Voorlopig onduidelijkheid over gevolgen weghalen kinderhartchirurgie uit LUMC

Kindercardioloog voert in LUMC een hartkatheterisatie uit bij een kind
Kindercardioloog voert in LUMC een hartkatheterisatie uit bij een kind © ANP
LEIDEN - Het duurt nog zeker tot december voordat duidelijk wordt wat de gevolgen zijn van het geplande weghalen van de kinderhartchirurgie uit het LUMC. Dat staat in een brief van gezondheidsminister Kuipers waar de vaste Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport komende week over praat. Het onderzoek zou oorspronkelijk deze maand klaar zijn.
Eind december vorig jaar besloot toenmalig minister Hugo de Jonge dat in de toekomst alleen gespecialiseerde operaties aan kinderharten uitgevoerd mogen worden in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en het Erasmus Medisch Centrum. Nu wordt dat ook gedaan in het LUMC in Leiden en het UMC Groningen.
Het besluit van De Jonge moest een einde maken aan een discussie die al zo'n dertig jaar wordt gevoerd. Maar het bleek juist de discussie aan te wakkeren. Vooral de ziekenhuizen in Leiden en Groningen waren boos. Er volgden handtekeningenacties en een pittig Kamerdebat.

Zorgautoriteit onderzoekt de impact

Tijdens het debat in februari dit jaar was er kritiek op de manier waarop De Jonge zijn besluit had genomen. Er ontbrak bijvoorbeeld een fatsoenlijk onderzoek naar de gevolgen voor de ziekenhuizen die dit specialisme niet meer mogen uitvoeren. Dat wordt een impactanalyse genoemd. De Nederlandse Zorgautoriteit werd gevraagd dit alsnog te doen. Voorlopig blijft het tot december onduidelijk wat er uit dat onderzoek komt.
Kritiek kwam er ook op de ziekenhuizen zelf. Kamerleden vonden dat er met modder werd gegooid. Tweede Kamerlid Joba van den Berg van het CDA zei: 'Ze vechten elkaar het kot uit, ongelofelijk!' Het LUMC is vooral boos omdat in Leiden nu zeer gespecialiseerde operaties worden gedaan. Soms worden kinderen al voor de geboorte, en dus in de baarmoeder, geopereerd. Dat gebeurt nergens anders.

Al 70 jaar operaties

Het LUMC heeft samen met het Universitair Medisch Centrum Amsterdam de organisatie Cahal opgericht. Dat is het centrum voor de behandeling van aangeboren hartafwijkingen. De kinderen worden in Leiden geholpen, de volwassenen in Amsterdam. Er wordt in dit centrum aan 'levensloop-geneeskunde' gedaan. Dat wil zeggen: als je als kind een hartafwijking hebt, kun je bij hetzelfde centrum onder behandeling blijven tot je als hoogbejaarde overlijdt.
Bovendien heeft Leiden zich de afgelopen tientallen jaren gespecialiseerd in de hulp aan kinderen met een hartafwijking. 'Dat doen we al 70 jaar', zegt het ziekenhuis. Specialisten zijn bang dat als die afdeling wordt weggehaald, er veel kennis en kunde verloren gaat. Het ministerie is echter van mening dat als je dit soort zeer specialistische ingrepen landelijk op maar één plek doet, chirurgen juist meer ervaring krijgen en dus beter worden, wat de zorg ten goede komt.
Nederland heeft zeven universitair medische centra: UMC Maastricht, Erasmus MC Rotterdam, LUMC Leiden, Amsterdam UMC (twee locaties), UMC Utrecht, Radboud in Nijmegen en UMC Groningen. Maastricht doet nauwelijks gecompliceerde hartingrepen omdat patiënten liever naar België of Duitsland gaan. Blijven over: Erasmus, LUMC, Amsterdam, Radboud, Groningen en Utrecht. Dat was teveel, vond de onafhankelijke commissie Lie in 2008. Die stelde voor om Erasmus, Groningen en Amsterdam open te houden. Hierop kwamen verschillende samenwerkingen tot stand. LUMC ging intensief samenwerken met Amsterdam, Radboud ging samenwerken met UMC Utrecht. Hierdoor ging de geplande sluiting van Utrecht en Radboud niet door in 2012. Maar Radboud uit Nijmegen zag in 2015 meer heil in een samenwerking met het Erasmus. Utrecht stond alleen en Groningen ook. Die twee ziekenhuizen gingen vervolgens ook samenwerken, tot Groningen aanhaakte bij het plan van de samenwerking met het Erasmus en Leiden/Amsterdam.

'Niet alleen kinderhartchirurgie verdwijnt'

Bij het LUMC zijn ze bang dat als de kinderhartchirurgie verdwijnt, ook andere afdelingen de dupe worden. 'Dat heeft bijvoorbeeld gevolgen voor de gespecialiseerde Kinder-Intensive Care en dat weer voor de kindertraumazorg die nodig is als een kindje onder een auto terechtkomt', zei LUMC-kindercardioloog Nico Blom eerder tegen Omroep West.
Het onderzoek van de NZa moet uitwijzen of dat ook daadwerkelijk zo is, maar het laat nu dus langer op zich wachten dan eerst gedacht. Daar zijn ze in Leiden niet rouwig om. 'Wij zijn blij met de zorgvuldigheid van de NZa en zien de uitkomst met veel vertrouwen tegemoet', laat een woordvoerder van het ziekenhuis weten.