Dromen zijn bedrog? 'T is te hopen zeg (weblog)

Robin Haase ABN-2505
Robin Haase ABN-2505
DEN HAAG - Nederland telt weer een beetje mee in de tenniswereld. Vanaf maandag staan er sinds hele lange tijd weer twee Nederlanders in de top 100 van de wereldranglijst. Voor het eerst sinds juni 2005 om precies te zijn. En dat allemaal dankzij een Hagenaar en een Westlander. Door: Martijn Katsman
Twee rustige Zuid-Hollanders die zich niet snel gek laten maken. Ze zijn allebei nuchter en vooral geen dromers. Vooral dat laatste interesseert me. Zijn sporters wel van die dromers of zijn juist wij, de sportliefhebbers, de dromers? Volgens mij zijn de meeste sportliefhebbers de boosdoeners. Tenminste, degene die ik ken wel. Wie droomt er immers niet van een carrière als topsporter? Dit gebeurt, in mijn geval althans, bij elk groot sportevenement. Dit jaar heb ik bijvoorbeeld al gedroomd over een carrière als voetballer (dankzij het WK), tennisser (dankzij Wimbledon), schaatser (dankzij Vancouver) en wielrenner (dankzij vrijwel elke wedstrijd). Kijkend in de sportagenda zal ik binnenkort onder meer de Ronde van Spanje en de US Open winnen om in één adem het parcoursrecord van de marathon van Amsterdam te verbeteren. Al ben ik nu lichtelijk aan het overdrijven. Dit soort dromen zijn op zich wel leuk. Je weet zelf dat ze onrealistisch zijn, maar het is wel grappig om erover na te denken of over te fantaseren. Een stuk minder leuk zijn de slaapdromen. Deze ?echte? dromen zijn bij mij een beetje vreemd. Bijvoorbeeld mijn tennisdromen. Iedere keer als ik in mijn droom een tenniswedstrijd speel, sla ik alleen maar dubbele fouten. Bijzonder frustrerend is dat. Ook van mijn voetbaldromen word ik niet heel erg vrolijk. Negen van de tien keer krijg ik de bal aangespeeld in de diepte en ga ik alleen op de keeper af, op weg naar eeuwige roem. Als ik bijna bij de bal ben lijken mijn benen te verkrampen, waardoor mijn schot grote gelijkenis vertoont met een pegel van een eerstejaars f-pupil. Maar mijn meest vreemde dromen gaan toch over wielrennen. Ik ben altijd bezig met het beklimmen van een berg, mijn favoriete bezigheid. Op een gegeven moment wordt de klim zo steil dat ik van mijn fiets moet afstappen, die vervolgens omhoog moet gooien, om er dan zelf achteraan te klimmen als een zwemmer die zich uit het zwembad hijst. Geen idee wat deze dromen voor boodschap willen overbrengen. En gezien de aard van de dromen wil ik denk ik ook niet weten wat ze betekenen. Aanval op Eyserbosweg Eén sportdroom was trouwens ooit positief. Die ging ook over wielrennen. Ik reed in de Amstel Gold Race in de kopgroep. De andere renners waren heel toevallig allemaal collega?s van mijn vader. In de klim van de Eyserbosweg schakelde de regie over naar het camerabeeld uit de helikopter. Vanuit dat beeld zag ik mezelf knalhard demarreren uit de kopgroep. Helaas was de beeldverbinding in mijn regiekamer daarna verbroken. Dankzij mijn wekker. Maar goed ook, het was waarschijnlijk toch slecht afgelopen. Gelukkig zijn ?onze? tennissers lekker nuchter en dromen ze nauwelijks. Of zouden ze toch niet alles vertellen over hun gedachten aan prachtige zeges op Grand Slamtoernooien?» Weblog Martijn Katsman