Den Haag krijgt onderzoekscentrum voor oorlogsmisdaden in Oekraïne
DEN HAAG - In Den Haag komt een internationaal centrum voor de vervolging van oorlogsmisdaden in Oekraïne. Dat heeft Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen gezegd tijdens haar bezoek in Kiev. 'Rusland moet worden afgerekend op zijn schandelijke misdaden.' In het centrum wordt het verzamelen van bewijs gecoördineerd en worden aanklachten in de steigers gezet.
Het centrum wordt onderdeel van een onderzoeksteam dat bestaat uit Oekraïne en zes andere landen. Het team wordt gesteund door het EU-agentschap Eurojust, gevestigd in Den Haag. Zo wil de Europese Unie Oekraïne helpen bij het voor de rechter brengen van wandaden die gepleegd worden in het land, sinds de Russische invasie. Nederland stuurde bijvoorbeeld forensisch deskundigen en deelde kennis en faciliteiten.
De commissie kondigde het plan eerder al aan en ontving de afgelopen dagen steun van de lidstaten van de EU. Brussel zoekt verder steun voor een speciaal 'agressietribunaal', dit tribunaal moet de verantwoordelijken voor de invasie vervolgen. Het Internationaal Strafhof (ICC) dat moet optreden tegen onder andere oorlogsmisdaden, genocide en agressie tegen een ander land, staat ook al in Den Haag. Maar wordt niet erkend door Rusland en Oekraïne. Een nieuw agressietribunaal moet ervoor zorgen dat dit wel kan.
Berechting moedermisdaad
Minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken noemt het een belangrijke stap richting een tribunaal dat de 'moedermisdaad' van de Russen moet berechten. 'We weten allemaal dat er helaas de meest afschuwelijke misdaden plaatsvinden in Oekraïne', zegt hij. 'Moord, verkrachting, marteling op echt ongekende schaal.'
Voor die misdaden wordt naar gerechtigheid gezocht, bijvoorbeeld via het strafhof. Hoekstra: 'Maar we weten ook dat de moedermisdaad waar het allemaal mee begonnen is - de oorlog zelf - niet berecht kan worden door een strafhof. Daar heb je een apart tribunaal voor nodig.'
