Ooit liepen er leeuwen in Haags centrum: 'Ze vraten 270 dieren per jaar'

Archeologen Mignonne en Andjelko bij de leeuwenbotten
Archeologen Mignonne en Andjelko bij de leeuwenbotten © Frank Jansen
DEN HAAG - Piepende trams, rinkelende fietsbellen en stemmen van toeristen. Dat zijn de geluiden waar je waarschijnlijk aan denkt bij het Buitenhof in Den Haag. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat je hier lang geleden kon worden opgeschrikt door brullende leeuwen. De vondst van twee leeuwenbotten in 2021 bevestigt dat ze hier ooit echt hebben geleefd. Bijna vijftien jaar lang.
Het gaat om de oudste resten van leeuwen die in Nederland zijn opgegraven. De botten zijn in 2021 al gevonden, maar de gemeente Den Haag heeft de vondst nu pas bekendgemaakt. Tussen 1344 en 1358 werden er leeuwen gehouden op het Buitenhof. In de jaren van graaf Albrecht van Beieren was er een kleine dierentuin op het Buitenhof.
Eeuwenoude leeuwenbotten gevonden in centrum Den Haag
Kenners van Naturalis hebben de botten bekeken en vergeleken met stukken uit hun eigen collectie. Hierdoor is duidelijk geworden dat het gaat om een voorpoot van een berberleeuw, een soort die in 1920 is uitgestorven. In 1344 krijgen de graven van Holland drie van deze leeuwen cadeau van het hertogdom Gelre.

Hoogwaardigheidsbekleders

De dieren worden gehuisvest in een verblijf dat speciaal voor hen is gebouwd aan het Buitenhof. Het is in die tijd niet ongebruikelijk dat hoogwaardigheidsbekleders elkaar exotische dieren schenken. In de loop der jaren hebben er ook een jachtluipaard en een dromedaris op het Buitenhof gewoond. De handel in exotische dieren tiert welig.
In het geval van de leeuwen gaat het eigenlijk om een soort mislukt verlovingscadeau. Het was namelijk de bedoeling dat Reinald III van Gelre zou trouwen met een jongere zus van graaf Willem IV. 'Van het huwelijk kwam niks terecht, maar de leeuwen bleven in Den Haag', vertelt archeoloog Andjelko Pavlovic.

270 dieren per jaar als voer

De rekeningen van de rentmeesters van de graven van Holland zijn bewaard gebleven. Zo is precies te zien hoeveel geld het onderhoud aan de hokken kostte en hoeveel de dieren per dag aten. Dat was nog een flinke kostenpost: in het jaar 1347 gingen er alleen al 187 schapen en 83 kalveren doorheen.
Om het vlees voor de leeuwen te kunnen slachten zijn enorme messen aangeschaft. Ook was er oppasser in dienst die voor de dieren zorgde. De leeuwen zijn bovendien niet de enige dieren die verzorgd moeten worden. In diezelfde tijd is er op het Buitenhof ook een Valkhuis met roofvogels en worden er honden gehouden voor de jacht.
Botten van een jonge berberleeuw
Botten van een jonge berberleeuw © Frank Jansen
Andjelko en zijn collega Mignonne Lenoire zijn ontzettend trots op de vondst, omdat het de eerste keer is dat er in Nederland leeuwenbotten zijn opgegraven tijdens archeologisch onderzoek. Dat er leeuwen in het centrum van de stad hebben geleefd was wel bekend, maar pas naar aanleiding van deze vondst is men de archieven ingedoken en kwamen alle details boven water.
De leeuwenbotten zijn van 17 oktober t/m 18 november te zien in het Atrium van het stadhuis in Den Haag als onderdeel van een tentoonstelling over 40 jaar Haagse archeologie.