OM zet hoger beroep gedeeltelijk door in zaak-De Mos

Richard de Mos
Richard de Mos © ANP
DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie (OM) zet het hoger beroep tegen Richard de Mos en zes medeverdachten door, maar dan wel in beperkte vorm. In het hoger beroep richt het OM zich vooral op twee verdenkingen: omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Tegen de vrijspraak van meineed en deelname aan een criminele organisatie gaat het OM niet in hoger beroep.
Na de vrijspraak van De Mos en de medeverdachten op 21 april tekende het OM op 4 mei voorlopig hoger beroep aan. Dat was bedoeld om tijd te winnen om te bepalen of het OM daadwerkelijk in beroep zou gaan. Volgens het OM kan het hof nu sneller tot een oordeel komen, aangezien het maar om een beperkt hoger beroep gaat.
Het OM is het niet eens met de rechtbank, die alle bezwaren van tafel veegde. Volgens het OM is er wel bewijs voor omkoping en het schenden van de geheimhoudingsplicht. Nu het OM zich toespitst op deze twee aanklachten, wordt het hoger beroep tegen één van de verdachten, voormalig gemeenteraadslid Nino Davituliani, ingetrokken.