Niet bewezen dat Tyrece B. slachtoffer drillrapruzie op Pier probeerde dood te schieten

Bij een steekpartij op de Pier kwam in 2020 een 19-jarige jongen om het leven
Bij een steekpartij op de Pier kwam in 2020 een 19-jarige jongen om het leven © Regio15
DEN HAAG - De rechtbank veroordeelt Tyrece B. (22), die deelnam aan de dodelijke drillrapruzie op de Scheveningse pier in 2020, tot drie jaar cel. Dat is veel lager dan de strafeis van negen jaar van het Openbaar Ministerie (OM). Volgens de rechtbank is niet bewezen dat hij probeerde iemand dood te schieten.
Op 10 augustus 2020 troffen twee drillrapgroepen uit Amsterdam en Rotterdam elkaar op de drukbezochte Scheveningse Pier. Ze wilden er een ruzie uitvechten die op sociale media woedde. Cennethson 'Chuchu' Janga (19) uit Rotterdam werd tijdens het gevecht met messteken om het leven gebracht.
Twee drillrappers uit de Amsterdamse groep zijn eerder hiervoor veroordeeld tot elf jaar cel. B. is de laatste verdachte die nog terecht moest staan. Hij gaf zichzelf pas na vijftien maanden aan bij de politie. B. liep op de pier met een vuurwapen achter het Rotterdamse slachtoffer aan. Hij deed dat met gestrekte arm, gericht op de rug van Janga. Op camerabeelden was te zien dat hij het wapen ook doorlaadde.
Tyrece B. meldt zich bij politie
Tyrece B. meldt zich bij politie © AT5/Instagram
Het OM gaat ervan uit dat B. wel op het slachtoffer schoot, maar dat het pistool het niet deed. Volgens de rechtbank is niet duidelijk geworden dat de verdachte de trekker heeft overgehaald toen hij op het slachtoffer richtte en er geen schot viel. Ze houdt de mogelijkheid open dat de man de trekker bij de achtervolging van Janga helemaal niet heeft overgehaald. Eerder loste hij wel twee schoten in de lucht.
De rechtbank vindt B. wel schuldig aan verboden wapenbezit en aan opruiing. Hij zou op sociale media berichten geplaatst hebben waarbij werd opgeroepen tot de gewelddadige confrontatie op de Scheveningse Pier. Het geweld tussen drillrapgroepen moet een halt worden toegeroepen, zegt de rechtbank. Daarom krijgt B. toch nog drie jaar cel.