Tentoonstelling over jaar 1000 moet 'flink wat mensen' trekken

LEIDEN - De monumentale burcht van Leiden is één van de oudste voorbeelden van een versterkte vesting in Nederland. In de nieuwe tentoonstelling van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) leert de bezoeker dat zulke burchten typisch zijn voor de periode 900 tot 1100. Het is een periode waarin het Nederland dat we nu kennen echt begon te ontstaan.
Conservator en samensteller van de tentoonstelling Annemarieke Willemsen laat een muntje uit die tijd zien waarop de Leidse burcht te zien is. 'Je ziet op de munt graaf Floris I met op de achterkant de burcht van Leiden. De burcht van Leiden was zijn kasteel waarvandaan hij heeft geregeerd.'
'Die muntjes gingen van hand tot hand en dat was dan de manier om zichzelf en z'n trotse kasteel te laten zien', vervolgt de conservator van 'Het jaar 1000. Nederland in het Midden van de Middeleeuwen'. 'De aanwezigheid van een graaf betekende ook dat zich daaromheen allerlei mensen vestigden. Zij zorgden bijvoorbeeld voor voedsel en voor de verdediging tegen vijanden.'

Het jaar 1000 is een grote tentoonstelling met bijzondere voorwerpen en opgravingen uit heel Europa. Voor een deel komen die uit het RMO zelf, maar het museum kreeg ook veel voorwerpen in bruikleen van veertig verschillende musea. 'Een opvallende Vikingdrinkhoorn die wordt bewaard in de Onze Lieve Vrouwe-basiliek in Maastricht is één van de topstukken.'

'We hebben de maximale ruimte die we hebben, benut', zegt museumdirecteur Wim Weijland. 'We wilden deze periode van de middeleeuwen belichten omdat we er nog niet zoveel over weten. Meestal gaat het over de vroege of late middeleeuwen.' Weijland verwacht dat de tentoonstelling flink wat mensen trekt.
'We weten dat tentoonstellingen met titels als 'Koninginnen van de Nijl' of 'Goden van Egypte' het goed doen, deze ligt misschien wat moeilijker omdat het over Nederland gaat. Maar ik denk dat met deze publieksvriendelijke tentoonstelling 100.000 bezoekers haalbaar moet zijn.'
Veranderend landschap
De bezoeker krijgt te zien hoe Nederland eruitzag in die periode en hoe mensen leefden. Conservator Willemsen: 'Het landschap veranderde snel in deze periode. Er werd land ingepolderd, dus er kwam veel land bij waar ruimte was om te wonen en om voedsel te verbouwen. Er waren kleine dorpjes en stadjes met een kerktoren die ook steeds vaker van steen was.'
De samenstellers hebben ongeveer drie jaar gewerkt aan 'Het jaar 1000'. 'Ik denk dat het belangrijkste wat we hebben geleerd is dat het een hele interessante periode is waar we nog niet zoveel vanaf weten', zegt Willemsen. 'Maar doordat we al die archeologische vondsten, kunstwerken en boeken nu bij elkaar hebben, kan je laten zien dat je heel dicht bij die mensen kan komen. En ja, natuurlijk, ze lijken heel erg op ons.' De tentoonstelling is vanaf 13 oktober tot 17 maart volgend jaar te zien.