Overvallers bekennen deels in zaak dode bakker

LEIDSCHENDAM-VOORBURG - De twee jongemannen die justitie verdenkt van de dood op banketbakker Albert de Heer uit Voorburg hebben beiden voor een deel bekentenissen afgelegd. Dat bleek woensdag bij de rechtbank in Rotterdam.
Ook kwam in de pro-formazitting naar voren dat de mannen meer delicten op hun kerfstok hebben. De 69-jarige banketbakker werd op 21 februari dood gevonden in zijn zaak aan de Aert van Nesstraat in het centrum vanRotterdam. Zijn zoon trof hem opgesloten, met tape vastgebonden en een doek in zijn mond gepropt, in een kast aan. Hij was geschopt en geslagen. Hij bleek die ochtend te zijn overvallen.Tijdens de zitting meldde het Openbaar Ministerie (OM) dat de exacte doodsoorzaak nog niet vast staat. Het OM laat nog aanvullend onderzoek verrichten. Volgens advocaat W. Catsman van Elvis D., de 17-jarige verdachte, hebben de twee verzekerd dat de bakker nog leefde toen ze de zaak verlieten. ,,Zij hadden de opzet iemand te beroven, niet om iemand van het leven te beroven.''   Op andere punten zijn ze het niet met elkaar eens. Ze beschuldigen elkaar van het een en ander, aldus Catsman. ,,Maar het was een samenspel.'' Wel erkennen beiden in de bakkerij te zijn geweest en daar spullen als de auto, de kluis en het horloge te hebben meegenomen. Een derde verdachte, de 19-jarige Carlos G. verdenkt het OM van het helen van deze eigendommen.De politie kon de mannen in maart aanhouden nadat beelden van bewakingscamera's waren getoond tijdens een uitzending van Opsporing Verzocht. De 18-jarige Cesar P. uit Ede en Elvis D. staan behalve de doodslag met de dood tot gevolg, ook terecht voor een aantal berovingen en diefstallen. P. zou op dezelfde dag, 21 februari, ook een man zwaar hebben mishandeld.Over drie maanden behandelt de rechtbank deze zaak, naar verwachting, inhoudelijk. Het filiaal van bakkerij Van der Heijden is na het incident nooit meer open gegaan.