De Mos laat nieuwe politieke carrière schieten wegens rechtszaak: 'Ettert maar door'

Richard de Mos in de rechtszaal
Richard de Mos in de rechtszaal © ANP
DEN HAAG - 'Het is waartoe ik op aard ben, politiek', zegt Richard de Mos. Maar nu laat hij een kans om nieuwe stappen te zetten toch nadrukkelijk schieten. BVNL, de partij van Wybren van Haga, had De Mos gevraagd om lijsttrekker te worden in Zuid-Holland bij de verkiezingen voor Provinciale Staten, maart volgend jaar. En om lijsttrekker te worden van BVNL bij de Eerste Kamerverkiezingen. Maar het gaat niet door. 'Ik had het supergraag gedaan. Maar ik heb mijn tijd – fysiek en mentaal – nodig voor de rechtszaak.'
De Mos is niet alleen fractieleider van de grootste partij in de Haagse raad. Daarnaast werkt hij sinds mei vorige jaar ook voor BVNL, onder meer als voorlichter. Hij voelt zich thuis bij de speerpunten. 'Tegen de dwangwet, oog voor ondernemend Nederland, de burger meer bij het beleid betrekken', aldus De Mos.
Vandaar dat hij begin volgend jaar graag voor BVNL lijsttrekker was geworden bij twee verkiezingen: de Provinciale Staten en de Eerste Kamer. 'Ik ben een politiek dier. Met het kabinet Rutte-Kaag is er heel veel om tegen te vechten. Dat had ik graag gedaan. Maar het past nu niet in mijn agenda.'

Veel fronten

Als hij zou worden gekozen, zou hij op veel fronten actief zijn. Gemeenteraad, provincie, Eerste Kamer. Toch zou hij die functies naar eigen zeggen ook eenvoudig kunnen combineren. 'Dat had in tijd gepast. Makkelijk.'
Maar het gaat niet gebeuren. De rechtszaak tegen hem wordt in januari volgend jaar vervolgd. Precies de periode dat De Mos campagne had moeten voeren voor BVNL. Dat gaat niet samen, is zijn idee. 'Die rechtszaak trekt me helemaal leeg.' Bovendien wil hij de partij van Van Haga eventuele negatieve publiciteit besparen.

Politiek proces

Dat De Mos nu geen nieuwe stappen gaat zetten, is natuurlijk zijn eigen keuze. Dat erkent hij direct. Maar toch is het volgens hem wel een direct gevolg van naar wat hij zelf 'het politieke proces tegen mij' noemt. Hij zegt het nog maar eens: het Openbaar Ministerie heeft er drie jaar over gedaan om hem voor de rechter te zetten, terwijl De Mos zelf vindt dat hij al lang vrijgesproken had moeten zijn. 'Ik word door die zaak gekneveld. Het belemmert mijn carrière. Dit ettert maar door.'