Minister staat stil bij 150 jaar Hindostaanse immigratie: 'Eindelijk erkenning'

Herdenking op het Hobbemaplein
Herdenking op het Hobbemaplein © Twitter - Robbert Dijkgraaf
DEN HAAG - In Den Haag herdacht de Hindostaanse gemeenschap maandag 150 jaar gedeelde geschiedenis met Nederland en Suriname. Ooit kwamen velen als contractarbeider uit India naar Suriname, en generaties daarna vervolgens naar Nederland. Het was een herdenking van de offers die grootouders en ouders brachten. Deze maandag precies 150 jaar geleden.
In de Haagse Schilderswijk, waar veel Hindoestanen wonen, kwam men bij elkaar. 'Ik heb het van dichtbij meegemaakt. Mijn opa was pas 17 jaar toen hij aankwam in Suriname', zegt een van de aanwezigen tegen de NOS.
Als het aan organisator Mahedner Autar ligt, moet deze geschiedenis bij een veel breder publiek bekend raken, omdat het onderdeel is van de huidige samenleving. 'Wij hebben een gedeelde geschiedenis. In 1873 zijn de eerste contractarbeiders gekomen.'
Het waren niet alleen hindoes die in India op de boot naar Suriname stapten. Er waren ook christenen en moslims bij. Daarom wordt de etnische groep in Suriname sinds 1947 veelal met de term Hindostanen aangeduid (en niet Hindoestanen). In Nederland wordt Hindoestanen ook veel gebruikt.

Krans

Na een mars door de Hofstad legde minister Robbert Dijkgraaf (D66, emancipatie) een krans bij het Nationaal Hindostaans Immigratiemonument aan het Hobbemaplein. De kranslegging door de minister wordt door een aanwezige 'zeer uniek' genoemd.
'Het is eindelijk erkenning', reageert een ander. 'Het feit dat er voor het eerst een minister bij is, is eigenlijk vijftig jaar te laat. Maar fijn dat het gebeurt.' Tussen 1873 en 1916 kwamen naar schatting 34.000 Indiase contractarbeiders naar Suriname.