Eigenaar bekend restaurant ongeneeslijk ziek: 'Ik blijf een stronteigenwijze Fransman tot het einde'

Marc Cruellas in zijn restaurant, op het rode bankje waar al vele prominenten een vorkje prikten
Marc Cruellas in zijn restaurant, op het rode bankje waar al vele prominenten een vorkje prikten © Eigen foto
DEN HAAG - Het nieuws is ingeslagen als een bom. Sinds Marc Cruellas, eigenaar van de Franse bistrot Deux La Place in Den Haag op sociale media zette dat hij ongeneeslijk ziek is, regent het lieve berichten van zijn gasten. Menig bekende Nederlander prikte de afgelopen bijna dertig jaar een vorkje bij de sympathieke propriétaire aan de Maliestraat.
Hij is misschien wel de bekendste Fransoos van Den Haag en omgeving. Met zijn opvallende bril, charmant Franse accent en ongezouten uitspraken is Marc Cruellas (je zegt: kruu-el-las, met een s dus) nogal een type. Hij belandde ooit voor de liefde in Nederland, overleefde de bankencrisis ternauwernood, raakte in een echtscheiding verwikkeld en werd geconfronteerd met corona.
Maar dit is even andere koek. 'Ik heb longkanker. Het is niet te genezen. En ik wil geen chemotherapie', vertelt hij onomwonden. 'Ik heb nu immunotherapie. Daarmee heb hopelijk nog vier, vijf, of misschien zes jaar te gaan.'

Bedolven onder lieve berichten

Bij zijn personeel kwam het nieuws hard aan. 'Mijn keukenteam was in ontkenning. Chef Pierre zei: je kunt niet doodgaan, Marc. Dat kan gewoon niet. Ze zijn er iedere dag voor mij. We zorgen voor elkaar en steunen elkaar. En van mijn gasten krijg ik zoveel lieve reacties. Ik krijg serieus honderden berichten per week. Sms, Whatsapp, mails, briefkaarten, via Facebook.'
De entree van de zaak aan de Maliestraat
De entree van de zaak aan de Maliestraat © Bistrot de la Place
Maar dat is niet het enige. Mensen sturen bloemen of chocolade. Ze komen ook spontaan langs als ze toch in de buurt zijn. 'Mijn personeel en gasten zijn mijn alles. Ik ben ook zo blij met mijn personeel, zonder hen was ik al een paar weken geleden definitief dichtgegaan. Ik kon niet werken vanwege mijn ziekte, maar zij hebben de boel draaiende gehouden. Zo geweldig.'

'Lieve dokters in het Haga'

'Ik ben zo dankbaar, ik ben ongelooflijk gelukkig met hen. Ik krijg er tranen van in mijn ogen. Ik ben echt enorm blij dat deze mensen op mijn pad gekomen zijn. Ik weet niet hoe ik het moet verwoorden, zo fijn.'
Marc Cruellas (tweede van links) met zijn brigade
Marc Cruellas (tweede van links) met zijn brigade © Eigen foto
De doorgaans toch licht stoïcijnse Lyonnais (65) is nu toch duidelijk geroerd. 'Mensen geven mij een hug, vragen steeds maar hoe het gaat. Ik krijg echt ontzettend veel energie en steun van mijn familie, personeel, vrienden en gasten. En dan ook nog al die lieve dokters in het HagaZiekenhuis. Wow.' Cruellas is duidelijk goed geïntegreerd in Den Haag. Maar wat bracht hem hier?

Blonde haren lokten hem naar Nederland

'De liefde, meneer. De liefde. Een blond, Nederlands meisje met blauwe ogen, van in de twintig: Karin. Ik werd letterlijk en figuurlijk op de eerste blik verliefd.' Zonder enige twijfel somt hij de feiten zo op: het was in Lyon, op 19 december 1990 om drie uur 's middags. Ik was gescheiden, vader van een zoon, en werkte daar in een restaurant, als manager.'
Karin werkte in Lyon als au pair, maar wilde nog langer blijven. 'En dus kwam ze bij mij solliciteren. Toen ik haar zag, dacht ik: kom maar bij papa, moppie. Tja, ik was twaalf jaar ouder en vrijgezel. Een rokkenjager zelfs. Maar tijdens het werk heb ik nooit iets laten blijken. Altijd netjes "u" gezegd, zoals dat gaat in Frankrijk. Pas toen ze stopte met daar werken om terug te gaan naar Nederland, heb ik haar verteld dat ik verliefd op haar was. We hebben toen een nacht tot zes uur in de ochtend met elkaar zitten praten, in de auto.'

Vroeg uit de veren

Karin liet zich niet makkelijk verleiden, blijkt. 'Nee, ze gaf me haar adres in Zoeterwoude. Met daarbij de mededeling: als je echt verliefd bent, dan kom je maar naar Nederland. En dat heb ik gedaan, op 17 mei 1991.' Ze gaan dan bij haar ouders inwonen, want geld voor een eigen huis is er niet. Cruellas moet aan de bak.
'Ik werkte als schilder en later als kamermeisje bij het Ibis hotel in Zoetermeer. Ik sprak geen woord Nederlands en mijn Engels met Frans accent verstonden mensen hier niet. Dus moest ik om vijf uur 's ochtends op de fiets van Karin op pad, hotelkamers schoonmaken. Toen heb ik echt respect gekregen voor de hardwerkende mensen in de schoonmaak. Dat zal ik mijn hele leven niet meer vergeten.'

Veel te danken aan de eigenaar van Seinpost

Later belandt hij op de horeca-afdeling van een ander hotel in Zoetermeer en daar ontmoet hij iemand die zijn leven zal veranderen: Edwin van de Goor. 'Die gaf mij een kans bij het bekende visrestaurant Seinpost, op Scheveningen. Daar heb ik anderhalf jaar gewerkt. Hij was heel blij met mij. Toen ik wegging, kreeg ik een Van Dale Frans-Nederlands en andersom cadeau.'
Marc vertrekt om, samen met anderen, een eigen restaurant te beginnen. Van Van de Goor krijgt hij ook een groot cadeau: die licht zijn hele klantenkring in dat de Fransman voor zichzelf is begonnen. 'Een geweldige reclame. Zelfs nu, bijna dertig jaar later, komen er nog mensen bij mij eten uit mijn tijd bij Seinpost. Geweldig.'

Het geld raakt op

Na een korte tijd met Bistrot Pierre op het Buitenhof te hebben gezeten, start hij in september 1997 Bistrot De La Place. Op de Plaats. 'Bistrot met een 't' ja, niet Bistro. Zo schrijven we dat in Lyon.' Hij begint de zaak samen met Karin, dan inmiddels zijn vrouw, en chef-kok Norbert Tillard. Maar die gaat in 2011 terug naar Frankrijk. Pierre Marchandier, die van keukenhulp opklom tot souschef wordt dan de chef. En dat is hij nog steeds. Maar Cruellas raakt naast zijn chef ook Karin kwijt in de zaak, zij gaat iets anders doen.
Het originele restaurant, aan de Plaats in Den Haag
Het originele restaurant, aan de Plaats in Den Haag © Archief Bistrot de la Place
'Toen werd het mij te veel, ik deed ineens het werk van drie mensen. Het ging ook slechter met de economie, er kwamen minder zakelijke gasten. En ministeries kwamen vaak op rekening eten, maar die betaalden ze steeds gerust een paar maanden later. Het ging niet meer en dus zette ik mijn zaak in de verkoop.'

In coma geraakt

In 2016 wordt een koper gevonden en sindsdien zit restaurant Palmette er. 'Het was een pittig afscheid. Maar ook druk, want iedereen wilde nog een keer bij ons komen eten. Zoals burgemeester Jozias van Aartsen.'
Het gaat na de sluiting een tijdje niet goed met de Fransman. Hij krijgt paniekaanvallen, kan niet meer ademen en ligt zelfs zes dagen in coma. 'Maar binnen een paar maanden ben ik gerevalideerd. En toen wilde ik weer aan de slag. Ik nam een horecamakelaar in de arm en we gingen op één dag bij zes locaties kijken. De laatste was de Maliestraat. Een klein restaurantje, in een zijstraat. Niet doen, zei de makelaar.'

Druk ondanks corona

Maar die kent Cruellas blijkbaar nog niet goed. 'Ik ben stronteigenwijs. Ik zei: ik heb die exposure niet nodig. Het was ook dicht bij de oude locatie. Dus ik dacht: soit. En inderdaad, al mijn gasten kwamen terug. En nog steeds, gelukkig.' De bekende snuisterijen zoals platenhoezen van Franse sterren van weleer en de groen-wit geblokte tafelkleedjes verhuizen ook mee naar de nieuwe stek. Een tweede kans, dus omgedoopt tot Bistrot Deux La Place. Hoewel een stuk kleiner, lijkt verder alles weer bij het oude.
Premier Rutte met de Franse president Macron op het befaamde rode bankje in de bistrot
Premier Rutte met de Franse president Macron op het befaamde rode bankje in de bistrot © ANP
Maar als corona en de lockdowns ons land teisteren, ligt alles ineens opnieuw stil. Aan de tafels dan, niet in de keuken. Cruellas: 'Mijn team heeft dat geweldig opgepakt. Ze gingen meteen nadenken hoe ze afhaalmaaltijden konden maken. Toen werd het alsnog druk. Drukker zelfs dan soms met een volle tafelbezetting. Chef Pierre, souschef Paul en manager Nikolaï hebben mijn bedrijf daarmee echt gered.' Minder leuk nieuws was er van het privéfront.

Scheiding en kanker

'Mijn vrouw kondigde aan dat ze van mij wilde scheiden, dat was heftig. Ik ben chef-kok Pierre huilend in zijn armen gevallen. Ach hij heeft mij zo goed opgevangen.' Maar de gifbeker is duidelijk nog niet leeg. Want een paar weken geleden krijgt hij de diagnose kanker.
Platenhoezen uit een grijs verleden sieren de wand
Platenhoezen uit een grijs verleden sieren de wand © Bistrot de la Place
'Ik blijf voorlopig gewoon open hoor, zo lang als het gaat. Wel ben ik tijdelijk gestopt met de lunch. En ik zing niet meer voor de gasten tijdens het diner. Dat deed ik altijd op vrijdag en zaterdag, met een pianist. Maar de tumor zit vlak bij mijn borstkas en ik heb momenteel moeite met slikken, dus zingen zit er niet in.'

Wat eet de premier?

De gasten zullen de chansons dus voorlopig even moeten missen. Zelfs voor onze premier, die het restaurant frequenteert, is er geen uitzondering. Maar wat eet hij daar eigenlijk? ‘Mark Rutte bestelt altijd hetzelfde. Salade bistrot, dan een tournedos, en als hij nog trek heeft in een dessert een tarte tartin.' Cruellas kent Rutte al ruim voordat hij premier werd. 'Volgens mij zat hij nog niet eens in de politiek toen we elkaar leerden kennen.'
'Meneer Rutte is gewoon heel normaal. Die zit hier altijd lekker in zijn T-shirt en spijkerbroek te eten. Het is hier net het kleine café aan de haven. Hier telt je geld of wie je bent, niet mee. Iedereen is welkom.'

Uitdaging voor Mark Rutte

Toch nog even over dat zingen. Misschien is er toch een kleine kans dat de Fransman weer de microfoon ter hand neemt. Maar dan wel als het duo Marc en Mark. Hoe zit dat? 'Mark Rutte is hier nooit achter de piano gekropen, ondanks dat hij echt een goede pianist is. Ik heb hem regelmatig uitgedaagd te spelen in het restaurant, maar dat wil hij niet.'
Dat is wellicht een kwestie van tijd. 'Misschien doet-ie het wel als hij straks geen premier meer is. Lijkt mij schitterend als Rutte 'La Montagne' van Jean Ferrat, ook bekend in de Nederlandse vertaling als 'Het Dorp' van Wim Sonneveld komt spelen. Als hij dat instudeert, ja… dán wil ik wel weer zingen.'

'Een frituur? Nooit!'

Maar voorlopig zingt de patron dus niet. Praten gaat hem des te beter af. Als we hem vragen wat nou de grote verschillen zijn tussen Nederlanders en Fransen is hij meteen resoluut: de communicatie. 'En het tutoyeren. Fransen hebben een veel beter gevoel voor verhoudingen. Hier is het soms: hoi, heb je een tafel voor mij? Dan zeg ik: goedenavond meneer, wat kan ik voor u doen? Oh, en dat wijsvingertje van de Nederlanders. Die weten alles maar beter, mon dieu. Nou, ik doe mooi geen concessies. Een frituur in mijn keuken, om patat te bakken? Mais non, nooit, jamais. Dat wil ik niet, punt uit. Dan eten mensen de sperziebonen ook niet meer. Het is hier Frans, punt uit.'
Toch is er ook genoeg bewondering voor Nederland en vooral voor Den Haag. 'Ik voel mij hier thuis. Het lijkt ook een beetje op Lyon, met die bourgeoisie (burgerij, mensen uit de middenklasse, red.). Al heb je hier ook wel mensen die met een aardappel in hun keel praten. Het culturele leven, de mensen, hoe ze zich gedragen, ja, ik voel mij hier prettig.'

Een laatste feestje met fatsoenlijke wijn graag

Zijn relatie met zijn ex-vrouw Karin noemt hij goed. 'Ondanks de scheiding is onze band nu gelukkig prima. Ze steunt mij ook erg bij mijn ziekte, dat is fijn.' Terug naar Frankrijk voor die laatste jaren wil hij trouwens niet. 'Den Haag is mijn thuis. En wie zit er daar op mij te wachten?' En dan, plompverloren: 'Doe mij maar euthanasie.'
Helemaal vernederlandst is hij echter niet, blijkt. 'Nee zeg, zo'n sfeerloos crematorium met slechte wijn, vreselijke koffie en matige kroketten. Niks ervan, ik wil nog een goede afscheidsborrel organiseren als het zover is. Met goede wijn. Ik wil weggaan zoals ik geleefd heb: met allure. Want ik blijf een stronteigenwijze Fransman, tot de laatste snik.'