ProRail krijgt harde kritiek om ontsporingen

ALPHEN AAN DEN RIJN - Spoorbeheerder ProRail heeft een flinke tik op de vingers gekregen in een dinsdag gepubliceerde rapportage van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Aanleiding waren de vervormingen van het spoor, die deze zomer ontsporingen veroorzaakten van treinen bij Zwammerdam (30 juni) en Landgraaf (1 juli).
De inspecteurs zetten vraagtekens bij de kwaliteit van de relatie tussen ProRail en de aannemers, de voorbereiding van werkzaamheden en de bijbehorende risicoanalyses. Verder presteert ProRail ondermaats als het gaat om het signaleren van potentieel gevaarlijke situaties. Ook besteedde de spoorbeheerder onvoldoende aandacht aan de veiligheidsprocedures. ,,De inspectie maakt zich naar aanleiding van de bevindingen zorgen'', aldus de IVW-rapporteurs. Bij het ongeval in Zwammerdam raakten vier mensen licht gewond. In Landgraaf bleef iedereen ongedeerd. De spoorspattingen, zoals de vervormingen in het jargon heten, deden zich voor op hete zomerdagen op trajecten waar kort ervoor onderhoud had plaatsgevonden. Het ballastbed, waarin de rails en de spoorbielzen liggen, was in beide gevallen nog niet stabiel genoeg om weer treinen op volle snelheid over het spoor te laten rijden. Onderzoek van de IVW heeft aan het licht gebracht dat er in juli ruim 140 keer sprake was van spoorspatting. In een nader onderzoek wordt de situatie met spoorvervormingen op het Nederlandse spoor vergeleken met de situatie in omliggende landen. Het moet in het eerste kwartaal van 2007 worden afgerond. Minister Karla Peijs van Verkeer heeft de resultaten inmiddels naar de Tweede Kamer gestuurd. In een brief schrijft ze dat ProRail direct na de incidenten bij Zwammerdam en Landgraaf passende maatregelen heeft genomen. Mede naar aanleiding van de ontsporingen heeft ProRail verder de veiligheidsagenda 2007-2008 opgesteld. Daarin staat een reeks voorstellen die moeten leiden tot meer veiligheid op het spoor.