'Ze hadden best hulp kunnen halen', rechter veroordeelt tweetal voor moord op oud-zwerver

De twee verdachten bij een eerdere zitting | Tekening: Theresa Hartgers
De twee verdachten bij een eerdere zitting | Tekening: Theresa Hartgers
DEN HAAG - Hagenaars Merel W. en Jeffrey van der E. moeten veertien jaar de cel in voor de moord op stadgenoot Rinus. Daarnaast krijgen ze allebei tbs met dwangverpleging. Dat is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie (OM). Het tweetal heeft volgens de Haagse rechtbank samen de 56-jarige Rinus vermoord, of zoals het OM eerder zei: 'afgeslacht'.
Dat gebeurde op 2 september 2021 in het plantsoentje aan de Lijnbaan in Den Haag, tegenover het Westeinde ziekenhuis. Rinus en de twee hadden eerder al ruzie gehad. Van der E. en het slachtoffer kenden elkaar uit de daklozenopvang. W. en Van der E. sloegen Rinus met een ijzeren staaf, schopten hem tegen het hoofd en wurgden hem met een vuilniszak. Daarna zijn de twee bier gaan drinken. Toen ze terugkwamen en bleek dat Rinus nog leefde, volgde er een tweede geweldsexplosie. Die werd Rinus uiteindelijk fataal.
De rechtbank oordeelt donderdag dat W. en Van der E. met voorbedachten rade hebben gehandeld. 'Ze hebben geen hulp gehaald, terwijl dat best had gekund, aan een drukke weg en tegenover het ziekenhuis. En ze hebben nog een uur naast hem gezeten na de tweede sessie van geweld.'

Verminderd toerekeningsvatbaar

Uit psychologisch onderzoek is gebleken dat beide verdachten verminderd toerekeningsvatbaar zijn. Dat speelt mee bij de straf. 'Zonder het oordeel van de psychologen zouden we op achttien tot 22 jaar uitkomen', stelt de rechtbank.
Eerder in het proces bleek al dat Rinus zwaar was toegetakeld. De rechtbank kan niet meer precies vaststellen wie welk letsel heeft toegebracht, maar oordeelt dat het ook niet uitmaakt: W. en Van der E. hebben nauw samengewerkt en de dood van hun slachtoffer als doel gehad. Daarom worden ze veroordeeld voor het medeplegen van de moord.