Spoorloos verdwenen portret vermoorde Pisuisse terug in Kurhaus

Het portret van Pisuisse
Het portret van Pisuisse © Venduehuis Den Haag
DEN HAAG - Een meer dan levensgroot portret van de in 1927 vermoorde zanger-cabaretier Jean-Louis Pisuisse krijgt weer een ereplaats in het Kurhaus op Scheveningen. Kort na zijn dood is het geschilderd door de minstens zo bekende meestervervalser Han van Meegeren. Waarschijnlijk tot een jaar of vijftig geleden hing het immense werk in een van de galerijen. Dit jaar zou het worden geveild, maar op het allerlaatste moment is dat voorkomen. 'We zijn het schilderij nu aan het schoonmaken en restaureren,' zegt kunsthistorica Louise de Blécourt. 'Ik denk dat we het begin december kunnen onthullen.'
Pisuisse was een uit Zeeland afkomstige cabaretier die in zijn tijd tot de absolute top van het Nederlandse amusement behoorde. Aanvankelijk werkte hij als journalist in Amsterdam, maar rond 1908 ging hij zich op muziek en het theater richten.
Vanaf 1912 verzorgde hij met zijn zogeheten 'vroolijke kameraden' populaire cabaretprogramma’s in de Kurhaus Bar. Dat was een knus, houten theater op het toenmalige voorplein van het chique hotel op Scheveningen. Pisuisse toerde ook door voormalig Nederlands-Indië en oogstte veel succes met het in 1917 uitgebrachte lied 'Mensch durf te leven'.

Vermoord door tenor uit Groningen

In 1927 trad hij voor de derde keer in het huwelijk. Dit keer met de Vlaamse zangeres Jenny Gilliams. Daarna ging het paar aan de Johan van Oldenbarneveltlaan 62 in het Haagse Statenkwartier wonen, totdat een vroegere affaire van Gilliams met de Groningse tenor (en oud-kapper) Tjakko Kuiper alsnog een fatale afloop kende.
Kuiper kon het kwijtraken van zijn geliefde niet verkroppen en wachtte op een zaterdagavond in 1927 het echtpaar op het Rembrandtplein in Amsterdam op. Kuiper schoot Jean-Louis en Jenny in koelen bloede dood en pleegde daarna zelfmoord.
Jean-Louis Pisuisse met zijn latere vrouw Jenny Gilliams
Jean-Louis Pisuisse met zijn latere vrouw Jenny Gilliams © Spaarnestad Photo / collectie Nationaal Archief
Dat het hele land in shock was, laat zich raden. Het weekblad Mondain Den Haag besloot al snel tot een eerbetoon in de vorm van een portret van maar liefst 2,26 bij 1,31 meter. Als vriend van Pisuisse bood kunstschilder Han – hij noemde zich toen nog Hans – van Meegeren aan om deze klus voor zijn rekening te nemen.
Later zou Van Meegeren bekend worden van zijn nauwelijks van echt te onderscheiden vervalsingen van meesterwerken, maar ook in die tijd toonde hij zich al een zeer bedreven kunstenaar. 'Het is alsof Pisuisse net heeft opgetreden en de coulissen in loopt,' zegt kunsthistorica De Blécourt over het doek.

Rode en gele lampen

Als conservator beheert zij de kunstcollectie van de Amrâth Hotelgroep, waartoe ook het Kurhaus behoort. 'Op de achtergrond schijnen nog de rode en gele lampen van het toneel,' vertelt ze. 'Aan Pisuisses gelaatsuitdrukking met de tevreden glimlach zie je dat het een succesvolle avond is geweest.'
Louise de Blécourt kan het slechts illustreren aan de hand van foto's, want het schilderij staat bij een restaurateur in Leiden. Sowieso zullen velen het niet of nauwelijks herkennen, aangezien het tientallen jaren ergens stond opgeslagen.
Manifestatie 'Kurhaus Ahoy', een protest van artiesten tegen de sloop van het Kurhaus
Manifestatie 'Kurhaus Ahoy', een protest van artiesten tegen de sloop van het Kurhaus © ANP
Vermoedelijk had dit te maken met de veiling van de complete inventaris van het Kurhaus in november 1973. Nadat het majestueuze hotel in die periode eerst dreigde te worden gesloopt, was besloten om het hoofdgebouw met de Kurzaal te laten staan en alleen beide vleugels te vervangen.
Een verslaggever van NRC Handelsblad ging langs bij de kijkdagen, bekeek de boedel en schreef vol verbazing in zijn artikel dat 'het bekende, enorme portret van Pisuisse is verdwenen'. De verklaring hiervan kan zijn dat een betrokkene van het Kurhaus het schilderij had weggehaald en stilletjes naar een veilige plek heeft gebracht. Op die manier wilde deze persoon het waarschijnlijk redden.

Op de schop

De badplaats ging intussen op de schop en nieuwe eigenaren maakten hun opwachting. Namens hen ging het in 1973 opgerichte Beheerskantoor Scheveningen (BKS) als beheerder van het Kurhaus, het Circustheater, het toenmalige Golfslagbad, de Pier, de boulevard en het strand optreden.
Later is het BKS de beheerder geworden van een groot aantal appartementen, winkels en andere bedrijfsruimten. Ook was het bedrijf de eigenaar van drie grote openbare parkeergarages in de badplaats: Parking Kurhaus, Parking Nieuwe Parklaan en de megagarage aan de Zwolsestraat.
Zonaanbidders op Scheveningen in de jaren 70
Zonaanbidders op Scheveningen in de jaren 70 © ANP
Maar dit jaar is ook voor het BKS het doek gevallen. De garages werden verkocht aan Apcoa, de overige activiteiten zijn door andere partijen overgenomen. Bij de afwikkeling stuitte BKS-directeur Myrna van den Oever op het schilderij van Pisuisse dat in een opslagruimte stond. Omdat ze de achtergrond niet kende, besloot ze het via het Venduehuis te laten veilen.
Tot haar verbazing ontdekte Van den Oever een week later een krantenartikel uit juli 1928. Daarin stond hoe het doek die maand in het Kurhaus was onthuld. Ook vond ze enkele oude foto’s waarop is te zien dat het in een van de foyers heeft gehangen. 'Ik heb Giovanni van Eijl, de eigenaar van het Kurhaus, benaderd of hij interesse had,' vertelt Myrna van den Oever. 'Hij was meteen enthousiast.' Het leidde ertoe dat ze het doek uit de veiling haalde.
Dronefoto van het Kurhaus op Scheveningen
Dronefoto van het Kurhaus op Scheveningen © ANP
Het Venduehuis vond de ontdekking zo bijzonder, dat het niet alleen volop meewerkte, maar ook het transport voor zijn rekening heeft genomen. 'BKS heeft het schilderij in de staat waarin het verkeerde geschonken aan het Kurhaus. Dit draagt de kosten voor de restauratie,' aldus Van den Oever.
Ook andere stukken die tot het Kurhaus behoorden, zijn dankzij haar naar het hotel teruggegaan. Hiertoe behoren drie borstbeelden van oud-directeuren, foto’s, ingelijste prenten, boeken vol krantenknipsels, jaargangen met oude tijdschriften, een kast en een oude kluis. 'Daar zit niks meer in, hoor,' glimlacht Louise de Blécourt.

Niet op dezelfde plek

De kluis staat al als bezienswaardigheid in de Kurzaal. De bedoeling is dat ook zo veel mogelijk andere stukken straks een plaats krijgen waar iedereen ze kan bewonderen.
Het schilderij van Pisuisse komt in elk geval in de galerij waar het altijd heeft gehangen. 'Maar niet op exact dezelfde plek,' aldus De Blécourt. 'Want op basis van fotomateriaal vermoed ik dat dit de muur was waar zich nu een dubbele deur bevindt.'