Turnleraar krijgt 12 jaar celstraf en tbs met dwang voor de moord op Esmee (14)

LEIDEN - De 33-jarige Olivier van de G. is maandag veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf en tbs met dwang voor het doden van Esmee (14). Op oudejaarsdag vorig jaar werd haar lichaam gevonden in een parkje bij de Melchior Treublaan in Leiden. Ze bleek te zijn gewurgd. Justitie eiste twee weken geleden veertien jaar gevangenisstraf en tbs met dwang. Van de G. wilde de uitspraak eigenlijk niet bijwonen, maar moest van de rechtbank maandag toch komen, legde de rechter uit. 'De rechtbank vond het van belang dat u naar de zitting kwam om het vonnis aan te horen.’
'U heeft op een afschuwelijke wijze een einde gemaakt aan het leven van een meisje. Een meisje dat u vertrouwde en vaak bij u thuis kwam', zei de rechter maandag tegen Van de G. 'U was al een gewaarschuwd man. U was al aangesproken door uw omgeving over de manier waarop u met jonge meisjes omging.'
Moord vindt de rechtbank niet bewezen. Volgens de rechtbank heeft Van de G. geen voorbereidingen getroffen voor het doden van Esmee. 'Daar zijn geen concrete aanwijzingen voor gevonden', aldus de rechter. Van de G. zou in een gemoedsopwelling hebben gehandeld.
Van de G. uit Leiden bleek een relatie te hebben met de minderjarige Esmee uit Hazerswoude-Rijndijk. De twee hadden ook regelmatig seksueel contact. Tijdens de inhoudelijke behandeling twee weken geleden bleek dat Van de G. een seksuele voorkeur heeft voor tienermeisjes in de leeftijd van 12 tot en met 16 jaar. Ook kwam uit het onderzoek in het Pieter Baan Centrum dat hij een persoonlijkheidsstoornis heeft. Op de laptop van Van de G. werden nog eens zo'n 275 kinderpornobestanden aangetroffen. De dertiger bleek bovendien eerder jonge meisjes te hebben benaderd. Hij wordt als verminderd toerekeningsvatbaar gezien door de rechtbank.

Niet meer kon herinneren

Tijdens de inhoudelijke behandeling twee weken geleden zei Van de G. dat hij het precieze moment dat hij Esmee om het leven bracht niet meer kon herinneren. De twee hadden eerder die dag op 30 december ruzie gehad. 'Zoals vaker stoeiden we dan even erna. Om de boosheid en woede weg te werken of een ruzie te sussen. Alleen dat gebeurde deze keer niet', zei Van de G. De stoeipartij liep uit de hand. De eerstvolgende herinnering van Van de G. is naar eigen zeggen dat Esmee levenloos op de grond lag.
Op camerabeelden die werden getoond in de rechtszaal was te zien hoe hij hierna zo snel mogelijk probeerde haar lichaam te verbergen. Eerst probeerde hij haar lopend, met haar lichaam op zijn rug, het huis uit te krijgen en ergens heen te brengen. Omdat ze te zwaar was, haalde hij haar fiets op en zette haar levenloze lichaam achterop. Hij fietste de hele stad door en eindigde bij het parkje aan de Melchior Treublaan in Leiden. Daar liet hij Esmee achter. Waarom ze om het leven is gebracht, blijft een onbeantwoorde vraag, zei de rechter nog. 'De rechtbank heeft geen antwoord gekregen op wat u heeft bezield.'

Leren kennen op groep 8-kamp

De twee leerden elkaar een paar jaar eerder kennen op groep 8-kamp. Van de G. liep toentertijd stage op de basisschool van Esmee en ging mee als begeleider. Ze was toen 12 jaar oud. Van de G. en Esmee hielden contact via Instagram. Er volgde een afspraak, een eerste zoen en uiteindelijk hadden ze ook een seksuele relatie. Ze ontmoetten elkaar meestal bij de verdachte thuis.
De advocaat van Van de G. liet nog weten de uitspraak 'teleurstellend' te vinden. 'We hebben gepleit voor een kortere gevangenisstraf, zodat mijn cliënt eerder aan een noodzakelijke behandeling kon beginnen. We nemen hoger beroep zeker in overweging, maar gaan eerst uitgebreid het vonnis bestuderen en met mijn cliënt overleggen.'

'Hopen dat het hiermee klaar is'

De nabestaanden van Esmee, onder wie haar vader en moeder, zijn volgens advocaat Robert van der Laan tevreden met de uitspraak. 'Het is nooit voldoende, maar het was het meest haalbare. Ze zijn tevreden. Ze hopen dat hij niet in hoger beroep gaat en dat het hiermee klaar is', zei hij. Ze voelden zich gesteund in het feit dat de rechtbank Van de G. dwong om de zitting bij te wonen, aldus Van der Laan. 'In de zin van: wij moeten dit aanhoren, waarom jij niet? Ze vonden het een goede actie van de rechtbank.'