Verdachte doodgestoken Myron (17) spreekt: 'Het kwartje is gevallen'

Een jaar geleden: verdriet op de plek waar Myron werd doodgestoken
Een jaar geleden: verdriet op de plek waar Myron werd doodgestoken © John van der Tol
DEN HAAG - Jermain D., een van de verdachten van het om het leven brengen van de 17-jarige Myron uit Den Haag, heeft het zwijgen doorbroken. Tot nu toe beriep de 22-jarige Delftenaar zich op zijn zwijgrecht, maar tijdens de rechtszaak van maandag zei hij 'dat het kwartje bij hem is gevallen.' Om daar aan toe te voegen: 'Ik ben niet meer dezelfde persoon als een jaar geleden.'
Myron werd het slachtoffer van een ruzie tussen twee drillrapgroepen uit Delft en Den Haag. Twee broers uit Delft die betrokken zouden zijn geweest bij de gewelddadige dood van de tiener, blijven vastzitten in voorarrest. Dat heeft de rechtbank maandag bepaald.
Aan de Haagse Thijssestraat, in het stadsdeel Laak, werd op 6 mei 2021 aan het begin van de avond een 14-jarige jongen neergestoken. Hij raakte zwaargewond. De verdachten van deze steekpartij behoren volgens het Openbaar Ministerie tot drillrapgroep SK6, een naam die refereert aan het Schipperskwartier in Den Haag.

Geschopt en gestoken

Familie en vrienden van het 14-jarige slachtoffer maken op hun beurt deel uit van de Delftse drillrapgroep ZQ. Leden van deze groep gingen op een jaar geleden verhaal halen in het Schipperskwartier en vielen daar Myron aan op de Rijkswijkseweg. De jongen werd geschopt en gestoken. Hij overleed aan zijn verwondingen.
Deze zaak, die in totaal negen verdachten telt, zou aanvankelijk omstreeks deze tijd inhoudelijk behandeld worden door de rechtbank. Door problemen bij de getuigenverhoren is dat uitgesteld tot oktober. Dat betekent dat in het najaar duidelijk wordt welke straffen geëist worden en of de rechtbank verdachten gaat veroordelen.
De advocaat van de twee verdachten wiens zaak maandag werd behandeld door de rechtbank, de 23-jarige Giovanni D. en de 22-jarige Jermain D., vindt dat de Delftse broers niet de dupe mogen worden van deze vertraging. Hij vroeg daarom de rechtbank maandag om beide verdachten te schorsen uit voorarrest. Dat weigerde de rechtbank.
'Het gaat hier om een ernstig feit: iemand leeft niet meer', zei de rechter. Alleen bij zogeheten zware persoonlijke omstandigheden kan dan de voorlopige hechtenis van een verdachte worden onderbroken, maar daarvan is volgens de rechter bij de Delftse broers geen sprake. Ook zijn er voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat de broers betrokken zijn bij Myrons dood.