OM eist achttien jaar cel en tbs voor doden Haagse Renée
DEN HAAG - 'Niet aan me trekken, ik krijg geen adem!' Dat zijn een van de laatste woorden die de 23-jarige Renée uitspreekt, voordat ze doodgestoken wordt door Hagenaar Ferry T. Tijdens de behandeling van de zaak zijn camerabeelden met geluid afgespeeld van de laatste momenten van de vermoorde 23-jarige vrouw. Haar lichaam werd in mei vorig jaar in de bosjes op de Doorniksestraat in Den Haag gevonden. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een celstraf van achttien jaar en tbs met dwangverpleging geëist tegen de 42-jarige verdachte.
Renée fietst in de nacht van 22 op 23 mei van een feestje naar huis. Ferry T. rijdt dan al urenlang rondjes met zijn scooter door de Scheveningse Bosjes en langs het Westbroekpark. Rond 2.30 uur komen de twee elkaar tegemoet op de Pompstationsweg, vlakbij de Scheveningse gevangenis. 'Het lijkt erop dat u uw slachtoffer hier heeft gevonden', zegt de rechter als er camerabeelden worden getoond van de plek.
T. keert zijn scooter en gaat achter Renée aan de Doorniksestraat in. Vanaf dat moment is op de beelden moeilijk te zien wat er gebeurt, maar er is wel geluid te horen. Na een piepende rem en een harde schreeuw, horen we: 'Niet aan me trekken!' Vervolgens de stem van Ferry T.: 'Hier komen, hier blijven, moet je dood?' T. trekt Renée de bosjes in.
Terug met auto en jerrycan
De 23-jarige vrouw roept meerdere keren dat ze geen adem krijgt, daarna blijft het stil. Ferry T. zegt: 'Shit!' en op de beelden zien we hem de bosjes uitkomen. Hij rijdt met zijn scooter naar huis, haalt een jerrycan en gaat met de auto terug naar de Doorniksestraat. 'Ik vind het vooral allemaal heel vreemd', zegt T. in de rechtszaal. 'Ik kan me er niks meer van herinneren.'
Rond 3.45 uur wordt het in brand gestoken lichaam van Renée gevonden. Ze heeft drie steekwonden in haar kin en nek. In de bosjes vindt de politie ook een mes, de telefoon van Renée en de bril van de verdachte. T. wordt een dag later opgepakt door de politie aan de Scheveningse Treilerweg, vlakbij de haven. Zijn vader heeft daar een afvalverwerkingsbedrijf. T. woont en werkt er.
'Ik geloof u niet'
De officier van justitie roept T. op om de waarheid te vertellen: 'In elf verhoren herinnert u zich steeds minder. Ik geloof u niet. U bent degene die duidelijkheid kan geven aan de mensen in de zaal. Zij hebben daar recht op, dit is het moment.' Maar T. blijft erbij: 'Ik weet weet het niet meer, ik had gedronken en veel drugs gebruikt.'
Deskundigen twijfelen aan het geheugenverlies van Ferry T. 'We kunnen niet uitsluiten dat hij dingen verdrongen heeft, maar er zijn geen concrete aanwijzingen voor geheugenverlies.' Een deskundige geeft aan dat alcohol een black-out kan geven, maar voegt toe: 'Dan maakt iemand ook een dronken indruk.'
Geen moord
Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt T. van doodslag en niet van moord, omdat de verdachte volgens de officier niet genoeg tijd had om over het doodsteken van Renée na te denken. 'In het geluidsfragment zit voldoende bewijs voor een zedenfeit, maar niet voor moord metvoorbedachte rade. Het is allemaal heel snel gegaan.'
Voor het in brand steken van haar lichaam zit dat anders, legt de officier uit. 'Daar is wel sprake van voorbedachte rade. Maar omdat we niet weten of Renée nog in leven was, kan er geen moord ten laste worden gelegd. Een dode kun je niet vermoorden.' Het OM eist achttien jaar cel en tbs met dwangverpleging.
Straf te lang
De advocaat van Ferry T. vindt de geëiste straf te lang, mede omdat T. dan te lang moet wachten op een behandeling. 'Dat traject start pas als hij zijn straf heeft uitgezeten.' Daarnaast vindt de advocaat dat T. moet worden vrijgesproken van aanranding. 'Daar is onvoldoende bewijs voor.'
De familie van Renée verlaat de zaal als de schokkende beelden van haar laatste minuten worden getoond. De vader, moeder en broer van de 23-jarige vrouw maken gebruik van hun spreekrecht. 'We zaten dagenlang in onzekerheid na haar dood, we kregen shock op shock, hoorden steeds weer gruwelijke details', zegt haar broer. 'We moesten strijden om Renée nog te kunnen zien.
Keihard gevochten
'Ze heeft keihard gevochten voor haar leven. Ik weet zeker dat ze zich heeft verzet', zegt haar vader. 'Maar hij had een mes bij zich.' De moeder van Renée vertelt dat ze dagelijks het brandende lichaam van haar dochter voor zich ziet. 'De dag voor haar dood was ze aangenomen bij de brandweer. Haar toekomstige collega's hebben haar brandend moeten vinden.'
Ook de eerstejaarsstudente die Renée op 23 mei brandend heeft gevonden, komt kort aan het woord. 'Ik zie overal brand of lichamen in de bosjes als ik de hond uitlaat.' T. houdt tijdens de slachtofferverklaringen zijn handen op zijn oren. Als de rechter hem naar een reactie vraagt, zegt hij huilend: 'Ik begrijp het wel.' De rechter spreekt hem streng toe: 'Nu zonder huilen. Ook mij grijpt het aan, maar ik huil ook niet.'
De rechter doet over drie weken uitspraak.