarkt, ontworpen door de beroemde architect Carel Weeber (ook bekend van de opmerkelijk betegelde studentenflat De Struyck bij station HS).
Een omstreden gebouw die Zwarte Madonna: de een vindt het prachtig, terwijl de ander het verfoeit. Er zijn 336 sociale huurwoningen, net als winkelruimten en een parkeergarage. Gebouwd in 1985, maar al in 2001 wil de gemeente het gebouw slopen. Nieuwbouw van twee ministeries moet er komen.
Een deel van de bewoners weigert te vertrekken. Ze vinden het zonde van het mooie gebouw en vrezen dat er te weinig sociale huurwoningen overblijven. Na een jarenlange strijd met de gemeente verlaten de laatste bewoners in 2007 het gebouw. In juni van dat jaar beginnen de sloopwerkzaamheden. En zo gaat opnieuw een markant gebouw in Den Haag verloren voor het nageslacht.
De foto’s bij dit artikel zijn afkomstig van het Haags Gemeentearchief. Hier vind je nog veel meer oude plaatjes.