De Bollenstreek is uit; Noord-Holland streeft onze bollen voorbij

De Bollenstreek heeft nog steeds een enorme aantrekkingskracht op toeristen
De Bollenstreek heeft nog steeds een enorme aantrekkingskracht op toeristen © ANP
TEYLINGEN - Uit heel het land komen mensen naar de Bollenstreek om foto's te maken van de bollenvelden. En het liefst om ook tussen de bloeiende bollen te staan, tot grote frustratie van de telers. Toch neemt de invloed van de Bollenstreek steeds verder af. De streek is al lang voorbijgestreefd door Noord-Holland als het gaat om de bloementeelt. 'Maar door het toerisme en Keukenhof blijft de Bollenstreek een enorm belangrijk gebied', legt Henk Westerhof van brancheorganisatie Anthos uit.
De bloementeelt begon ooit in de Bollenstreek, het gebied tussen Haarlem en Leiden. 'Nu komt echter nog minder dan tien procent van de bollenteelt uit de Bollenstreek', legt Westerhof uit. 'De teelt heeft zich in de loop van de jaren verplaatst naar de kop van Noord-Holland, West-Friesland en nu weer de Noordoostpolder', vertelt de voorzitter van Anthos, de wereldwijde vertegenwoordiger van de handel in bloembollen.
Het marktaandeel van de Bollenstreek is de afgelopen decennia steeds verder afgenomen. Volgens Westerhof is dat een gevolg van de ligging van het gebied. 'De ruimte is er nu eenmaal beperkt. Er is in de Bollenstreek 2675 hectare aan bollengrond beschikbaar. De gemeenten hebben via het pact van Teylingen afgesproken dat dit aantal stabiel blijft, maar er is geen ruimte om te groeien.'

Ruimtegebrek belangrijke reden

Prisca Kleijn, directeur van de KAVB (Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, bevestigt dat ruimtegebrek een belangrijke reden is voor de afname van het marktaandeel. 'De grond in de Bollenstreek is nu eenmaal gewild en duur. Bovendien moeten er ook huizen worden gebouwd en wegen aangelegd worden in het gebied. Het is gewoon niet meer mogelijk om in de Bollenstreek meer ruimte te creëren.'
Met als gevolg dat telers op zoek zijn gegaan naar nieuwe gebieden om bloembollen te telen. 'Eerst gingen telers naar Noord-Holland. Dat is nu de belangrijkste provincie geworden als het gaat om de bollenteelt. In Nederland is ongeveer 22.000 hectare beschikbaar, waarvan 13.000 hectare in Noord-Holland.'

'Overal waar ruimte is en grond goedkoop'

Maar ook in deze provincie bereikte de bloementeelt de maximale capaciteit. 'De laatste twintig jaar zie je dat veel telers de Noordoostpolder in Flevoland zijn gaan gebruiken voor de bloementeelt. Bedrijven die meer ruimte nodig hebben beginnen hier een extra vestiging om hier andere en meer bollen te kunnen telen', vertelt Kleijn.
De laatste jaren verspreidt de bloembollenteelt zich volgens Kleijn nog verder over het land. 'Je ziet de bloembollenteelt nu ook in Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. Eigenlijk overal waar ruimte is en de grond nog goedkoop is. Door dit soort groeimogelijkheden neemt het aantal bollen dat echt uit de Bollenstreek komt relatief natuurlijk steeds verder af.'

Aantrekkingskracht nog enorm

Het marktaandeel van de Bollenstreek wordt dan wel steeds minder, dat betekent volgens Westerhof niet dat de bakermat van de bloembollenteelt minder belangrijk wordt. 'De aantrekkingskracht op toeristen in de Bollenstreek is natuurlijk nog steeds enorm. Maar ook door de relatie met Keukenhof zal de Bollenstreek altijd belangrijk blijven voor de bloementeelt in Nederland. Maar het is natuurlijk wel zo dat het grootste gedeelte van de bollen niet meer uit de Bollenstreek komt.'