10 procent van bushaltes in regio geschrapt: bekijk de situatie in jouw woonplaats

Een R-net bus richting Zoetermeer, het aantal haltes nam daar fors af
Een R-net bus richting Zoetermeer, het aantal haltes nam daar fors af © ANP
REGIO - Het aantal bushaltes in de regio is sinds 2018 met tien procent afgenomen, meer dan het landelijk gemiddelde. Dit blijkt een analyse van busdienstregelingen door Omroep West in samenwerking met andere regionale omroepen en de NOS. In de gemeenten Waddinxveen en Zoetermeer nam het aantal opstapplaatsen relatief het meest af, in drie woonplaatsen zijn de laatste bushaltes inmiddels verdwenen.
Vervoersbedrijven staan zwaar onder druk sinds de coronapandemie veel medewerkers naar het thuiskantoor dwong, die daar nog steeds vaker werken dan in ‘het oude normaal’. Dat afgenomen aantal reizigers betekent minder inkomsten voor vervoerders, die bovendien kampen met een hoge werkdruk door personeelstekorten. Het gevolg: versoberde dienstregelingen.
Begin 2018 telde het noorden van Zuid-Holland nog 1.679 bushaltes, bij aanvang van dit jaar waren dit er nog 1.502 – een afname van 10.5 procent. Landelijk is het aantal opstapplaatsen met 7 procent gedaald. Het busvervoer in de regio verschraalde dus meer dan gemiddeld, al is de afname van bushaltes in Drenthe (17 procent) en Groningen (15) een stuk groter.

Bushalte kilometer verder

De daling is zichtbaar door heel de regio, in 21 van de 27 regiogemeenten. In vier gemeenten staan nog even veel bushokjes als in 2018 en in twee gemeenten iets meer. In Waddinxveen verdwenen de meeste haltes, maar liefst 40 procent. Zoetermeer en Zuidplas volgen met afnames van respectievelijk 36 en 33 procent.
Door het snijden in buslijnen is de afstand tot de dichtstbijzijnde bushalte in 6 van de 108 woonplaatsen toegenomen met meer dan 200 meter. In Sluipwijk, waar de laatste bushalte verdween, moeten inwoners nu een kilometer langer lopen naar de dichtstbijzijnde halte. Ook in Tempel werd de laatste opstapplaats geschrapt, deze ligt nu 700 meter verder.

Introductie R-net

De buslijnen van Den Haag en acht omliggende gemeenten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de overige worden beheerd door de provincie Zuid-Holland. De provincie noemt de introductie van R-net een belangrijke reden voor de afname van bushaltes.
R-net is een initiatief van verschillende provincies in de Randstad voor ‘frequente en comfortabele’ bussen op lijnen die ‘gestrekt’ zijn. Een gestrekte lijn betekent dat bussen direct en met minder bochten door bijvoorbeeld woonwijken rijden, waardoor de reistijd verminderd. Het aantal haltes neemt hierdoor weliswaar af, maar een woordvoerder van de provincie benadrukt: ‘Het aantal bushaltes in een gebied zegt niet zo veel over de kwaliteit en de dekking van het openbaar vervoer.’

4 reizigers per maand

De provincie zegt wel te snappen dat het soms vervelend is voor mensen is als hun halte wordt opgeheven en zij verder moeten lopen of fietsen, maar voegt daar aan toe: ‘Het opheffen van haltes gebeurt om de dienstregeling sneller en betrouwbaarder te maken.’ Zo wordt er ook gelet op hoe vaak een halte wordt gebruikt. ‘Tussen Stolwijk en Bergambacht zijn twee haltes opgeheven waar een spitsbus reed. Hier stapten, vóór corona, tot maximaal 4 reizigers per máánd in en uit.’
Dit wordt bevestigd door hoogleraar transportbeleid Bert van Wee van de TU Delft. Hij schat in dat de afgelopen 5 jaar slechts één procent van alle busreizigers in Nederland last heeft gehad van geschrapte opstapplaatsen. ‘Haltes die worden opgeheven zijn vaak relatief rustig. Bovendien kan een deel van de mensen prima naar een halte even verderop lopen of overstappen op de auto of e-bike.’
In onderstaand kaartje is weergegeven waar er bushaltes stonden in 2018 en waar in 2023. Hierin valt bijvoorbeeld te zien dat een groot deel van de afname in Waddinxveen komt door het schrappen van bus 177, die door het zuiden van de plaats richting Zoetermeer ging. In die aankomstplaats zijn ook buslijnen 72 en 74 door de wijken Dorp en Rokkeveen geschrapt. Wat niet zichtbaar is op de kaart, is dat in Zoetermeer wel tramlijn 4 werd doorgetrokken tot aan het nieuwe treinstation Zoetermeer-Lansingerland, waardoor een groot deel van de stad sneller bij de trein is.
Tekst gaat verder onder kaartje.
Van Wee erkent dat de verschraling schrijnende situaties kan opleveren, maar noemt het ook begrijpelijk dat haltes verdwijnen. ‘Op het platteland staat het openbaar vervoer onder druk omdat het aantal gebruikers beperkt is. Steeds meer mensen hebben een auto, meer mensen hebben een e-bike, je kunt boodschappen online doen en je familie via Skype spreken.’
Bovendien, zegt Van Wee, zijn er op een aantal plaatsen alternatieven zoals doelgroepenvervoer, gesubsidieerde taxi's en vrijwilligers. De provincie zegt ook dat het budget dat vrijkomt door rustige buslijnen te schrappen, weer kan worden gebruikt om buurtbussen en deeltaxi’s en deeltaxi’s in te zetten. ‘Zo blijven ook kleine kernen bereikbaar.’
De regionale omroepen onderzochten hoe het aantal opstappunten voor lijnbussen veranderde. Een opstappunt kan uit meerdere haltes bestaan, bijvoorbeeld aan weerszijde van een weg of bij een station. Voor de leesbaarheid noemen we deze opstapplekken in de tekst 'bushaltes'. Ze vergeleken het aantal opstappunten in het 1e kwartaal van 2018 met het aantal opstappunten in het 1e kwartaal van 2023. In dit onderzoek is alleen gekeken naar haltes die door lijnbussen met een vaste dienstregeling worden aangedaan. Metro, tram, veerboot, buurtbussen en hubtaxi's zijn dus buiten beschouwing gelaten. Ook is niet gekeken hoe vaak en door hoeveel buslijnen opstappunten worden aangedaan. Door deze keuzes geeft dit onderzoek een indicatie van de verschraling van het openbaar vervoer in Nederland, maar geen totaalbeeld.