Baas rijksrecherche: zaak tegen Richard de Mos was geen klopjacht
DEN HAAG - In het Haagse corruptieproces is het Openbaar Ministerie (OM) al veel aan het woord geweest, maar nu heeft de rijksrecherche voor het eerst uitspraken gedaan over de zaak. In een zeldzaam interview met NRC zegt algemeen directeur Arthur van Baaren dat er gedegen onderzoek is gedaan. 'Dat daarna de rechter een andere interpretatie heeft, hoort bij ons systeem.'
De rijksrecherche doet als onafhankelijke partij onderzoek naar strafbare feiten binnen de overheid, waaronder vaak corruptie. De resultaten daarvan worden overgedragen aan het Openbaar Ministerie (OM), dat vervolgens beslist over vervolging. Van Baaren gaat dus niet over een eventueel hoger beroep tegen de vrijspraak van Richard de Mos en de andere verdachten.
De algemeen directeur praat normaal weinig over het recherchewerk, mede vanwege de grote imagoschade die onderzoeken kunnen opleveren. In het gesprek met NRC waarschuwt hij vooral dat criminelen steeds meer zoeken naar corrupte ambtenaren, zoals de baliemedewerker bij de gemeente Den Haag die vorig jaar werd veroordeeld voor het afgeven van valse paspoorten.
'Hoort bij het systeem'
De krant brengt ook het onderzoek naar Richard de Mos ter sprake, hoewel Van Baaren alleen wil spreken over onderzoek Tyrus. Hij toont weinig droefheid over de recente vrijspraak: 'Er is in die zaak een gedegen opsporingsonderzoek gedaan onder gezag van het OM. We hebben daarbij bevoegdheden toegepast waarvoor vooraf toestemming is gegeven door een onderzoeksrechter. Het is ook geen klopjacht geweest op een persoon.'
Een verklaring voor deze berusting ligt in de aard van het recherchewerk. Van Baaren: 'Onze rol is het boven water krijgen van de feiten. Dat hebben wij gedaan en die feiten worden niet bestreden. Dat daarna de rechter een andere interpretatie heeft van die feiten hoort bij ons systeem. Dat is gewoon hoe het werkt.'
Gesprekken verkeerd samengevat
Toch is er ook kritiek geweest op het werk van de rijksrecherche. Zo stelt een aantal advocaten van de verdediging dat er bij het begin van het onderzoek te veel is uitgegaan van onbevestigde geruchten en bleek in de rechtszaal dat sommige gesprekken verkeerd waren samengevat.
Van Baaren wil ook niet zeggen dat de rijksrecherche alles volgende keer precies hetzelfde doet: 'Natuurlijk lezen wij zo'n uitspraak en proberen we daarvan te leren. Maar als wij signalen krijgen dat er iets mis is dan moeten we onderzoek doen. Dat is ons werk, al meer dan 125 jaar.'
