Meer operaties per ziekenhuis en regionale spreiding kosten LUMC kinderhartcentrum

LEIDEN - Het kinderhartcentrum in Leiden moet dicht. Dat is de harde boodschap van minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid) aan het LUMC. Maar waarom mag het ziekenhuis deze behandelingen niet uit blijven voeren? Dat en nog vijf vragen en antwoorden over de voorgenomen sluiting van het kinderhartcentrum.
Wat heeft de minister besloten?
Minister Ernst Kuipers heeft laten weten dat hij van plan is om de complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's alleen nog maar toe te staan in Groningen en Rotterdam. Nu worden deze operaties ook nog in Leiden en Utrecht uitgevoerd.
Het Leidse ziekenhuis raakt niet alle hartoperaties bij kinderen kwijt. De chirurgen mogen in Leiden wel operaties uitvoeren als deze minder complex zijn. Maar de operaties bij complexe aangeboren hartafwijkingen zullen niet meer in Leiden uitgevoerd gaan worden.
Waarom moeten er twee behandelcentra dicht?
Op de vier locaties in Nederland worden op dit moment per jaar ongeveer 180 pasgeboren kinderen behandeld aan een aangeboren hartafwijking. Dat zijn er erg weinig. Uit onderzoek is gebleken dat de overlevingskans bij deze complexe operaties omhoog gaat als instellingen ongeveer zestig van dit soort operaties per jaar uitvoeren.
Met vier behandelcentra is het onmogelijk om zestig operaties per ziekenhuis per jaar uit te voeren. Ook drie centra is nagenoeg onmogelijk omdat alle patiënten dan precies evenredig verdeeld zouden moeten worden over de behandelcentra. Iets dat praktisch onmogelijk is. Allerlei adviezen zeggen dat je het moet doen met twee centra, en de minister neemt deze adviezen over. Een besluit dat op zich niet verrassend is, want er wordt al dertig jaar gesproken over een concentratie van deze complexe zorg. Alleen omdat geen enkel ziekenhuis hun centrum op wilde geven is het er nooit van gekomen.
Leiden voert de meeste operaties bij pasgeboren baby's uit. Waarom kiest de minister dan toch niet voor het LUMC?
De belangrijkste reden is de regionale spreiding, zo schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Voor de minister stond al snel vast het Erasmus MC in Rotterdam een van de twee behandelcentra moest worden. Hier kunnen mensen met een aangeboren hartafwijking namelijk hun hele leven behandeld worden. In tegenstelling tot in Leiden. Het LUMC werkt namelijk samen met het AMC in Amsterdam. Leiden verzorgt de operaties bij de kinderen, het AMC bij volwassenen.
Naast Rotterdam mocht er dus nog een behandelcentrum openblijven. De keuze van minister Hugo de Jonge, de voorganger van Kuipers, viel in 2021 hierbij op Utrecht. De Tweede Kamer en de andere ziekenhuizen waren het hiermee niet eens. Er kwam een onderzoek naar mogelijke gevolgen. En uiteindelijk kregen de ziekenhuizen zelf nog een laatste kans er zelf uit te komen. Dat lukte niet.
Nu heeft minister Kuipers dus zelf de knoop doorgehakt. En op basis van nieuw onderzoek voor Groningen gekozen in plaats van Utrecht. 'Uit de impactanalyse (het onderzoek dat is gedaan - red.) volgt dat als het UMC Groningen niet als interventiecentrum wordt aangewezen dit een risico zou kunnen opleveren voor de regionale toegankelijkheid van de acute zorg en daarmee voor patiënten in Noordoost-Nederland', schrijft de minister.
Moet het kinderhartcentrum in Leiden nu direct dicht?
Nee, dat hoeft nog niet. In de brief staat dat de minister een traject op gaat starten dat er voor moet zorgen dat de sluiting van de twee kinderhartcentra goed verloopt en dat de twee andere ziekenhuizen klaar zijn voor een groei van het aantal patiënten die hen staat te wachten. Minister Kuipers gaat ervanuit dat dit traject nog zeker 2,5 jaar gaat duren. Dus waarschijnlijk blijft de kinderhartchirurgie in het LUMC nog tot zeker de tweede helft van 2025 open.
De Hartstichting, stichting Hartekind, Harteraad en de Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen (PAH) zeggen in een gezamenlijke reactie dat het belangrijk is dat er voor de huidige patiënten snel duidelijkheid komt, omdat het voorgenomen besluit 'nog veel vragen en zorgen zal oproepen bij patiënten over wat dit nu concreet voor hun zorg betekent'. De organisaties willen daarom dat er maatregelen komen 'voor alle gevolgen die de concentratie naar Rotterdam en Groningen met zich meebrengt'.
Hoe heeft het LUMC op het besluit gereageerd?
Het Leidse ziekenhuis is uiteraard niet blij met de voorgenomen sluiting van hun kinderhartcentrum. 'Wij staan hier uiteraard niet achter', zegt een woordvoerder in een eerste reactie.
'Als grootste centrum van Nederland op het gebied van hartchirurgie bij pasgeborenen zijn wij onaangenaam verrast door het besluit van de minister', vervolgt de woordvoerder. 'Onze eerste aandacht richt zich nu op onze medewerkers en patiënten. Wij hebben de brief van de minister nog niet gezien en zullen dan ook later nog met een uitgebreide reactie komen. Dan zullen we ook kijken of we verdere stappen kunnen ondernemen.'
Verdere stappen? Is de sluiting nog niet definitief?
Zoals bij bijna alle beslissingen van de overheid duurt het nog even voor een dergelijk besluit definitief is. De minister spreekt in zijn brief ook over een voorgenomen besluit. Alle betrokkenen, waaronder de Tweede Kamer, maar ook de ziekenhuizen die hun centrum moeten sluiten, krijgen van de minister twee weken de tijd om te reageren op het voorgenomen besluit van de minister. Na deze zogenaamde zienswijzen zal de minister een definitief besluit nemen.
En zelfs na dit definitieve besluit is het besluit nog niet definitief. Dat komt omdat het LUMC pas na een definitief besluit van de minister juridische stappen kan nemen. Het Leidse ziekenhuis kan dan nog bezwaar indienen bij het ministerie en daarna nog naar de rechter stappen om deze te vragen het besluit alsnog terug te draaien. Het is dus nog niet helemaal over voor het Leidse ziekenhuis.