OM laat zich door Haagse raad niet opjagen in zaak Richard de Mos: 'Meer tijd nodig'

Na de vrijspraak van De Mos en Guernaoui op 21 april tekende het OM op 4 mei voorlopig hoger beroep aan. Dit was vooral bedoeld om de wettelijke termijn die staat voor het instellen van het hoger beroep veilig te stellen. Om te bepalen of het daadwerkelijk wordt doorgezet, is meer tijd nodig, stelde het OM. Dat komt omdat het een complexe strafzaak is met een grote maatschappelijke impact. 'Dit vraagt om een zorgvuldige afweging', zegt het OM.

Een meerderheid van de gemeenteraad vindt dat de onzekerheid rond deze strafzaak de stad en het stadsbestuur al te lang in zijn greep houdt en steunde eind mei een motie van de VVD die het OM opriep haast te maken met het besluit. De raad wilde een termijn van maximaal een maand, waarbinnen het OM duidelijkheid zou moeten geven of het hoger beroep wordt doorgezet of ingetrokken. Dat wil zeggen dat het OM op 4 juni duidelijkheid had moeten geven. Burgemeester Jan van Zanen stuurde dat verzoek destijds via een brief aan het OM.

Maar het OM is niet van plan om zich op te laten jagen en wijst in de brief op de complexheid van de zaak. 'Indien en zodra het Landelijk Parket nadere, relevante informatie over het beroep kan delen, zal het dit doen via de geëigende wegen: rechtstreeks aan de betrokkenen in de strafzaken en via een persbericht aan het bredere publiek', schrijft het OM.

Richard de Mos is niet blij met deze reactie. 'Zo gaat het OM om met het verzoek van de Haagse gemeenteraad om vaart te maken met hun beslissing', reageert De Mos. 'Ze zijn al 4,5 jaar, waarvan 1 jaar heimelijk, met de 'zaak' De Mos bezig, maar ze hebben nóg meer tijd nodig. Het is allang een politiek proces, dus we zijn inmiddels wat gewend.'