Poolse drugsbende moet flinke tijd de cel in vanwege drugssmokkel in autobanden
WADDINXVEEN - Dertien leden van een Poolse drugsbende uit het Groene Hart moeten de gevangenis in. Dat heeft de rechtbank in Den Haag donderdag besloten. De leider van de criminele organisatie is veroordeeld tot een celstraf van dertien jaar, de overige verdachten kregen gevangenisstraffen oplopend tot elf jaar.
De bende smokkelde jarenlang drugs in reservewielen van vrachtwagens naar Engeland, Spanje, Frankrijk en Noorwegen. In juni 2020 werd de bende opgerold nadat een vrachtwagen bij Hamburg door de Duitse douane aan de kant was gezet. Die vond 211 kilo hasj en ruim 35 kilo cocaïne in de reservebanden die in het voertuig lagen. Daarna werden meerdere panden van de verdachten in onder andere Bodegraven, Woerden, Waddinxveen, Alphen aan den Rijn en Bergambacht doorzocht. De politie vond daarbij een vuurwapen, een kwart miljoen euro cash, tientallen kilo's harddrugs en honderden kilo's softdrugs. Ook troffen ze bij de invallen reservebanden en apparaten om vrachtwagenbanden te lichten.
Uiteindelijk werd de groep verdacht van het in- en uitvoeren van grote partijen cocaïne, waaronder een partij van 1169 kilo, het in bezit hebben van 1000 kilo cocaïne, het uitvoeren van 188 kilo hasj, voorbereidingshandelingen van drugsdelicten, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.
Uitzendbureau ook voor rechter
Het Openbaar Ministerie (OM) had een celstraf van vijftien jaar geëist tegen de 42-jarige hoofdverdachte, maar de rechtbank vond dat niet alle strafbare feiten bewezen konden worden en legde daarom een gevangenisstraf van dertien jaar op. Naast de celstraffen oplopend tot elf jaar voor de andere verdachten, kreeg één verdachte een geldboete opgelegd voor hypotheekfraude.
Tegen het uitzendbureau waar de hoofverdachte zijn criminele 'werknemers' ronselde werd door het OM een geldboete van 600.000 euro geëist, waarvan 200.000 euro voorwaardelijk. Het uitzendbureau werd echter vrijgesproken door de rechter.
Versleutelde chatberichten
Het bewijs voor de criminele praktijken van de bende kwam onder meer uit afgeluisterde telefoongesprekken en versleutelde chatberichten van de dienst Encrochat. Deze berichten kwamen aan het licht tijdens een hack door Franse opsporingsinstanties. De verdediging van de verdachten pleitte dat het bewijs onrechtmatig werd verkregen, maar de rechtbank ging hier niet in mee.
