Bijna alles is misgegaan bij Amare: kosten kunnen oplopen tot ruim 650 miljoen euro

DEN HAAG - Bijna alles is misgegaan bij de bouw van het nieuwe cultuurcomplex Amare in Den Haag. Dat is de snoeiharde conclusie van de raadsenquête naar het cultuurpaleis dat alsmaar duurder werd. Er werd een potje gemaakt van de plannen en aansturing, de gemeenteraad werd misleid en de kosten zijn de pan uit gerezen. Als klap op de vuurpijl is er nu geen geld om meer voorstellingen te houden die Amare écht wil hebben. 'Het publieke belang van Amare is verwaarloosd', vinden de onderzoekers.
Het gemeentebestuur van Den Haag heeft met de bouw van cultuurcomplex Amare onvoldoende gekeken naar het belang van het prestigeproject voor de inwoners van de stad. In bijna alle fases van de bouw ging het mis, is een vernietigende conclusie uit het rapport dat vrijdagochtend is gepresenteerd.
De commissie berekent dat de bouw van het cultuurpaleis in totaal 520 miljoen euro kost, terwijl het ooit begon met 170 miljoen. Bijna de helft van die 520 miljoen euro moet nog worden betaald. Ook is er zo gefocust op de bouw dat er nu geen geld is om ook voorstellingen te houden die horen bij een cultuurpaleis. Daardoor moeten er nog miljoenen per jaar bij. Zo kan het eindbedrag over vijftig jaar nog oplopen tot maximaal 658 miljoen, berekent de onderzoekscommissie.
Een raadsenquête is een instrument dat een gemeenteraad kan inzetten bij de uitoefening van haar controlerende taak. Voor een raadsenquête wordt een commissie benoemd. Deze commissie bestaat alleen uit raadsleden en doet onderzoek naar het functioneren van het gemeentebestuur over een bepaald onderwerp. De enquêtecommissie kan openbare verhoren houden, die onder ede plaatsvinden. De raadsenquête naar Amare is de eerste keer dat dit instrument in Den Haag wordt ingezet.
Volgens het onderzoek mist er vanaf het begin, bij het maken van de eerste plannen, al een toekomstvisie. 'Aan het gebruik van Amare, zoals welk cultuuraanbod er moet komen, wordt stelselmatig te weinig aandacht besteed', is de conclusie.

Daardoor staat er nu een peperduur gebouw en is er nauwelijks geld om er voorstellingen van formaat te geven. De onderzoekscommissie van Haagse gemeenteraadsleden concludeert dat daar of van te voren rekening mee had moet worden gehouden, of dat er een minder groot en ambitieus complex had moeten worden gebouwd.
Amare, een onderwijs- en cultuurcomplex, werd in 2021 in gebruik genomen. Het theater en evenementenlocatie midden in het centrum van Den Haag is de thuisbasis van onder meer het Residentie Orkest, het Nederlands Dans Theater en het Koninklijk Conservatorium. De ontwikkeling ervan was een moeizaam proces. Het duurde jaren voor de bouw überhaupt begon en de kosten liepen op van zo'n 170 miljoen tot ruim 220 miljoen euro. Met bijkomende kosten als rente, OZB en onderhoud worden de totale kosten voor het gebouw door de raadscommissie berekent op 520 miljoen euro. Daar komen mogelijk nog miljoenen per jaar bij voor de exploitatie en programmering van Amare.
Het rapport leest als een grote 'Wet van Murphy', waarbij alles wat mis kan gaan, misgaat. 'In zowel de voorbereiding van de bouw van Spuiforum (de voorloper van Amare, red.) als van de bouw van Amare is nooit concreet beschreven wat de gemeente met de bouw wil bereiken en hoe dit de belangen van de Haagse burger dient.'
Uit deze conclusie trekt de raadsenquêtecommissie ook de aanbeveling deze visie alsnog vast te stellen: 'Nu het gebouw er staat, is zowel het college als de raad verplicht na te denken over hetgeen de gemeente wil bereiken met Amare. Formuleer alsnog het publiek belang dat met Amare wordt beoogd en stel op basis daarvan de toekomstige bekostiging vast', schrijft de commissie.

Verder geeft de onderzoekscommissie een ontluisterend inkijkje hoe de besluitvorming in meerdere colleges van burgemeester en wethouders, onder verschillende wethouders, misging en hoe de gemeenteraad steeds achter de feiten aanliep. Als voorbeeld wordt genoemd dat er in 2014 werd gestart met de aanbesteding, nog voordat de raad had besloten tot de bouw. In 2018 werd het contract voor de bouw al getekend, voordat het voorstel in de raad werd behandeld.
Daardoor is de gemeenteraad 'niet behandeld als hoogste orgaan', stellen de onderzoekende raadsleden. 'De raad is behandeld als een horde die moet worden genomen.'
Kritiek op controle door gemeenteraad
De raadsleden in de commissie zijn ook kritisch op zichzelf. 'Debatten gaan vaak meer over personen en uiterlijkheden dan over de inhoud', staat er in het rapport. En: 'Enkele oppositieleden brengen terechte kritiek en aandachtspunten naar voren, maar zij worden veelal genegeerd.'
Dat is de hand in eigen boezem. Maar uit het enquêterapport blijkt ook dat raadsleden hun controlefunctie niet goed konden uitvoeren, omdat ze veel minder goed beslagen ten ijs komen dan wethouders die worden ondersteund door een heleboel ambtenaren.

'De toegestuurde informatie is te vaak te ingewikkeld voor raadsleden', luidt een conclusie, waaruit de les wordt getrokken dat daar bij toekomstige grote projecten verbetering in moet komen. De commissie denkt daarbij aan 'deskundige en permanente externe ondersteuning' van de raad.
Ook zouden er 'rapporteurs' moeten komen die de gemeenteraad informeren over 'publiek belang, exploitatie, proces, financiën en risicomanagement'.
Tegengeluid niet geduld
De raadscommissie schrijft ook dat veel belangrijke beslissingen werden genomen tijdens coalitieonderhandelingen over de opeenvolgende gemeentebesturen. 'Bovendien blijkt telkens weer dat aan eenmaal gemaakte keuzes moeilijk te tornen valt', concludeert de commissie.
Dit is een uiting van wat ze 'een wethouderscultuur' noemt, waarbij tegengeluid van ambtenaren, externe adviseurs of raadsleden niet wordt geduld: 'Beslissingen worden uitgevoerd omdat de wethouder het wil, ook wanneer er onvoldoende argumentatie voor is.' Daarbij zou de raad op verschillende momenten zijn 'misleid', bijvoorbeeld door geen open kaart te spelen over de kosten van de exploitatie.
De raadsenquêtecommissie heeft ongeveer 30.000 documenten bestudeerd en meer dan tachtig interviews afgenomen met (oud-)raadsleden, medewerkers van de culturele instellingen, de onderwijsinstelling en (oud-)bestuurders en ambtenaren. Ook zijn er openbare verhoren gehouden. 25 mensen werden onder ede verhoord, waaronder voormalige en zittende burgemeesters, wethouders, ambtenaren en vertegenwoordigers van de culturele instellingen. Het is voor het eerst dat zo'n raadsenquête werd gehouden in Den Haag.
Het is nu aan de raad om het rapport van de enquêtecommissie te bespreken en te bepalen wat ze er mee gaat doen. De vraag is of door het zittende minderheidscollege politieke verantwoordelijkheid genomen zal moeten worden.
Het onderzoek beslaat vier collegeperiodes met steeds wisselende wethouders van verschillende politieke kleuren, die verantwoordelijk waren of werden voor het cultuurpaleis. Daardoor zijn er vele verantwoordelijken en is er niet één grote schuldige aan te wijzen.
