Politie schiet gericht tijdens achtervolging, maar wanneer mag dat eigenlijk?

Foto ter illustratie: agenten houden vuurwapens gereed bij incident.
Foto ter illustratie: agenten houden vuurwapens gereed bij incident. © ANP
REGIO - In de nacht van woensdag op donderdag schoot de politie tijdens een achtervolging in Oegstgeest meerdere keren op een bestelbusje. Het is een uitzonderlijke situatie waarin agenten zich genoodzaakt voelden om hun wapens te trekken, maar hoe zit dat eigenlijk? Wanneer mag de politie schieten of ander geweld gebruiken en wat zijn daar de gevolgen van? Omroep West zocht het voor je uit.
De afgelopen tijd komt politiegeweld steeds vaker ter sprake. In december liet het Openbaar Ministerie weten twee agenten te vervolgen voor het mogelijke gebruik van buitensporig geweld tijdens een coronademonstratie. Begin januari sprak een VN-rapporteur zich kritisch uit over beelden van 'disproportioneel' politiegeweld tijdens de coronaprotesten op het Malieveld in maart 2021, en eind januari maakte het OM ook nog bekend een agent alsnog te vervolgen voor het doodschieten van een tiener in Delft in 2018.
In artikel 7 van de ambtsinstructie voor de politie worden twee situaties genoemd waarin een agent zijn of haar vuurwapen mag trekken: uit noodweer en bij aanhoudingen waarbij het om een verdachte van een geweldsmisdrijf gaat, of wanneer een verdachte als vuurwapengevaarlijk wordt ingeschat. Maar zo'n inschatting moet soms in luttele seconden gemaakt worden en dat is niet makkelijk, legt Maarten Brink van politievakbond ACP uit.

'Het hele pakket aan omstandigheden'

'De politie wordt opgeleid en getraind in het gebruik van vuurwapens. Een belangrijk onderdeel van die opleiding is theoretisch: wanneer mag ik mijn vuurwapen wel en niet gebruiken? Politiemensen moet die afweging op het moment zelf maken. Achteraf is het makkelijk om te beoordelen en veroordelen, omdat je dan alle tijd hebt om over de situatie na te denken.'
Maarten Brink, woordvoerder politievakbond ACP
Maarten Brink, woordvoerder politievakbond ACP © Privéfoto
Volgens Brink is het onmogelijk om twee schietincidenten met elkaar te vergelijken, omdat er zoveel variabelen meespelen. In het geval van de achtervolging in Oegstgeest werd gericht geschoten. Niet op de chauffeur, maar op de bus waarmee hij op de agenten inreed. 'Het zou kunnen zijn dat agenten uit noodweer kiezen om op de bestuurder schieten, maar dat hangt echt van de situatie af. Een agent maakt die beslissing op basis van het gehele pakket aan omstandigheden.'

Vuurwapengebruik wordt altijd gemeld

Als een agent zijn wapen trekt en reden ziet om te vuren, wordt daar volgens Brink altijd een melding van gemaakt. 'Dat gebeurt bij ieder geweldsmiddel', legt hij uit. Afhankelijk van het soort geweld dat is gebruikt en het letsel dat is toegebracht, kan na de melding besloten worden om een vervolgonderzoek in te stellen.
De meldingen komen eerst bij de hulpofficier van justitie terecht. Brink legt uit: 'Als de politie iemand slaat met een wapenstok, wordt dat anders geregistreerd dan wanneer iemand wordt neergeschoten op straat. Afhankelijk van het soort geweldsmiddel en het letsel kan de hulpofficier het onderzoek doorgeven aan de officier. Bij grote incidenten doet de Rijksrecherche onderzoek.'
Na de schietpartij werd de Breestraat in Delft afgezet
Na de schietpartij werd de Breestraat in Delft afgezet © Regio15

Toetsing op kennis

Agenten moeten ook na hun opleiding ieder jaar vier trainingsdagen volgen om hun juridische kennis, fysieke vaardigheden en het gebruik van geweldsmiddelen, waaronder vuurwapens, bij te spijkeren. Op twee van de trainingsdagen worden worden ook examens afgenomen. 'Je kunt het vergelijken met een praktijkexamen voor je rijbewijs', zegt Brink. Agenten krijgen casussen voorgeschoteld om hun juridische kennis en kennis over vuurwapens en andere geweldsmiddelen te toetsen.
Wie niet slaagt voor de toets, mag geen wapens bij zich dragen. 'Binnen een week kunnen ze dan een herkansing krijgen. Als ze die ook niet halen, worden ze bijgeschoold', legt Brink uit. Daarnaast wordt aan het begin van de opleiding een psychologisch onderzoek afgenomen en worden agenten tijdens hun loopbaan geacht om om de zoveel tijd een MCU (Mental Check-Up) gesprek te hebben.

Stroomstootwapen vult ruimte tussen pepperspray en vuurwapen

Vanaf begin 2022 hebben de agenten een nieuw geweldsmiddel aan hun arsenaal toegevoegd: het stroomstootwapen. Politievakbond ACP was groot voorstander van de invoering van het wapen. Brink spreekt van 'een goede ontwikkeling'. 'Er was eigenlijk geen ruimte tussen de pepperspray en het vuurwapen. Dat was een groot gemis. Daar waar vroeger naar het vuurwapen werd gegrepen, hebben agenten nu een alternatief. De afgelopen maanden hebben we al meerdere situaties gezien waaruit blijkt dat het goed werkt.'
Volgens Brink zullen veel agenten tijdens hun loopbaan hun vuurwapen wel een keer trekken, maar 'zijn er maar weinig die daadwerkelijk schieten.' In 2021 deed de Rijksrecherche 21 keer onderzoek naar een incident waarbij een vuurwapen werd afgeschoten. Daarbij vielen 25 gewonden en 2 doden. In 2020 waren dat er 22, met 18 gewonden en 5 doden.
Agente oefent met taser
Agente oefent met taser © Politie