Slavernijmonument naar het Lange Voorhout: 'Plek heeft grote symbolische waarde'

Belangstellenden tijdens de landelijke herdenking van het slavernijverleden
Belangstellenden tijdens de landelijke herdenking van het slavernijverleden © ANP
DEN HAAG - Op het Lange Voorhout in Den Haag komt voor de zomer van 2024 een slavernijmonument. De gemeente heeft daarmee een advies van kunstcentrum Stroom Den Haag overgenomen. Het wordt echter een monument dat alleen het Trans-Atlantische en Caribische slavernijverleden herdenkt, niet de indirecte gevolgen van de slavernij in de rest van de wereld. Dat stond wel in het advies van Stroom, dat pleitte voor één monument voor alle gevolgen van het kolonialisme, maar dat wil de gemeente niet.
Stroom Den Haag deed in opdracht van de gemeente onderzoek naar het oprichten van een herdenkingsmonument over het Haags slavernijverleden. Er werd een commissie ingesteld die onder andere moest kijken waar zo'n monument het beste geplaatst zou kunnen worden. Daar was de commissie snel over uit: het Lange Voorhout bij Escher in Het Paleis.
'Deze plek is voor de bevolking zeer zichtbaar en bereikbaar', stelt de commissie. Ook heeft de plek grote symbolische waarde, omdat het Binnenhof en het Torentje te zien zijn vanaf het Lange Voorhout. Bovendien ligt het vlakbij het voormalige winterpaleis van Koningin Emma en het koninklijk werkpaleis aan het Noordeinde. Volgens de commissie is het 'van grote symbolische en gevoelsmatige meerwaarde' dat zowel de bestuurlijke macht als de koninklijke macht vanaf het monument in één oogopslag te zien zijn. Die twee machten zijn volgens Stroom 'beide (in)direct verantwoordelijk' voor het Haagse slavernijverleden.

Niet hele koloniale verleden in één monument

De Haagse wethouder Mariëlle Vavier is het daar mee eens en onderzoekt of deze locatie kan worden aangewezen als plek waar het monument kan komen. Vavier gaat niet mee met een ander advies van Stroom.
De commissie vindt dat zowel het slavernijverleden, als de gevolgen van de koloniale geschiedenis als geheel moeten samenkomen in één monument. Met de koloniale geschiedenis worden ook de indirecte gevolgen van de slavernij bedoeld, waarbij het onder andere gaat om Hindoestaanse en Indonesische contractarbeiders die na de afschaffing van de slavernij naar de plantages werden gehaald. Dit laten samenkomen in één monument is volgens de adviescommissie een 'krachtig antwoord op de verdeel en heers politiek van het koloniale systeem'.

Verwerpelijk

Verschillende herinneringsgemeenschappen hebben scherpe kritiek op dit advies, omdat zij de keuze voor één monument 'verwerpelijk en onwenselijk' vinden. Dit noemt de adviescommissie 'invoelbaar' en 'begrijpelijk', maar de commissie adviseerde toch om alles in één monument te herdenken.
Stroom gelooft dat hierin de stemmen van alle groepen die in de voormalige koloniale gebieden hebben gestreden voor vrijheid een plek kunnen krijgen. Het gaat dan onder meer om Indonesië, Suriname, de zes Nederlands-Caribische eilanden, maar ook om landen als Zuid-Afrika, Brazilië of Sri Lanka.
De Trans-Atlantische slavenhandel was de handel in slaven uit Afrika naar Amerika, bedreven door Europeanen. Het speelde zich af tussen 1525 en 1867, waarbij het hoogtepunt lag in de achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw. Naar schatting zijn 12 miljoen slaven vervoerd.
Maar de wethouder gaat hier niet in mee. Ze zegt 'veel waardering' te hebben voor het advies van de commissie, maar één monument voor het hele koloniale verleden zou volgens haar geen recht doen aan de 'unieke positie van de slachtoffers van de Trans-Atlantische slavenhandel en de Caribische slavernij'.

Verantwoordelijkheid

Hiermee neemt het college haar verantwoordelijkheid, vindt Vavier. 'Met het uiteindelijke doel dat alle slachtoffers en nazaten kunnen herdenken in gezamenlijkheid. Het monument is een mooie volgende stap op de lange weg die we nog met elkaar moeten afleggen naar verwerking en herstel. Zo gaan we verder, stap voor stap, en met elkaar. Totdat het koloniale verleden deel uitmaakt van het Haagse collectieve geheugen.'
Vavier verwacht dat het realiseren van het monument binnen het herdenkingsjaar slavernijverleden mogelijk is. Het herdenkingsjaar loopt van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024.