'Grote groep moslims wordt volledig over het hoofd gezien', Leidse universiteit onderzoekt toekomst

Leerlingen op een islamitische school
Leerlingen op een islamitische school © ANP
LEIDEN - Niet vanuit de wetenschap beredeneerd, maar vanuit de mensen zelf. Zo gaat hoogleraar Maurits Berger onderzoek doen naar de toekomst van moslims in Europa. Die aanpak klinkt misschien heel logisch, maar meestal gaat het anders, zegt hij. Waarom kiest de professor voor deze opzet? En wat wil hij precies weten en waarom? Wij spraken met Berger, hoogleraar Islam en het Westen aan de Universiteit Leiden.

Wat maakt uw onderzoek zo anders?

'Ik wil het niet meer hebben over alles wat er nu fout gaat, ik wil het hebben over wat mensen en met name moslims willen in de toekomst. Hoe zien zij hun toekomst in Europa? En welke rol speelt de islam erbij? Op deze manier wordt het optimistischer en creatiever. Dan gaan we iets maken, iets bouwen. De moslims die ik dit heb voorgelegd, reageren heel enthousiast. Verder is bijzonder aan dit project dat ik dit niet in mijn eentje ga bedenken als witte professor in Leiden, want ik weet het zelf niet. Daarom ga ik het samen doen met allerlei mensen. Dat is een nieuwe vorm van onderzoek, citizen science. Dat betekent dat je met mensen uit de maatschappij, met burgers samen, probeert een onderzoek op te tuigen. Ieder naar zijn eigen kunnen. En ook daar worden met name moslims erg enthousiast van. Eén van de problemen die ze hebben met de wetenschap is dat wetenschappers hen eindeloos interviewen en leeg laten lopen. Daarna maken ze een film of een boekje, en dan is het weer klaar. Ze zeggen: wij doen er dan allemaal moeite voor, voor de ander, maar zelf merken we er helemaal niks van.'

Mensen kunnen dus actief meedoen, hoe werkt dat dan?

'Ik richt me nu vooral op studenten. Je hebt een Europese moslim-studentenvereniging en een Nederlandse. Die zijn allebei enthousiast. Dan gaan we samen bedenken wat we gaan doen. De eerste vraag is: wat zijn onderwerpen die jullie enorm bezighouden. Is dat gezonde voeding? Is het klimaat, de groene islam? Is het rechtspraak? Het soefisme, de mystieke islam? Zeg het maar. Ik heb niet van tevoren bedacht wat we gaan doen en hoe. Dat moeten we in overleg gaan bedenken. Dus stap één die ik nu heb gezet, is via social media Europa-breed de vraag uitgezet: wat zijn onderwerpen die jullie interessant vinden, willen jullie meedenken en meedoen? En van daaruit daar gaan we dan weer verder. Dit is voor mij de echte wetenschap. Ik word gedreven door nieuwsgierigheid, ik weet nog niet wat er gaat gebeuren.'

Dat klinkt wel heel positief allemaal, is er dan geen bias? Dus dat u met een vooroordeel aan dit onderzoek begint?

'Ik zeg niet dat ik een positieve insteek heb, maar ik merk wel dat het met deze insteek vanzelf positiever wordt. Er gebeuren genoeg dingen rondom de islam en moslims die vervelend en verontrustend zijn. Daar zijn al heel veel collega's mee bezig. Ik zie in mijn collegezalen hele grote groepen studenten, ook daarbuiten, voor wie islam belangrijk is. Die proberen voor zichzelf een toekomst te bouwen in Europa. Deze mensen worden volledig over het hoofd gezien, terwijl dat een hele grote groep is. Ik wil weten hoe zij dingen zien en waar ze naartoe willen. Mensen die Europa willen opblazen, die zullen niet mee doen aan mijn onderzoek, nee.'

Moeten we niet juist af van al die hokjes? Er zijn toch veel meer jongeren die zich zorgen maken om het klimaat of over voeding, dan alleen moslims?

'Natuurlijk. Maar ik stel er één extra vraag bij: in hoeverre de islam daar dan een rol bij speelt. Want dat is mijn vakgebied. Als zij zeggen: islam heeft er niks mee te maken, we moeten het klimaat gewoon gaan redden, ja oké. Maar er zit wel echt een verschil in. Allerlei islamitische geleerden denken al meer dan 30 jaar na over het klimaat, op zo'n manier dat klimatologen ook zeggen: dat is een interessante manier van kijken, zo hadden we er nog nooit naar gekeken. Dat is wel heel erg bruikbaar voor die deskundigen. Of ik daar een voorbeeld van kan noemen? Nou, we weten bijvoorbeeld allemaal dat je geen bomen om moet hakken en geen vlees meer moet eten als je het klimaat wilt redden. Maar dat heeft ook gevolgen. Zoals: wat moeten de mensen die daar van leven dan gaan doen? Dan kom je van klimaat in ecologie, en dan in economie en dan weer in bestuur terecht, of in man-vrouw verhoudingen. Dat zijn voor ons in het westen allemaal verschillende werelden, maar in de islam hangt dat allemaal samen op een heel natuurlijke manier. Dat is precies wat in die hele klimaatbeweging wordt gezocht, waar zit de samenhang? In de islam gebeurt dat dus al een stuk meer. Het is interessant om er met een andere benadering naar te kijken, misschien heeft de rest daar ook iets aan.'
Maurits Berger
Maurits Berger © Universiteit Leiden/Pim Rusch Fotografie

Ander puntje… Dé moslim bestaat toch helemaal niet? Je hebt verschillende stromingen en niet iedereen is even gelovig. Is dat niet lastig bij zo'n onderzoek?

'Dat laat ik helemaal open, dat moeten mensen echt zelf invullen. Ik heb ook een aantal promovendi die zich met dit soort onderwerpen bezighouden. Daar zit een zeer streng gelovig iemand tussen en iemand die daar juist niks mee heeft. Maar die noemen zich allebei moslim. Die verschillen neem ik wel mee in het onderzoek. Maar het is vooral leuk dat die mensen die elkaar normaal gesproken niet zo snel zouden ontmoeten of misschien zelfs niet zouden pruimen, nu wel bezig zijn met hetzelfde onderwerp.'

Hoeveel mensen in hoeveel landen wilt u laten meedoen?

'Ik doe heel Europa. Ik gooi mijn net uit en kijk wat erin komt. Ik wil nu geen targetsen dat soort dingen. Dus hoeveel mensen, tja, dat weet ik dus niet. Ik laat mij leiden door mijn nieuwsgierigheid. Einstein zei het als: als we al wisten wat we onderzoeken, dan heet het geen onderzoek meer. Ja… Veel collega's worden hier nerveus van. Wat ga je doen Maurits, vragen ze. Hoeveel, wanneer? Nou, dat weet ik allemaal niet hoor. Ik doe het stap voor stap. Daardoor word ik ook ineens gebeld door allerlei clubs en organisaties waar ik nog nooit van had gehoord. Zoals een klimaatorganisatie in Londen en dus die club van Europese moslimstudenten.'

Maar weet u al wel wat u ermee wilt bereiken?

'Mijn vakgebied is islam en het westen. Ik ben benieuwd wat moslims en hun islam doen. Tot nu toe ging dat altijd over dingen die fout gingen. Radicalisme, salafisme (streng gelovige stroming, wordt soms ook gezien als extremistisch, red.), allemaal vervelende dingen. Terwijl ik weet en zie dat de meeste moslims met hele andere dingen bezig zijn. Maar daar wordt weinig onderzoek naar gedaan. Waarmee zijn ze dan bezig? Nou, moslims zeggen: ik woon in Europa, ik ben Europeaan, maar ik ben wel moslim en de islam is belangrijk voor mij. Dat lijkt voor sommige mensen met elkaar in tegenspraak. Dus leg dat maar eens uit: hoe werkt dat dan? Dat wil ik onderzoeken.'

Bij sommige mensen schieten er wellicht vlekken in hun nek door uw onderzoek. Omdat ze het zullen zien als soft geneuzel, niet wetenschappelijk… Hoe kijkt u daarnaar?

'Laat ze maar langskomen, dan leg ik het uit. Nadenken over de toekomst, dat vind ik één van de belangrijkste taken die wetenschappers zouden moeten hebben. Daar kan toch niemand tegen zijn? Sterker nog: ik zou willen dat het meer gebeurde. Het grappige is dat we nadenken over de toekomst eigenlijk alleen in de technologie doen. Maar ik wil het doen met de mensen. Laten we eens vooruit denken. De mensen die zich zorgen maken over de islam en moslims in Europa zouden met zo'n onderzoek juist blij moeten zijn. Want dit gaat dus over moslims die er iets van willen maken.'

Maar u zei het net zelf al: de groep die dat niet wil, die bereikt u niet met uw onderzoek. Is dat niet onhandig?

'Die wordt al afgedekt door ik weet niet veel hoeveel collega's. Die doen uitentreuren onderzoek daarnaar. De AIVD en NCTV zitten er bovenop, terreurdeskundigen, islamologen, antropologen, radicaliseringsdeskundigen. Hele volksstammen houden zich bezig met die kleine club moslims die niet wil meedoen. Nou, die club is dus in goede handen. Al dat onderzoek daarnaar, ik vind het prima. Maar er is meer, veel meer. Misschien worden de sceptici straks wel gerustgesteld: als er zoveel mensen bezig zijn die er wel iets van willen maken, dan kan het misschien nog wel eens meevallen. Maar nu loop ik op de zaken vooruit.'

Daarover gesproken, uw onderzoeksvragen zijn dus nog niet vastomlijnd. Maar weet u al wel wanneer het onderzoek klaar is?

'Er is geen einddatum, denk ik. Maar ik vind wel dat het bij onderzoek hoort dat je de samenleving om de zoveel tijd iets laat zien, want die betaalt mij. Over een jaar of twee moeten er echt wel dingen gaan komen. Een podcast, een artikel, een vreselijk ingewikkeld wetenschappelijk boek, wie weet. Als de maatschappij mijn werkgever is, en zo zie ik dat stiekem wel, dan moet ik ook met enige regelmaat rapporteren. Dat ga ik zeker doen.'

Nog even over die werkgever. Uw leerstoel wordt betaald door Oman, een niet onomstreden regime. Daarover klonk al vaker kritiek. Wordt u daar moe van?

'Nee hoor, dat begrijp ik helemaal. De sultan heeft geld gegeven aan de Universiteit Leiden, dáár sta ik op de payroll. Niet bij hem. Ik hoef mij ook niet te verantwoorden aan hem voor wat ik allemaal doe. Ik kan toch ook geen wetenschapper zijn als je je naar de luim van een bepaald iemand moet gaan gedragen.'

Maar toch, het blijft omstreden hoe ze daar te werk gaan. Of niet?

'Dat weet ik, ja. Maar de sultan heeft in 2006 eenmalig een trustfund geschonken aan Leiden. Uit de opbrengst daarvan wordt de leerstoel betaald. Toen ze dat geld gaven waren ze niet zo omstreden, nu inderdaad iets meer. Maar ik zie dat vooral als iets waar de Universiteit Leiden mee te maken heeft. Want die betalen uiteindelijk mijn salaris.'
Reactie Universiteit Leiden op het geld uit Oman: De leerstoel is ingesteld op initiatief van de Sultan van Oman, wijlen Sultan Qaboos bin Said. Bij aanvaarding van de schenking en de instelling van de leerstoel in 2007 gold het Sultanaat Oman als relatief vrije, vooruitstrevende staat in het Midden-Oosten. De leerstoel is toen ondergebracht bij (destijds nog) de Faculteit Godsdienstwetenschappen van de Universiteit Leiden, om met name invulling te geven aan de studie van de Islam in West-Europa. De universiteit vond het belangrijk om hiernaar onderzoek te doen vanwege de vele initiatieven destijds op het gebied van de studie van de islam in het westen in Leiden. De donor van de Sultan of Oman Chair of Oriental Studies, heeft – zo is destijds bepaald – geen enkele inspraak in de sollicitatieprocedure noch op de benoeming, en nadrukkelijk ook niet op de activiteiten van de hierop benoemde hoogleraar, dus ook niet op het onderzoek en het onderwijs van de leerstoelhouder.