Is Gouda wel écht jarig? Officiële document stadsrechten is er niet meer

GOUDA - Wie jarig is trakteert: daarom is er voor iedereen in Gouda op 19 juli ijs op de Markt. Er zou een reuzentaart van de gezamenlijke Goudse bakkers worden aangesneden. Vanwege het warme weer is dat verplaatst naar het slotfeest in september. Of het nu ijs is of taart, Gouda viert op 19 juli dat het in 1272 stadsrechten kreeg van graaf Floris V. Dat er bij die datum vraagtekens te zetten zijn, mag de pret niet drukken. Zijn gigantische naamgenoot komt in elk geval gewoon naar het centrum.
Om maar met de deur in huis te vallen: het perkamenten bewijs dat de graaf Gouda juist op deze datum stadsrechten verleende, is er niet meer. 'Dat we toch van deze dag uitgaan, heeft te maken met een Vidimus (latijn voor: wij hebben gezien). Een middeleeuwse kopie zeg maar, waarin bisschop Jan van Utrecht verklaart het document ooit gezien te hebben en te weten wat er in staat', zegt Coretta Bakker, directeur van het Streekarchief Midden Holland (SAMH), waar de Vidimus bewaard wordt.
Ergens tussen 1272 en 1335 is het officiële document verloren gegaan. Brand? Slordigheid? Opzet? 'We weten het niet', zegt Bakker. 'Dat was een probleem, want je moest wel fysiek kunnen bewijzen dat je stadsrechten had. In 1335 zijn de Gouwenaars naar de bisschop gegaan voor een Vidimus, want alleen een man van aanzien kan zoiets maken. Dankzij het zegel van de bisschop heeft het dezelfde juridische waarde als het oorspronkelijke document.'

Win-winsituatie

Stadsrechten werden vooral om financiële redenen gegeven: de burgers mochten markten houden en tolgeld heffen, waarvan een deel naar de graaf ging. Die kreeg zo ook het recht om manschappen te ronselen in tijden van oorlog. Het was een win-winsituatie, want stadsbewoners (poorters) kregen meer vrijheden en vielen onder een andere (mildere) rechtspraak dan voorheen.
Onbekend is of de plechtigheid in Gouda was, of in Den Haag. Sommige historici zetten vraagtekens bij de geldigheid van de Goudse stadsrechten, omdat de stad op het moment van overhandigen nog onder de bisschop van Utrecht viel. Floris strooide er in elk geval kwistig mee in zijn korte leven (hij werd vermoord toen hij 42 was): ook Schoonhoven, Oudewater en Vlaardingen kregen van hem hun stadsrechten.

Stadsrechten mogelijk al eerder in Gouda

Er zijn ook mensen die denken dat de stadsrechten al eerder waren verleend, zoals Henk Jan Sprokholt van de Historische Vereniging Die Goude. Volgens hem zou Dirk van der Goude, de heer van Gouda, ergens tussen 1230 en 1250 stadsrechten van Floris hebben gekregen, als dank voor zijn hulp aan de graaf. 'Wat we dit jaar vieren, zijn dus de tweede, uitgebreidere stadsrechten. De oudste zijn verloren gegaan', zei hij eerder dit jaar in een voordracht bij Die Goude. 
Stadsrechten zijn iets typisch middeleeuws. Steden van nu (bijvoorbeeld Almere) krijgen geen stadsrechten meer, maar zijn wel een stad. Een stad is, in tegenstelling tot een dorp, vaak een grotere plaats waar mensen wonen, gelegen aan grotere verkeerswegen en met een eigen bestuurs- en verzorgingsstructuur. Al zijn er ook steden met het uiterlijk van een dorp, zoals Haastrecht en Oudewater.
Floris V was 18 jaar toen hij de Goudse oorkonde in 1272 overhandigd aan heer Nicolaas van Cats, een van zijn belangrijkste edelen. Die was toen voogd van de 8-jarige Sophie van der Goude, dochter van Dirk erfgenaam van het adellijke Van der Gouda-geslacht. De burgers van Gouda kregen vrijheid van tolbetaling voor het hele graafschap van Holland en Zeeland. Voor het gemak bepaalde Floris verder dat de burgers dezelfde rechten zullen bezitten als de poorters van Leiden. Bij onduidelijkheden kon men het Leidse bestuur raadplegen! Als de graaf van Holland op veldtocht ging, moesten vijf mannen, uitgerust op kosten van de stad Gouda, de graaf militair bijstaan. Bij het verlenen van stadsrechten werden voor bewoners ook allerlei andere rechten officieel, zoals burgerschap, het doen van rechtsspraak en vrijheid van geloof. Het plechtige moment van de overhandiging wordt iedere twee minuten over het half en hele uur door poppen uitgebeeld aan de zijkant van het Stadhuis. Een geschenk uit 1961 van verzekeraar Geert Bouwmeester. Overigens is die overhandiging mogelijk in Den Haag geweest en niet in Gouda.
De Gouwenaars van nu weten vooral dat er dinsdag gratis ijs is op de Markt. De lokaal wereldberoemde ijscowagens van David’s Gelato, Opa Antonio en Fraciolato staan om 10.00 uur voor het Goudse stadhuis, net als de mobiele koffiebus van Kruim. De eerste ijsjes worden uitgedeeld door kinderwethouder Milou van Rooijen (cultuur en onderwijs) en burgemeester Pieter Verhoeve in aanwezigheid van Gigant Graaf Floris V van Holland.
Wie op de 19 juli verjaart, wacht een speciaal welkom. En na ijs is er feestmuziek door een gelegenheidsorkest van De Pionier en st. Caecilia: zij spelen onder meer het feestlied ‘Gouda gaat nooit voorbij’. Daarna kan iedereen gratis het museum in: de hele feestdag is de dubbeltentoonstelling Beleef het Wonder van Gouda gratis te zien. De zestiende-eeuwse kunstschatten in de Sint-Janskerk en in Museum Gouda zijn die dag ook nog eens langer te bewonderen, niet tot 17.00 uur, maar tot 21.00 uur.

Cupcakes rondbrengen

Intussen gaat de Arriva Feestbus de wijken in om bijna 5000 'Gouda750' cupcakes rond te brengen bij zorginstellingen, woonvormen/dagbestedingen, het Groene Hart Ziekenhuis en buurthuizen. De cakejes zijn gemaakt door kwetsbare Gouwenaars en stadgenoten met een beperking, die werken bij ’t Lichtpunt Midden-Holland en Brownies&downieS.