Mervet voelt zich gediscrimineerd bij sollicitatie: 'Ben je bereid wat aan je hoofddoek te doen?'

Mervet ging in 2017 haar hoofddoek dragen
Mervet ging in 2017 haar hoofddoek dragen © privéfoto
DEN HAAG - De 26-jarige Mervet voelt zich gediscrimineerd tijdens een sollicitatiegesprek bij de rechtbank in Den Haag om haar hoofddoek. 'De persoon met wie ik sprak vroeg of ik bereid was om iets aan mijn hoofddoek te doen, mochten collega's daar een probleem mee hebben.' Het dragen van een hoofddoek in een zittingszaal is verboden, maar dat geldt niet voor de functie waar Mervet op gesolliciteerd had. De rechtbank zelf wil verder niet specifiek op deze zaak reageren, omdat een sollicitatieprocedure een privézaak betreft.
Mervet is student bestuurskunde en overheidsmanagement aan de Haagse Hogeschool en ondervond discriminatie aan den lijve. 'Ik solliciteerde bij de rechtbank als zittingsvoorbereider en het gesprek zelf ging echt top. Totdat de persoon die het stagegesprek afnam aan me vroeg of ik bereid was om iets aan mijn hoofddoek te doen, mochten mijn collega's daar een probleem mee hebben.'
'Daar schrok ik wel van', vervolgt ze. 'Ik maakte duidelijk dat niemand iets te zeggen heeft over wat ik aantrek, net zoals ik dat ook niet bij iemand anders hoef te doen.' Even later kreeg Mervet via het uitzendbureau te horen dat ze de baan niet kreeg. 'Terwijl ik daarvoor had begrepen dat ik qua ervaring het beste paste bij de functie, maar dat ze voor de formaliteit graag meerdere mensen wilde spreken. Daarna bleek dat ze iemand hadden aangenomen die helemaal niet aan de ervarings- of opleidingseisen voldeed.'

'Ik dacht dat Nederland wel wat opener was geworden'

Mervet koos er tot 2017 voor geen hoofddoek te dragen, precies om de reden waar ze nu zelf mee werd geconfronteerd. 'Mijn idee was: als je niet achteraan wilt lopen en in deze maatschappij wilt meedraaien, dan draag je hem niet, want je gooit er alleen maar je eigen glazen mee in.'
Maar dat begon toch te wringen, legt Mervet uit, die haar overtuiging om zich islamitisch te kleden langere tijd aan de kant schoof om het gevoel te krijgen in Nederlandse samenleving te passen. 'Het geloof is mijn grote houvast. Ik wilde graag mijn hoofddoek gaan dragen en dacht toen dat Nederland intussen wel wat opener was geworden, dat het niet uitmaakte wat je gelooft of wat je aan hebt. Maar dat was niet zo.'
Foto ter illustratie
Foto ter illustratie © ANP
Zo verliep haar loopbaan in de tijd dat ze geen hoofddoek droeg 'nagenoeg vlekkeloos'. 'Je zag wel dat ik buitenlands was, maar niet per se dat ik islamitisch was. Ik denk dat dat ook vaak de link is waar mensen een heel stereotype beeld bij hebben. Mensen denken nog steeds dat we allemaal probleemjongeren zijn en dan hebben ze zoiets van: als we deze in huis halen geeft dat alleen maar hoofdpijn en gedoe, daar hoeven we niet mee geassocieerd te worden'.
Het loslaten van dit beeld is dan ook lastig, constateert ze. 'Ik heb zelf het verschil gemerkt tussen wel een hoofddoek dragen en niet een hoofddoek dragen. Ik dacht niet dat het er makkelijker op zou worden, maar het was wel echt vervelender dan ik had verwacht. Ik kan gelukkig wel tegen een stootje, maar ik ken ook mensen die dat wat minder kunnen. Dat vriendinnen tegen me zeiden: ik wil deze ellende niet meer, ik doe mijn hoofddoek vanaf nu af. Dat raakt me heel erg.'
Rechters en griffiers dragen in de zittingszaal een toga. Dat moet volgens de wet. Zo wordt hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid zichtbaar. Door het dragen van een toga geven ze geen uiting van hun persoonlijke opvattingen of levensovertuigingen. De toga kan daarom niet met bijvoorbeeld een hoofddoek, keppeltje of kruisteken worden gecombineerd. 'Overigens mag iedereen binnen de Rechtspraak, die niet in functie is als rechter of (buiten)griffier in de zittingszaal, gewoon zijn of haar overtuiging uitdragen. Dat geldt voor iedereen, ook voor rechters en (buiten)griffiers als zij niet in de zittingszaal aanwezig zijn', is te lezen op Rechtspraak.nl.

Gebrek aan netwerk of onhandig solliciteren

Een klein netwerk, een slechte brief of zelfs discriminatie: het kunnen allemaal redenen zijn waarom jongeren lastig een stageplek vinden. Hoe vaak studenten geen stage kunnen vinden, hangt erg af van de opleiding, legt projectleider Caroline Draper van de Haagse Hogeschool uit. 'Maar het kan verschillende oorzaken hebben, zoals een gebrek aan een netwerk of gewoon onhandig solliciteren. Het is dan aan ons om te achterhalen waarom een student vastloopt en hoe we die het beste kunnen helpen.'
Discriminatie op de stagemarkt is overigens moeilijk de identificeren, weet Draper. 'Als we een vermoeden hebben van stagediscriminatie, is het vaak heel subtiel. Dan zegt het bedrijf: 'Je past niet in het team' of 'We voelen geen klik met je'. Het gesprek over discriminatie moeten we uiteindelijk aangaan met het werkveld.'

'Als ik een verschil kan maken, doe ik dat'

Met het stagepunt hoopt Mervet een verschil te kunnen maken, ook al is dit nog maar het begin. 'Er moet nog veel gebeuren. Eigenlijk vind ik het heel jammer dat zoiets in 2022 nog nodig is, daar schrik ik van. Maar als ik íéts van een verschil kan maken, dan doe ik dat.'
Het stagepunt is een pilotproject, dat in ieder geval loopt tot eind 2023. 'Maar we kijken nu al of het een vaste plek kan krijgen binnen de Haagse Hogeschool', zegt Draper.