Drukte bij Vredespaleis vanwege uitspraak Bosnië

Vredespaleis1-2602
Vredespaleis1-2602
DEN HAAG - Het was een drukte van belang maandagochtend in en voor het Vredespaleis in Den Haag, waar het Internationaal Gerechtshof (ICJ) uitspraak deed in de genocidezaak die Bosnië in 1993 heeft aangespannen tegen de autoriteiten in Belgrado.
De hoogste VN-rechters hebben vastgesteld dat in Srebrenica genocide is gepleegd, maar elders in Bosnië achtten ze genocide niet bewezen. De rechters stelden in de uitspraak dat er wellicht oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid zijn gepleegd in de kampen bij Prijedor of tijdens de belegering van Sarajevo. In deze zaak ging het echter alleen om genocide. Het hof besliste tevens dat Bosnië geen financiële schadevergoeding krijgt, maar dat de verklaring van het ICJ als genoegdoening moet dienen. Voor het Vredespaleis betoogden maandag tientallen Bosniërs met leuzen als '8106 vermoord in Srebrenica in 1995', 'Servië is schuldig', 'De schaamte van Europa' en 'Het was genocide in Bosnië'. Even na 09.00 uur arriveerde de grootmoefti van Bosnië, Mustafa Ceric, in het Vredespaleis. ICJ-president Rosalyn Higgins begon omstreeks 10.00 uur met het voorlezen van de uitspraak.