Mohammed blijft ontkennen dat hij een vrouwelijke voorbijganger heeft geschopt

Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter
Schrijvers van de rubriek Bij de Politierechter © Theresa Hartgers
GOUDA - De 42-jarige Mohammed zou in februari een willekeurige vrouwelijke voorbijganger uit het niets een schop hebben gegeven toen hij in Gouda over straat liep. Zelf ontkent hij dit stellig. 'Ik heb het echt niet gedaan', blijft hij volhouden in de rechtbank.
Dit is een verhaal uit onze serie Bij de Politierechter.
De man, gekleed in een joggingpak en met zwart krullend haar tot aan zijn oren, neemt samen met een GGZ-medewerker en een advocaat plaats in de rechtszaal. De officier van justitie laat weten wat Mohammed precies ten laste wordt gelegd: mishandeling. Hij zou op 5 februari op en rondom de Markt in Gouda hebben gelopen en een vrouw hebben lastig gevallen. Opeens kreeg ze een schop. Het vrouwelijke slachtoffer is zelf niet aanwezig in de rechtbank, zij is op dit moment in Polen.
Als de rechter Mohammed om een reactie vraagt, ontkent de 42-jarige de daad stellig. Eerder heeft hij al 42 dagen in voorarrest gezeten nadat hij in februari werd opgepakt. 'Ik heb het niet gedaan', zegt Mohammed weer. 'Ik heb weken vastgezeten voor niks. Ik vind het vreselijk. Ik weet honderd procent zeker dat ik het niet heb gedaan', gaat hij gefrustreerd verder.

Toevallig in de buurt

'U was toen wel in het centrum?', vraagt de rechter nog. Dat klopt volgens Mohammed. 'Ik liep toevallig in de buurt en werd opeens meegenomen.' De rechter bekijkt het dossier. De Poolse vrouw zou hebben verklaard dat ze voelde hoe ze een trap kreeg tegen haar rechteronderarm. 'Ik werd getrapt door een man met een mager postuur, zwart haar, krulletjes, een pony, tanden die naar buiten staken, uitpuilende ogen', leest de rechter voor.
Andere getuigen hebben een soortgelijk signalement afgegeven aan agenten. 'Vreselijk dat zij mij aangewezen hebben. Ik word gearresteerd voor iets vreselijks wat een ander heeft gedaan. Er is niet eens een spiegelconfrontatie gedaan. Ik ben gelukkig vrijgekomen, maar ik vind het echt heel erg wat er is gebeurd', aldus Mohammed weer gefrustreerd.

Opgevraagde camerabeelden

Opgevraagde camerabeelden tonen volgens de rechter geen bewijs. Het was op dat moment te druk. Wel zou Mohammed ook hebben gescholden met de woorden 'hoer' en 'homo', aldus de getuigenverklaringen. 'Ik heb helemaal niemand uitgescholden. Ik ben staande gehouden in het centrum. De politie wilde mijn identiteitsbewijs checken. Ik heb het gegeven en wilde 'm daarna weer terug en doorlopen. Toen zei de agent opeens dat ik was aangehouden', houdt Mohammed vol. Hij zegt getraumatiseerd te zijn door zijn lange voorarrest.
De GGZ-medewerker is mee als steun, hij heeft vrijwillig contact met de instantie. 'Dat verloopt prima', zegt de medewerker zelf. Eerder werd bij Mohammed schizofrenie vastgesteld, maar hij slikt hier al bijna twintig jaar medicatie voor. 'Het gaat heel goed met de medicijnen', aldus Mohammed.

Compleet uit het niets lastig gevallen

De officier van justitie laat weten dat hij Mohammed toch schuldig bewezen vindt naar aanleiding van de slachtoffer- en getuigenverklaringen. 'Het slachtoffer werd compleet uit het niets lastig gevallen en dat had een enorme impact.' Hij eist 42 dagen gevangenisstraf, met aftrek van zijn voorarrest, waardoor Mohammed dus niet terug hoeft naar de cel, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar.
Mohammed blijkt in 2020 ook te zijn veroordeeld en heeft nog een voorwaardelijke gevangenisstraf boven zijn hoofd hangen van tien dagen. De officier van justitie verzoekt die proeftijd met een jaar te verlengen. De advocaat van Mohammed vindt echter dat er van alles schort aan het politieonderzoek. 'De politie kijkt naar de videobeelden en daar is niks te zien van de mishandeling. De kans dat iemand anders dat heeft gedaan is aannemelijk. Niemand heeft hem daadwerkelijk aangewezen.' Ook hij vindt het kwalijk dat er geen fotoconfrontatie is gedaan. 'De officier van justitie moet ervoor waken dat het proces loopt zoals het moet. Onderzoek is te kort geschoten. Ik vraag deze zaak niet ontvankelijk te verklaren.'

'Ik ga dit nog bespreken'

De officier van justitie is het hier niet mee eens. 'Hij is ter plekke door getuigen aangewezen.' Mohammed is nog altijd gefrustreerd. 'Klaar ermee alstublieft. Ik heb het niet gedaan, ik vind dit vreselijk.' De rechter vindt toch dat het is bewezen. Wel vindt hij dat Mohammed te lang in voorarrest heeft gezeten.
Mohammed wordt veroordeeld voor twee weken gevangenisstraf, met aftrek van zijn voorarrest en hoeft dus niet meer terug. De proeftijd van zijn eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf van tien dagen wordt met een jaar verlengd. Mohammed is niet blij met de uitkomst. 'Ik ga dit nog bespreken', zegt hij, waarna hij met zijn advocaat en de GGZ-medewerker de zaal verlaat.
Namen zijn gefingeerd in verband met de privacy.