Rembrandts portret van echtpaar kostte 160 miljoen, nu is hun testament gevonden

LEIDEN - Het echtpaar Marten en Oopje is vooral bekend van de twee portretten die door Rembrandt van Rijn zijn geschilderd. In 2016 werden de twee levensgrote schilderijen door de Nederlandse en Franse staat gezamenlijk aangekocht voor 160 miljoen euro. In Leiden zijn deze week archiefstukken van het echtpaar gevonden, waaronder het testament. Ook blijkt Marten getuige van een straatgevecht te zijn geweest. De documenten geven een inkijkje in het leven van Marten en Oopje en zorgen ervoor dat de statig geschilderde figuren minder afstandelijk lijken.
Archivisten van Erfgoed Leiden en Omstreken vonden in een Leids notarieel archief het testament van Marten Solmans en Oopjen Coppit. De twee lieten dit in april 1634 in Leiden opmaken, hetzelfde jaar dat Rembrandt hun portretten schilderde. In het testament staat dat Marten en Oopje op dat moment in Leiden op het Rapenburg bij de Nonnenbrug woonden. Later dat jaar verhuisden ze naar Amsterdam, daar werd hun oudste zoon Hendrick op 25 augustus 1634 geboren.

Rembrandt van Rijn woonde toen al in Amsterdam. 'Zouden ze elkaar hebben gekend?', vragen de onderzoekers van Erfgoed Leiden en Omstreken zich af. Die kans is zeker aanwezig. Marten woonde vanwege zijn studie sinds 1628 in Leiden. Rembrandt woonde toen nog in Leiden, hij verhuisde in 1631 naar Amsterdam.
Marten moet getuigen over straatgevecht
Tijdens zijn studententijd in Leiden, waar hij rechten studeerde, moest Marten een keer getuigen over een straatgevecht, blijkt uit een ander document. Marten ging in maart 1630 een stuk wandelen met zijn medestudent Johan van der Meijden. Toen de twee negentienjarigen bij het schouw van Valkenburg op de Hoge Rijndijk waren, zagen ze een gevecht tussen herbergier Dionijs Dammiaen en een tapper en diens vrouw.
De herbergier had een mes en de tapper een bijl. De vrouw had een kolf en was volgens Marten en Johan zeer dronken. Zij hadden haar met een zekere Mr. Anthoni langdurig wijn zien drinken. De vrouw bracht de herbergier flinke slagen toe. Die raakte daardoor zwaargewond. In de akte staat: dat de voors[eyde] vrouwe mette colff vehemente slagen brachte naer ydereen (en dat na de beenen off anders) om die heene die haer trachte innen te comen, ende de colff uyt haer handen te crijgen, sulx dat niemant haer die conde affhandich maecken.'
Spijs, dranck, cleden ende reeden
Kort na het opmaken van hun testament in Leiden verhuisde de jonggehuwde Marten en Oopje naar Amsterdam, waar ze drie kinderen kregen. Marten stierf in 1641 en Oopje hertrouwde met kapitein Marten Pietersz Daey. Zij stierf in 1689 in Alkmaar. In het testament was onder meer bepaald dat wanneer één van hen zou sterven als er kinderen zouden zijn, de langstlevende voor spijs, dranck, cleden ende reeden zorgen, ofwel, eten, drinken, kleding en opvoeding.

Meer verhalen over cultuur en vrije tijd lees je hier