Dakloze Laura maakt nieuwe start in andere gemeente: 'Anders 15 jaar wachten op woning'

Een daklozenopvang in Den Haag
Een daklozenopvang in Den Haag © Omroep West
DEN HAAG - Eerst woonde ze dakloos op straat in Den Haag, drie jaar later heeft ze werk en een eigen woning in Gouderak. Laura verhuisde met haar vriend met behulp van de gemeente Den Haag naar Krimpenerwaard. Daar kreeg ze de kans om weer terug in de maatschappij terecht te komen. Ze vindt dat de werkwijze van Den Haag geen slechte is: 'Ik wist dat als ik eenmaal een huis zou hebben, de rest vanzelf weer zou komen.'
De ophef was groot een aantal weken geleden, toen duidelijk werd dat de gemeente Den Haag met regelmaat daklozen 'verplaatst' naar andere gemeenten. De gemeente vergoedt, als de daklozen een huis krijgen, ook de verhuiskosten. Haagse gemeenteraadsleden vonden het niet kunnen, terwijl Laura juist vindt dat zij enorm veel profijt heeft gehad van de manier waarop de stad het heeft opgelost.
'We kregen in Den Haag te horen dat het wel vijftien jaar kon duren voordat we een woning konden krijgen. Dat gingen we niet doen, dan zou mijn leven vijftien jaar lang stil staan. Want het is moeilijk om vanuit de daklozenopvang een baan te vinden', legt Laura uit. Ze ging daarom zelf op zoek naar een gemeente waar de wachtlijst voor een sociale huurwoning minder lang is.

'Met een woning komt de rest vanzelf'

Het maakte haar niet heel veel uit waar haar huis zou staan, als er maar een huis zou komen. 'Want ik wist dat, zodra ik een woning zou krijgen, de rest vanzelf zou komen. Ik ben niet iemand die het handje omhoog gaat houden, wachtend op hulp. Ik wilde ook gewoon werken, en ik wilde ook gewoon aan de slag.'
Straatadvocaat Jeroen Melchior, van Stichting Straatconsulaat, vindt ook dat de werkwijze van de gemeente Den Haag juist veel oplevert voor de daklozen. De kans op een eigen huis, de grootste basisvoorwaarde, is namelijk een stuk groter. Het is voor sommige daklozen zelfs de enige redding.
Een dakloze in een opvanglocatie, foto ter illustratie
Een dakloze in een opvanglocatie, foto ter illustratie © ANP
'Het kan dus ook gewoon goed gaan. Bij het voorbeeld van Laura en haar vriend zijn we ook persoonlijk betrokken geweest', legt Melchior uit. 'Dat is natuurlijk een gigantisch succesverhaal, het is mooi om te zien dat ze zo goed terecht zijn gekomen in hun nieuwe huisje.'
Toch is er ook kritiek, niet alleen vanuit de Haagse raadsleden, maar ook vanuit andere gemeenten waar de daklozen per abuis zijn geplaatst. Diverse gemeenten trokken daarom aan de bel. Zij krijgen het gevoel dat de Haagse daklozen over de schutting zijn gegooid. 'Die kritiek begrijp ik, maar er is nog een wereld te winnen wat de beeldvorming betreft', meldt de straatadvocaat.

Beeldvorming een probleem

Hij vindt dat de krantenkoppen van de afgelopen weken te veel zijn aangezet op het 'daklozenprobleem'. 'Denk aan nieuwskoppen als 'Den Haag dumpt daklozen bij andere gemeenten' of een kop als 'Den Bosch stelt Haags daklozenverbod in'. Het gaat hier over mensen, die hier in de stad niet aan de beurt komen voor een woning. Dakloosheid is een veel breder probleem', gaat Melchior verder.
Volgens hem raken op het moment ook mensen die in scheiding liggen dakloos en zijn er jongeren die geen woning kunnen krijgen en dus geen andere keuze hebben. 'Dakloosheid vindt niet alleen op straat plaats, het zijn ook al die mensen die bij ooms en tantes op de bank slapen. Die in een kelderbox wonen, of in een tuinhuisje wonen. Noem maar op.'

Samenwerken met woningcrisis

Volgens hem zijn de daklozen dus niet het probleem, maar zit het probleem juist in de woningcrisis. Er zijn de afgelopen jaren steeds minder sociale huurwoningen gebouwd, waardoor mensen minder makkelijk aan een woning komen. 'Dus het ligt niet aan de daklozen, maar juist aan de woningnood.'
De oplossing ligt volgens Melchior daarom in het zoeken in de randgebieden, zoals het oosten van het land of Zeeland. 'Daar is de wachtlijst op een sociale huurwoning maar drie maanden. De oplossing zit dus in de samenwerking. We zullen moeten kijken naar hoe we die mensen in die gebieden kunnen plaatsen en aan het werk kunnen krijgen', sluit Melchior af.