Het gaat goed met bijen in Zuid-Holland, of toch niet?

REGIO - Volgens de provincie Zuid-Holland is het aantal bijensoorten in de provincie de afgelopen jaren goed toegenomen, maar valt er nog veel werk te verzetten om de achteruitgang van de bij tegen te gaan. Entomoloog Menno Reemer schreef het rapport waarop de provincie zich baseert en legt uit waarom.
Volgens de provincie zelf gaat het redelijk goed met de wilde bijen in Zuid-Holland. Een gevolg van het Groene Cirkels Bijenlandschap, claimt de provincie zelf. Dat regionale project bestaat sinds 2015. De bedoeling is om een aaneengesloten bijenlandschap te creëren in de omgeving van onder meer Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn. De provincie wil dat project nu naar heel Zuid-Holland uitbreiden.
'De aanpak van de Groene Cirkels Bijenlandschap in Zuid-Holland is zeer effectief: de afgelopen jaren is het aantal soorten bijen in de regio waar de cirkel actief is, al met 34 procent toegenomen', omschrijft de gemeente trots.

Wel toename, maar geen reden tot gejuich
Maar, zegt entomoloog bij het EIS Kenniscentrum Insecten Menno Reemer, dat klopt niet helemaal. 'Daar lopen volgens mij wat dingen door elkaar', verklaart hij. 'Dat percentage komt waarschijnlijk uit een monitoringsrapport van Groene Cirkels van een aantal jaar geleden.'
Volgens Reemer is er wel degelijk een kleine toename onder de bijensoorten waargenomen. Zo zijn er tussen 2010 en 2022 in totaal 206 verschillende bijensoorten gevonden. Dat zijn er 14 meer dan bij de laatste telling in 2017. Maar dat is niet per se goed nieuws, volgens de entomoloog. 'Het zijn zuidelijke soorten die profiteren van de opwarming en hier naartoe komen.'
Beter dan 20 jaar geleden, slechter dan voor de oorlog
Maar, vult Reemer aan, diezelfde soorten verliezen in het zuiden weer verspreidingsgebied. 'En soorten die minder van de warmte houden, trekken naar het noorden. Op Europees niveau zal een aantal soorten gaan uitsterven als we de klimaatmodellen mogen geloven.'
Dan terug naar de provincie: hoe staan de bijen er hier nou écht voor? 'Dat is niet echt zwart-wit', legt Reemer uit. 'De ene soort doet het beter dan de ander. Vergelijk je het met de periode voor de Tweede Wereldoorlog? Dan aanzienlijk slechter. Maar ten opzichte van 20 jaar geleden? Dan hoor je positieve geluiden.'
39 belangrijke soorten
Het rapport dient vooral als een soort inventarisatie voor de provincie, legt Reemer uit. Er wordt in kaart gebracht waar de belangrijke bijensoorten in de provincie zitten, welke gebieden voor hen van speciaal belang zijn én welke soorten van speciaal belang zijn.

In het rapport zijn de belangrijkste soorten op basis van een aantal criteria vastgesteld. Denk daarbij aan soorten die bijvoorbeeld hoofdzakelijk in Zuid-Holland voorkomen, soorten die slechts kleine, geïsoleerde populaties hebben of 'doelsoorten': de soorten die de provincie juist in het Groene Cirkels-gebied wil hebben.
'Op basis van de criteria hebben we een lijst van 39 soorten samengesteld die van speciaal belang zijn voor de provincie', legt Reemer uit. 'Daarna hebben we in kaart gebracht waar zij zitten. Die gebieden zijn aangeduid als speciaal bijengebied. De provincie gaat stappen nemen om die gebieden te versterken.'
Stedelijk gebied blijkt goede basis voor bij
Uit de inventarisatie blijkt dat de bijen het vooral goed doen in de natuurgebieden. Dat klinkt logisch, maar minder logisch klinkt het feit dat de gevleugelde insecten ook in de steden goed hun draai weten te vinden.
'Je ziet dat de natuur- en stedelijke gebieden hoog scoren in soortenaantallen. Landbouwgebieden blijven achter', zegt Reemer. Dat laatste komt onder meer doordat er in agrarisch gebied minder waarnemers zijn. Maar er speelt nog meer, weet Reemer.

'We weten uit eigen onderzoek ook dat landbouwgebied soortenarmer is. Dat heeft alles te maken met de grote schaal van en intensiviteit in de landbouw. Het zijn vaak monoculturen en insecten hebben daar niks te zoeken. Om nog maar te zwijgen van pesticiden en andere bestrijdingsmiddelen.'
Dat gezegd hebbende is de situatie in de steden ook niet ideaal. 'Daar zitten wel veel soorten, maar dat zijn vooral de vrij algemene en gewone soorten. De belangrijkste soorten zitten juist in de natuurgebieden.'
Observaties doorsturen
Reemer hoopt dat meer mensen zich aanmelden om observaties van bijen en andere belangrijke flora en fauna te melden. 'Ik raad ze aan om de website waarneming.nl te gebruiken. Daar kun je al je observaties doorgeven, ook van vogels, planten en paddestoelen. Je kunt ook foto's plaatsen, zodat de beheerders kunnen zien of de info klopt. Die gegevens kunnen we altijd goed gebruiken.'