Het is druk bij huisartsenposten en de oorzaak zijn we vaak zelf

Archief
Archief © Lex van Lieshout/ANP
DEN HAAG - Er is bijna niks irritanter: je voelt je hondsberoerd of zit met een krijsend klein kind of een piepende partner naast je aan de telefoon met de huisartsenpost en een saaie stem aan de telefoon blijft maar minutenlang herhalen dat er nog 14 wachtenden 'voor u' zijn. Spoiler alert: dat blijft nog wel even zo. Al wordt er van alles aan gedaan om de wachttijden in te korten en daarin hebben we met z'n allen ook zelf een belangrijke rol.
'Het kan wel oplopen tot meer dan een half uur', erkent Hilde de Hoog. Zij is de baas van de huisartsenposten in Den Haag (HMC Westeinde en Haga) en Leidschendam (HMC Antoniushove). 'Dat komt vooral in het weekend voor en daar balen we zeker van, ja. Ons streven is binnen tien minuten.'
Ook bij de huisartsenpost in Zoetermeer staat het terugdringen van de wachttijd met stip op nummer één, vertelt manager Sander Jacobi. 'Het gaat traag. We zijn op de goede weg, maar er is nu eenmaal een enorm tekort op de arbeidsmarkt. Bij ons werk je altijd in de nacht of in het weekend, dus voor de meeste mensen is het een baan erbij.'

'Misschien blijft het voor altijd zo druk'

In het Westland hebben ze ook personele problemen en daarmee lange wachttijden. 'Vooral in het weekend staan mensen wel lang in de wacht, dat klopt', zegt directeur Mark van Lier van de huisartsenpost daar. 'Het personeelstekort is echt een groot probleem en ik weet niet eens of het ooit nog opgelost gaat worden.'
Dat is niet het enige. 'Het aantal 65-plussers verdubbelt en het aantal werkenden halveert, dus dat is echt een hele grote uitdaging. Dat geldt natuurlijk voor meer branches. Dus ik sluit niet uit dat de wachttijd nóg langer gaat worden. We hopen dat mensen meer zelf kunnen gaan doen.'

'Het kan zo niet langer'

Dat erkennen ook zijn collega's. Want, hoewel ze allemaal met klem benadrukken dat ze iedereen en zijn zorgvraag serieus nemen, zoals het nu gaat, kan het niet langer. 'We zijn aan het kijken of we de kraan een klein beetje dicht kunnen draaien', klinkt het in Den Haag. 'Het gaat erom de mensen op het juiste moment de juiste zorg te geven op de juiste plek.'
Eigenlijk komt het erop neer dat mensen zich echt af moeten vragen: moet het per se nu, of kan het ook even wachten. 'Ik snap dat het lastig is', zegt De Hoog. 'Mensen willen heel graag naar de huisartsenpost komen, maar dat is lang niet altijd nodig. Soms zeggen onze mensen aan de telefoon dat je beter overdag naar je eigen huisarts kunt gaan. Dan reageren mensen soms wel minder aardig.'

Eigen huisarts is altijd beter

Dat snapt ze ook. 'Ja, hebt toch stress met een ziek iemand. Dan sta je ook nog eens lang in de rij en daarna word je verteld dat het wel even kan wachten. Dan wil je niet horen dat je thuis moet blijven en eerst zelf een paar dingen moet gaan toepassen.'
In Zoetermeer doen ze ook enorm hun best om iedereen zo snel mogelijk te helpen. Ook daar kan echt niet iedereen langskomen. 'We proberen mensen niet af te houden, maar de juiste zorg op de juiste plek te geven. Als je bijvoorbeeld chronisch patiënt bent, ben je altijd het beste af bij je eigen huisarts.'

Ook veel onnodige telefoontjes

'Bijna de helft van de dingen bij onze dokterspost kan wel even wachten', vertelt directeur Van Lier. 'Ik snap wel dat mensen die in paniek zijn met zieke kinderen bellen, maar we ervaren soms weinig begrip als mensen dan moeten wachten.'
Die mensen met kinderen zijn een grote groep onder de bellers, ook in Den Haag. De Hoog: 'Vroeger belde je oma en was moeder of vader zelf overdag bij de kinderen. Die krijgen vaak 's avonds koorts of het wordt dan erger. Je zou eigenlijk een soort bel-oma willen hebben, want dat zijn wij nu voor een deel.'

'Meteen een foto is meestal niet nodig'

Een andere groep bellers die meestal wel even kan wachten, zijn mensen met een sportblessure. De Hoog: 'Het is gewoon geworden om te denken: ik moet nu een foto, want ik heb een zere enkel. Maar 90 procent is na het weekeinde gewoon weer over. Ik snap dat het pijnlijk is, maar kijk eerst op internet wat je moet doen. Bij thuisarts.nl of op moetiknaardedokter.nl kunnen ze je verder helpen aan de hand van vragenlijsten.'
Maar als je best wel pijn hebt en je erg beroerd voelt, dan is het toch niet prettig om eerst uitgebreid op zo'n website allerlei vragen te moeten beantwoorden? 'Nee, dat snap ik wel. Maar die sites zijn vooral bedoeld voor de mensen die twijfelen wat ze moeten doen. Kan ik het nog aankijken of niet, daar is het voor bedoeld.'

'Afschuiven naar internet' of niet?

En ouderen die niet zo digitaal zijn dan? 'Ja, dat is ook wel een punt van zorg. Maar we moeten wel steeds meer dit soort digitale oplossingen inzetten.' Dat klinkt toch een beetje als 'afschuiven', of niet? 'Ik snap die reactie, maar het systeem staat dusdanig onder druk dat je straks niet meer altijd iemand aan de lijn kunt krijgen. Dat is een onaardige, maar wel duidelijke boodschap.'
Die is niet voor niks, zegt ze. 'We willen de mensen die het wel écht nodig hebben, op tijd te woord kunnen staan. Daardoor zullen anderen vaker met een digitaal proces aan de slag moeten, daar is niks aan te doen.'

Enorme hoeveelheid telefoontjes

Mensen moeten dus beter nadenken voordat ze bellen en dus niet uit gemakzucht. Bijvoorbeeld als je de hele week hebt gewerkt en pas op zaterdag met je klacht naar de dokterspost belt. 'Dat is niet de bedoeling. Dat jaagt ons met zijn allen ook op kosten', zegt Mark van Lier.
Voorlopig blijft het nog wel even druk bij de huisartsenposten. Ondanks dat er al heel veel mensen worden ingezet, iets wat veel mensen zich niet realiseren. 'Wij hebben in Den Haag een heel groot werkgebied. Op een gemiddelde zaterdag krijgen we duizenden telefoontjes. Daarvoor zitten er 25 tot 30 mensen aan de telefoon. Plus nog de huisartsen waarmee ze kunnen overleggen en die eventueel patiënten terugbellen.'

'Straks niet meer van het kastje naar de muur'

Ondertussen wordt er in Den Haag nagedacht over een andere oplossing: betere samenwerking. 'De ambulancedienst, huisartsen die overdag werken, de collega's van de nacht, verpleeghuizen, thuiszorg. We gaan het allemaal nauwer bij elkaar brengen.'
Ook voor de patiënten moet het dan beter worden. 'Ja, omdat we mensen dan niet meer van het kastje naar de muur hoeven te sturen. Alles voor de juiste zorg op het juiste moment', aldus Hilde de Hoog. De nieuwe werkwijze moet op 1 januari 2024 ingaan.