Griekse lavastenen moeten bodem minder snel laten zakken

De Yalibims die in de bodem zitten
De Yalibims die in de bodem zitten © Vincent Basler Fotografie
OUDERKERK AAN DEN IJSSEL - Een vulkanisch gesteente in plaats van zand. Het zou mogelijk uitkomst kunnen bieden tegen verzakkende straten als gevolg van bodemdaling. In verschillende gemeenten, waaronder Ouderkerk aan den IJssel, wordt een proef gedaan met het vulkanisch materiaal.
Bodemdaling is een probleem in flinke delen van Nederland. Zo ook in de Krimpenerwaard, dat bijna volledig uit veen en klei bestaat. In tegenstelling tot stevige zandbodems, zoals op de Veluwe, zullen de veen- en kleilagen inklinken wanneer je hier zware dingen op bouwt. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij aanleg van wegen, riool, kabels en leidingen, maar ook bij de bouw van woningen.
'Je kan de bodem vergelijken met een natte spons. Leg je hier een baksteen op, dan wordt al het water uit de spons geperst en zal de spons worden ingedrukt', legt Arend van Woerden, projectleider van het overkoepelende onderzoeksproject, uit. De schade aan wegen is dusdanig hoog dat in sommige gebieden de openbare ruimte een keer in de 10 tot 20 jaar volledig moet worden vervangen. 'Dit terwijl vergelijkbare constructies op zandbodems 60 jaar meekunnen.'

Griekse lavastenen in bodem

De Heemraadsweg in Ouderkerk aan den IJssel is onlangs opgehoogd op een innovatieve manier, namelijk met yalibims. Dat zijn lavastenen die van het Griekse eiland Gyali komen. 'De lavastenen ontstaan doordat lava is afgekoeld en tijdens het afkoelproces zijn er luchtbellen in de steentjes blijven zitten. Daardoor zijn de stenen heel licht en kan het goed worden gebruikt als ophoogmateriaal', legt Madelon van der Kemp, projectleider bodemdalingsproef Ouderkerk aan den IJssel, uit.
Het werk aan de Heemraadsweg maakt deel uit van een groter project. Op meerdere plekken in het Groene Hart worden wegen opgeknapt. Onder ieder weggedeelte worden innovatieve lichtgewicht ophoogmaterialen, zoals de lavastenen in Ouderkerk, toegepast.

Meerdere proefvakken

'Van de proef zelf zie je niet veel', vervolgt Van Woerden. Op de locatie in Ouderkerk zie je alleen een put. In de put zit meetapparatuur. 'We willen nauwkeurig kunnen meten wat dit nieuwe materiaal in de ondergrond doet. Er wordt op verschillende hoogtes bij ieder proefvak gemeten wat de bodemdaling is.'
Daarnaast wordt er ook in de lengte en via satellieten gemeten. Dat wordt niet alleen op de locatie van de proef gedaan, maar in de hele wijk. 'Dan kunnen we ook zien dat het op deze locatie zoveel zakt, maar hoe is dat iets verderop? Al die gecombineerde resultaten daar kunnen we later conclusies uittrekken', meldt de projectleider.

Er zijn meerdere proeflocaties door de regio waar er met verschillende materialen wordt geëxperimenteerd:

  • Wilgentenen (takkenbossen van wilgen), gemeente Bodegraven Reeuwijk
  • Schuimglas (restproduct uit de glasrecycling), gemeente Alphen aan den Rijn
  • EPS (piepschuim), gemeente Woerden en Alphen aan den Rijn
  • BIMS (een vulkanisch gesteente), gemeente Krimpen aan den IJssel, Krimpenerwaard en Woerden
  • Flugzand (vulkanisch zand), gemeente Alphen aan den Rijn
  • Plastic Road (modulaire weg van gerecycled plastic), gemeente Gouda

Veel geld besparen

De gemeente is gemiddeld 10 tot 15 procent van haar budget kwijt aan de openbare ruimte. 'We hebben het dan over serieuze bedragen', zegt Van Woerden. 'Dusdanig hoog dat sommige gemeenten moeite hebben op hun begroting op orde te houden. Het veranderende klimaat kan het bodemdalingsproces versnellen en vergroot daarmee de opgaaf voor deze gemeenten.'
'Bij deze proef leren we dus over hoe de bodem precies zakt en welke materialen het beste zijn voor een locatie. Als we precies weten op welke locatie we een bepaald materiaal het best kunnen toepassen, dan besparen we enorm veel geld met zijn allen', aldus Van Woerden.