Verdachte Latifa T. in moordzaak Mimoun (66) appte: 'Ze kunnen nu komen'

Alle vier de verdachten waren dinsdag aanwezig in de rechtbank tijdens de eerste dag van de inhoudelijke behandeling. Allemaal ontkennen ze nog steeds ook maar iets met de dood van de vastgoedondernemer te maken te hebben.

Mimoun Bergoual (66) werd op 29 december 2020 rond 7.00 uur door de politie dood aangetroffen in zijn woning. Hij zou zijn gewurgd of gesmoord. In eerste instantie werd door zijn echtgenote Latifa T. melding gedaan van een overval. Ze verscheen rond 5.45 uur bij het politiebureau in Leiden en verklaarde dat vier onbekende mannen de woning waren binnengedrongen en hen had overvallen. Uiteindelijk werden T. en de drie Fransmannen eind maart 2021 opgepakt in verband met de moord. Tijdens een eerdere zitting bleek dat T. en Zakaria C. geliefden van elkaar waren. Dit bleek uit WhatsApp-berichten die werden uitgewisseld tussen de twee. De affaire zou in de zomer van 2019 zijn begonnen.

Hoewel T. blijft ontkennen iets met de dood van haar man te maken te hebben, wilde ze afgelopen november toch opeens haar verklaring veranderen en wees met haar vinger naar medeverdachte Zakaria C. Hij zou haar bovendien ook gedwongen hebben om bepaalde dingen te doen, bedreigen en mishandelen.

Volgens de nieuwe verklaring van T. zou Mimoun Bergoual op de hoogte zijn geweest van de dreiging van Zakaria C. en de andere mannen. T. en Bergoual zouden volgens haar 'samen een plan hebben bedacht om Zakaria C. en de andere verdachten uit te lokken en dan te verwonden om dit te stoppen'. Alleen zou dit plan anders zijn gelopen, zegt T.

De politie denkt echter dat er tussen T. en Zakaria C. al langer gesproken is over plannen om Mimoun iets aan te doen, hield de rechtbank T. voor. Dit zou blijken uit WhatsAppjes tussen Zakaria C. en T. die ook in de rechtszaal werden getoond. In een van die gesprekken noemt ze Mimoun 'de ouwe'.

Verder zou ze tegen Zakaria C. hebben gezegd: 'Wat is dit voor plan van niks: vrijdag of zaterdag? Je moet een dag geven. Zodat ik hem thuis kan houden.' Een andere keer: 'Ze kunnen nu komen, ze kunnen op hun gemak door het raam van de woonkamer kijken, want het is nu donker. Dan kunnen ze hun plan maken.' Net als 'Als zijn zus naar buiten gaat en ze zien dat de auto weg is, dan kunnen ze op dat moment naar binnen.' Zakaria C. antwoordde een van die keren onder meer terug: 'Ik ga met ze praten, lieverd'.

Mimoun was volgens T. op de hoogte van deze appjes, zei ze in de rechtbank. 'Ik schreef eigenlijk wat Mimoun tegen mij zei dat ik moest schrijven.' De rechter stak niet onder stoelen of banken dat ze de verklaringen van T. vreemd vond. 'Ik deed wat Mimoun zei', zei T. nog een keer.

In de rechtbank verklaarde T. over de vroege ochtend van 29 december dat de andere twee medeverdachten, Youssef C. (33) en Stevens S. (50), die nacht plotseling in de woning waren. Het liep volgens haar uit op een gevecht tussen Youssef C. en Mimoun. Die zou Youssef C. uiteindelijk hebben gebeten. 'Ik probeerde Youssef van Mimoun af te trekken. Stevens trok mij vervolgens aan mijn haren naar buiten richting de woonkamer. Ik werd geboeid met een riem.' Ze werd vervolgens naar eigen zeggen even later naar de wc gebracht, waarna de toiletdeur dicht werd gedaan. S. zou volgens T. daarna Youssef C. zijn gaan helpen.

Ze verklaarde verder dat ze uiteindelijk weer uit het toilet werd gelaten. Een van de verdachten zou telefonisch contact hebben gehad met Zakaria C. om te zeggen 'dat het plan was mislukt'. De mannen zouden uit zijn geweest op geld, zei T. Nadat T. het buitenhek open moest doen, werd haar gezegd dat, als de twee eenmaal weg waren, ze de wasmachine aan moest doen. Hierin zouden door een van de mannen kleren zijn gestopt om sporen te wissen.

De twee mannen zouden volgens haar ook hebben gezegd wat voor verklaring ze moest geven aan de politie. 'Ik moest zeggen dat het om vier mannen ging en dat een van hen getint was. Ik moest ook wachten tot ik naar de politie zou gaan. Totdat ze weer in Frankrijk waren. Ze zeiden dat er nog iemand buiten was die toezicht zou blijven houden.' Als de mannen weg zijn, zou ze zich eerst nog een tijd hebben verscholen in de garage.

'Waarom bent u niet bij Mimoun gaan kijken?', vroeg één van de rechters nog door. T.: 'Zoals ik heb verklaard: ik was heel erg bang en angstig. Dat iemand terugkwam om mij iets aan te doen. Ik kon niet meer goed nadenken.'

'Maar ik kan ook geloven dat u op zo'n moment heel bezorgd bent', reageerde de rechter. 'Ik was alleen maar bang. Ik dacht ook, misschien zit iemand daar nog binnen. Ik had niet het idee dat hij dood was', meende T. 'Maar u hoorde ook niks meer toch?' T: 'Ik dacht, hij houdt zich stil, tot iedereen weg is.' Ze was naar eigen zeggen te bang om in de slaapkamer te gaan kijken, maar durfde uiteindelijk wel de woning te verlaten om vervolgens naar de politie te gaan.

De rechtbank moest dinsdag vaak dezelfde vraag herhalen, omdat T. aan de lopende band om het antwoord heen leek te draaien of meerdere keren weer wat anders antwoordde, wat soms tot zichtbare frustratie leidde. 'Als u wilt dat we u goed begrijpen, zult u anders moeten gaan antwoorden', stelde de rechter.

De andere verdachten schudden regelmatig hun hoofd toen ze de verklaringen van T. aanhoorden. De drie Fransmannen ontkennen ook nog steeds iets te maken te hebben met de dood van Mimoun, waaronder Zakaria C. T. zei dinsdag nog over hun band: 'Zakaria had mij in zijn greep. Hij wilde altijd alles weten. Ik moest ook de gordijnen openhouden, zodat hij in me in de gaten kon houden.’

T. bleek ook veelvuldig op internet te hebben gezocht naar manieren om iemand te vergiftigen, staat in het politiedossier. 'Dat was in opdracht van Zakaria. Ik moest dat van hem doen.' 'Waarom?', vroeg de rechter nog door.

'Hij had me eerder een doos gestuurd met allerlei soorten gif. En ik moest dat toedienen.' 'Waarom?', vroeg de rechter nogmaals. 'Ik begrijp het echt niet', reageerde de rechter vermoeid toen T. weer geen concreet antwoord gaf. 'Hij wilde hem uit de weg ruimen, omdat hij jaloers was en hij wilde me alleen voor hem. Ik kon niet van Zakaria loskomen', zei ze uiteindelijk.

Vergiftigen was het eerste plan, zei T. Zo zou ze ook zwavel en ricine hebben gekocht en bleek ze ook gezocht te hebben op de woorden 'erfenis' en 'testament'. Mimoun en T. zouden ongeveer een jaar voor zijn dood in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. 'Ik heb alles gedaan wat Zakaria me vroeg, dat moest van hem', zei ze weer met de vinger wijzend naar de medeverdachte.

'Waarom zocht hij daar zelf niet op?', zei de rechter. 'Het rechtssysteem in Frankrijk is anders dan die in Nederland, daarom moest ik het van hem in Nederland doen', luidde haar antwoord dit keer. De politie heeft aangegeven geen aanwijzingen te hebben gevonden van mogelijke bedreigingen, mishandeling of dwang vanaf de kant van Zakaria C. naar T. toe, hield de rechter haar nog voor. In de appgesprekken noemden de twee elkaar ook regelmatig 'lieverd' en 'schat'.

'U komt drie keer met een ander verhaal. Eerst bij de politie, daarna verzint u een verhaal over ene Maria die achter uw appberichten zou zitten, dan komt u in november weer met een ander verhaal, dat u bedreigd bent door Zakaria. Waarom zouden we u nu moeten geloven?', zei de rechtbank. 'In het begin was ik bang, nu vertel ik wel de waarheid', hield T. vol.

Tijdens de zitting in november noemde verdachte Youssef C. Zakaria C. en T. een monster en een heks. De andere verdachten mochten dinsdag aan het eind van de dag kort op de verklaringen van T. ingaan. Zakaria C. zei: 'Allemaal fantasie, waarschijnlijk bedoelt om andere mensen te beschermen. Het lijkt op een film. Ik heb er helemaal niks mee te maken. Het zijn allemaal leugens. Ik ga niet reageren op mensen die psychisch gek zijn. Ik heb mijn verhaal verteld, daar wil ik het bij laten. Ik wil ook dat de waarheid boven tafel komt.'

Youssef C. liet weten: 'Het is al bijna twee jaar dat ik een tsunami van leugens over mij heen krijg. Het is absoluut niet makkelijk. Het is voor mij geen strijd, zoals voor een paar mensen in deze zaal, het is voor mij een oorlog. Ik zal me tot het eind inzetten voor de waarheid.' Als laatste was Stevens S. aan de beurt: 'Ik heb veel dingen gehoord, waarvan ik niet op de hoogte was. Het zijn valse beschuldigingen die aan mij zijn geadresseerd. Ik begrijp de leugens en verzinsels niet, wie beschermt zij?' Morgen worden de verklaringen van de mannen behandeld.

De inhoudelijke behandeling wordt woensdag, vrijdag en volgende week voortgezet. De uitspraak volgt op 21 juni.