Mysterie: hoe komt deze villa langs de N44 toch aan dat blauwe dak?

De villa met het blauwe dak in volle glorie
De villa met het blauwe dak in volle glorie © Oudendal Groep
WASSENAAR - Iedereen die weleens over de Rijksstraatweg tussen Wassenaar en Den Haag is gereden, kent 'het huis met het blauwe dak'. De markante villa langs de N44 blijkt een roemrucht verleden te hebben, maar valt vooral op vanwege de bijzondere kleur dakpannen: blauw, bijna paars. Maar wie koos ooit voor deze bijzonder opvallende kleur en waarom?
Villa Beukenhage, heet het gebouw officieel. Gebouwd in 1913 in opdracht van een zekere W. Kreukniet. Die doet, zoals vergeelde papieren van de gemeente Wassenaar aantonen, op 15 juni 1912 een aanvraag bij de gemeente voor een vergunning om 'een landhuis en autogarage met tuinmanswoning te doen bouwen.'
De originele aanvraag voor de bouwvergunning op handgeschept papier uit 1912
De originele aanvraag voor de bouwvergunning op handgeschept papier uit 1912 © Gemeentearchief Wassenaar
En dat gaat gebeuren door bouwkundig technisch bureau Meyers en Molema, aan de Johan van Oldebarneveltlaan 47 in Den Haag. Over opdrachtgever Kreukniet is maar weinig bekend. 'Wonende te Rotterdam, Schiedamsche Singel No 36', lezen we.
Volgens de gemeente Wassenaar gaat het om accountant Willem Kreukniet (1870-1952). 'In het begin van de twintigste eeuw werd Wassenaar, na de aanleg van de Hofpleinspoorlijn, ontdekt door welgestelde Rotterdammers, die hier grote landhuizen lieten bouwen', meldt de gemeente. Het was dus bepaald geen armoedzaaier deze Willem, maar meer komen we zo niet te weten.

Al sinds de bouw zitten ze erop

Terug naar dat dak. In de papieren van de bouwvergunning die zo vriendelijk door de gemeente uit het archief zijn opgediept, is ook al sprake van blauwe dakpannen. 'Kappen afgedekt met blauw vergl. Pannen', staat er met een typemachine geschreven.
Op een prentbriefkaart uit de periode 1920 wordt het gebouw 'Villa Kreukniet' genoemd
Op een prentbriefkaart uit de periode 1920 wordt het gebouw 'Villa Kreukniet' genoemd © Gemeentearchief Wassenaar/Th. van der Kleij
We mogen dus concluderen dat de kenmerkende blauwe pannen er vanaf de oplevering op hebben gezeten. Maar waarom is deze opvallende kleur, die je verder maar erg weinig ziet, gekozen? We vragen het de gemeente Wassenaar.

Spoiler: het zijn niet meer de originele dakpannen

Die sturen allerlei aanvullende archiefstukken, maar daaruit valt het niet te destilleren. Als we het nog eens navragen, moet een medewerker het antwoord schuldig blijven. Zou de huidige eigenaar van het pand het misschien weten?
Johan Oudendal is de grote man achter de Oudendal Groep in Leiden. Hij bezit Villa Beukenhage sinds 2010 en is de baas van het bedrijf, dat zich bezighoudt met het verhuren, ontwikkelen, restaureren en verkopen van vastgoed, en vooral monumentale panden. 'Ik weet wel dat het niet meer de originele dakpannen zijn', zegt Oudendal. 'De vorige eigenaar heeft ze bij een restauratie laten vervangen.'

Villa niet weg laten rotten

De dakpannen zijn toen specifiek nagemaakt. 'Dit is een rijksmonument, daar mag je niet zomaar van alles aan veranderen. Deze pannen zijn meer dan honderd jaar oud, die haal je niet effe bij de Gamma.' En daar hangt ook een fraai prijskaartje aan. 'Het is sowieso meer werk dan een pand in de stad, omdat dit in een bos staat. Veel bladeren, mos-vorming… voor je het weet gaat het rotten.'
Bladeren en mosvorming, maar dan heb je wel een fraai gazonnetje
Bladeren en mosvorming, maar dan heb je wel een fraai gazonnetje © Oudendal Groep
Maar dit lijkt de investering wel waard. 'Jazeker, ik ben erg trots op het pand. Het is echt een landmark. Veel mensen hebben het gebouw met het blauwe dak weleens gezien, al vind ik het trouwens meer paars.' Het pand is inmiddels verhuurd als kantoor. Vroeger werd het bewoond, en niet door de minsten.

Huurder betaalt zich blauw

'Toenmalig minister Joseph Luns van Buitenlandse Zaken woonde hier', weet Jan Rapmund te vertellen. Hij is samen met de twee andere directeuren van The Executive Network de huurder van het pand. 'Wij zijn headhunters en zijn op zoek naar directeuren, leden van de raad van bestuur en commissarissen en dat in het hogere segment.'
Dertien jaar geleden begon hij met zijn twee compagnons 'met drie kamertjes.' Inmiddels huren ze het gehele gebouw. 'Het is een feest om hier elke dag te werken. Al is het wel duur, qua huur. En de stookkosten zijn ook flink. Maar klanten herkennen ons aan het pand, dus we zien wat we te veel betalen dan maar als kosten voor de marketing.'

Torentje ook populair

'Jij belt zeker voor het torentje', vraagt Rapmund. 'Mensen willen vaak weten wat daarin zit. Nou, niks. Alleen maar lucht. Maar mensen komen soms echt speciaal hier naartoe omdat ze willen kijken naar die toren.'
Nee dus, we bellen voor de dakpannen. 'Poeh, die vraag kan ik niet beantwoorden. Het verhaal daarachter ken ik niet.' De architecten kunnen we het niet meer vragen: hun bureau bestaat niet meer. Maar we vinden wel een architect die Molema heet. Een niet heel veel voorkomende naam, dus misschien familie.

Wie is de Molema?

We wagen de gok en bereiken Jan Molema, inmiddels 87, thuis in Delft. 'Ik ben inderdaad architect geweest en heb gedoceerd aan de TU Delft, bij bouwkunde.' Aha. Dat zou dus wellicht een aanknopingspunt kunnen zijn.
Maar helaas: 'Het is geen familie, dat weet ik heel zeker. Molema en Meijers zegt mij ook niks. Belt u eens met het Nederlands Architectuur Instituut in Rotterdam, misschien weten die het.' Die blijken inmiddels het Nieuwe Instituut te heten. We krijgen een medewerkster van het 'research center' aan de lijn.

'Goedkoop een partijtje op de kop getikt?'

Hoe zit het nou, met die blauwe dakpannen? 'Heeft iemand dat uit esthetische overwegingen besloten, of heeft iemand goedkoop een restpartijtje op de kop getikt? Ik heb geen idee', zegt ze. Op de website over Rijksmonumenten vindt ze een prachtige omschrijving.
'Villa bestaande uit souterrain, bel étage en verdieping onder een wolfdak met blauwe geglazuurde tuille-du-Nord pannen, overstekende goten en windveren met bloktandlijsten.' Dan duikt ze de bibliotheek in. 'Blijf even hangen.'

Niet zo makkelijk

'Dit is wel een lastige vraag, hoor. Maar ik vind er wel iets over in het verklarend woordenboek met bouwkundige termen. Die tuille-du-Nord vind ik hier, inderdaad. Hier staat: de pannen zijn in hun eenvoudigste vorm steenrood. Wanneer de oven aan het eind van het bakproces dicht is gestopt en voor een rookontwikkeling zorgde, werd de kleur grijs. Men noemt dat gesmoorde of blauwe pannen. Ook kan over rode pannen een laag glazuur worden aangebracht, in verschillende kleuren.'
In het boek staat ook nog dat ze oorspronkelijk zijn geproduceerd in het Franse departement Nord. 'Mogelijk komen deze pannen in Wassenaar dus uit Frankrijk.' Via de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed komen we op het spoor van een soort 'dakpanprofessor'.

Dakpandeskundoloog

Ronny Lugtenberg is directeur van het Technisch Centrum Keramische Industrie. 'Zeg maar een technisch adviesbureau op het gebied van keramiek.' Volgens hem is Nederland een 'conservatief dakpannenland.'
Lugtenberg: 'De meest voorkomende kleuren zijn oranje en zwart, soms wel met wat nuances. En er zijn ook betondakpannen, die zijn meestal grijs. Maar over het algemeen is er weinig kleur. Fabrikanten kunnen het wel leveren, maar alleen op bestelling. En dus belandt het weinig in de etalage en zo houdt het zichzelf in stand.'

Wachten op de evolutie

'In het zuiden van Duitsland of in Noorwegen heb je veel meer kleuren. Bij ons begint het nu te komen met de bakstenen, die zijn steeds vaker groen of iets anders. Maar de dakpannen evolutie blijft nog een beetje achter.'
Een interessant lesje dakpankunde voor de leek, maar de specifieke vraag over Wassenaar kan Lugtenberg ook niet beantwoorden. Mogelijk blijft het dus voor altijd een mysterie hoe deze fraaie villa aan de bijzondere blauwe pannen komt.
Weet jij meer? Tips zijn welkom via ons mailadres.