Ronald Snijders wint Boy Edgarprijs: 'Muziek geeft hoop en maakt blij, zelfs als mensen overlijden'

Fluitist Ronald Snijders (r) tijdens North Sea Jazz Downtown
Fluitist Ronald Snijders (r) tijdens North Sea Jazz Downtown © ANP
DELFT - 'Deze nakomeling van een Afrikaanse slaaf heeft de belangrijkste jazzprijs van Nederland gewonnen.' Zo blij als een kind is fluitist, componist en bandleider Ronald Snijders (71) met de toekenning van de Boy Edgarprijs. Met zijn armen en zijn dwarsfluit in de lucht, wordt hij toegejuicht door het publiek in de concertzaal van Amare in Den Haag: 'Ronald! Ronald! Ronald!' Hij ziet de prijs niet alleen als erkenning voor zijn muziek, maar ook voor die van Kaseko, de Surinaamse jazzmuziek waarmee hij door Nederland toert.
Tijdens het interview bij hem thuis verschijnt regelmatig een grote glimlach op het gezicht van de sympathieke Delftenaar. Rijk, in de zin van een fortuin verdienen, is hij niet geworden van de muziek. Toch noemt hij zichzelf een rijk mens: 'Je wordt niet rijk in je portemonnee, maar je wordt rijk in je geest. Ik ben vrij. Ik ben in balans. Ik heb een heel oeuvre van albums uitgebracht, zestig! Ik heb een biografie geschreven over mijn vader. Ik heb een studie aan de universiteit afgerond.'
Winnaar Boy Edgarprijs: 'De muziek die ik maak is verre van eenvoudig, maar waarom mag het niet swingen?'
Voor Snijders is het duidelijk dat er meer is dan alleen geld. Hij heeft zijn familie en verkeert in een uitstekende gezondheid: 'Waarom moest ik ook nog miljonair zijn geworden? Met heel veel miljonairs loopt het verkeerd af. Michael Jackson, Whitney Houston... ik zou bijna willen zeggen: ik ben godzijdank geen miljonair, zodat ik met mijn voeten op aarde heb kunnen leven en nooit aan de drank of drugs ben gegaan.'

TU Delft

Ronald Snijders emigreert in september 1970 vanuit Suriname naar Delft om daar weg- en waterbouw te studeren aan de Technische Universiteit (TU Delft). Maar na vijf jaar studie, en met nog één jaar te gaan, kiest hij voor een onzekere toekomst in de muziek. 'Mijn moeder vond het jammer, want die wilde liever dat ik ingenieur (ir.) zou worden. Maar ik ben later wel doctorandus (drs.) geworden, want ik heb muziekwetenschap gedaan en ben afgestudeerd op Surinaamse kaseko-muziek (Snijders is etnomusicoloog, red.). Toen was ze toch blij.'
De keuze voor de muziek komt niet onverwacht, want in 1973 ontvangt een jonge Snijders al de persprijs tijdens het NOS/Laren Jazz Festival uit handen van juryvoorzitter Boy Edgar. Met de toekenning van de Boy Edgarprijs, die hij aankomende 7 december ontvangt, is de cirkel voor hem nu rond. 'Boy Edgar zei toen: Ronald Snijders heeft extreem vakmanschap en creativiteit.' De vader van Ronald Snijders heet ook Edgar van zijn achternaam: Richenel Edgar. 'Om die twee redenen heeft die prijs een bijna anekdotische en historische waarde voor mij.'
Ronald Snijders
Ronald Snijders © ANP

Vader

Met warme gevoelens praat Ronald Snijders over zijn vader, beter bekend als Eddy Snijders: 'Ik ben door hem positief beïnvloed in mijn muziek. Met name de diversiteit. Begrippen als inclusie zaten al in die man. Hij heeft heel veel andere muzikanten beïnvloed. Zo ook mij. Hij was een grote fan van mij. En ik van hem. Hij was de eerste die Surinaamse muziek begon te componeren en arrangeren voor de Koninklijke Militaire Kapel.'
In die tijd werd Surinaamse muziek volgens Snijders als minderwaardig gezien. Niet alleen door de Europeanen, maar ook door de Surinamers zelf. 'In een stukje slavernijtrauma werd er neergekeken op de eigen culturele uiting. Mijn vader heeft het als één van de eersten positief bovenaan de muzikale agenda gezet.'

Waarzegster

Snijders is niet verrast dat hij de Boy Edgarprijs nu pas krijgt. In 1983 was hem een grote prijs voorspeld. 'Ik was in de Verenigde Staten toen ik voor de grap naar een waarzegster ging. Ze kende me niet maar zei: I see only music, je bent bekend, je gaat bekend blijven en op hogere leeftijd ga je nog veel bekender worden. Dat moment is nu aangekomen met zo'n nationale prijs.'
Die erkenning komt volgens hem ook niet te laat. 'Alles komt op z'n tijd. Ik heb al die jaren ontzettend veel plezier gehad. Ik heb me goed ontwikkeld. Ik heb hele leuke mensen die ik ken, die me waarderen. Niets is te laat. Het leven is geen wedstrijd, we gaan allemaal dood. Het gaat erom dat je op een balansvolle manier je leven leeft.'
Ronald Snijders was de man achter de muziek van De Ver Van Mijn Bed Show
Ronald Snijders was de man achter de muziek van De Ver Van Mijn Bed Show © ANP

Muziekpapier

Aan de Boy Edgarprijs is een bedrag van 25.000 euro verbonden, die hem goed van pas komt: 'Allereerst een klein feestje met mijn familie. Maar ik wil er muziekpapier mee kopen, om nog meer muziek te componeren. Verder wil ik een studiereis maken in het Caribisch gebied, naar Caribische muziek. Misschien Brazilië, maar dat weet ik nog niet. En als aanvulling op mijn AOW is het heel welkom.'
Als etnomusicoloog is Ronald Snijders pleitbezorger van de Surinaamse kaseko-muziek, een combinatie van Afrikaanse, Calypso en Latijns-Amerikaanse muziek. 'Mensen denken snel dat muziek die swingt maar een beetje primitief is, maar dat is niet waar. De muziek die ik maak is verre van eenvoudig, maar het mag swingen. Waarom mag het niet swingen? Jazz swingt ook.'

Rembrandt en Van Gogh

Snijders houdt van Nederland, maar vindt het jammer dat het heel erg gericht is op Amerikaanse muziek. 'Muziek uit Zuid-Afrika, Thailand of Argentinië kan net zo prachtig zijn. Je moet je openstellen en dat heeft mijn vader me geleerd. Hij gaf alles een kans. We moeten af van het westers denken. Het is een gewoonte geworden om nooit een Surinaams nummer te draaien op de radio. Wel Bruce Springsteen en The Beatles. Waarom niet Surinaams? Is die muziek niet goed?'
Zo betreurt hij ook de bezuinigingen op de culturele sector van de afgelopen jaren. 'Ze snappen het niet. You can't switch music of. Kunst draagt heel veel bij aan de waarde van een land. Ga na wat wij te danken hebben aan schilders Rembrandt van Rijn en Vincent van Gogh. Ik heb heel veel mensen gelukkig gemaakt met mijn muziek. Muzikanten hebben sinds de oudheid de status van priesters gehad. Daarom is het zo jammer dat tijdens de coronacrisis de muziek zo opzij is gezet door de regering. Ze snappen er helemaal niks van. Ze zouden het juist moeten opvoeren. Want muziek geeft hoop, maakt mensen blij. Bij een geboorte, een bruiloft, als iemand geslaagd is: er is muziek. Zelfs als mensen overlijden. Muziek verbindt.'