Haagse handbalster Van Olphen: 'Je merkt dat het leeft en dat is goed voor de sport'

DEN HAAG - Wie heeft ze de afgelopen jaren niet in hart gesloten, de Nederlandse handbaldames. Vorig jaar werden ze net geen wereldkampioen en op de Olympische Spelen kwamen ze tot de vierde plaats. Onderdeel van deze successen is een echte Haagse uit een echte handbal-familie: Sanne van Olphen.
Naar eigen zeggen is het handbal bij Van Olphen met de paplepel ingegoten. Haar neef Fabian van Olphen speelt al jaren op het hoogste niveau van Duitsland. Voor de Haagse voelt hij als een broer. 'Het handbal leeft bij ons thuis. Daar ben ik eigenlijk trots op. Ik train zoveel uur per dag, maar thuis hebben we het niet alleen maar over het handbal', vertelt Van Olphen die zelf uitkomt voor Toulon in de Franse competitie. .

Deels teleurgesteld, deels trots

Met gemengde gevoelens kwam Van Olphen met de handbaldames terug uit Rio. Ze zaten heel dicht tegen een bronzen plak aan, maar uiteindelijk kwamen ze zonder medaille terug. ‘Ik ben nog steeds wel deels heel teleurgesteld, maar aan de andere kant ook heel trots’, vertelt de Haagse. ‘Vierde op de Olympische Spelen worden is niet niks. Zeker niet voor de eerste keer. We hebben het goed gedaan, maar voor mijn gevoel hadden we een plak kunnen pakken. Dat blijft wel zuur.’
Van Olphen merkt dat het handbal steeds populairder wordt in Nederland. ‘Superleuk. Jonge kinderen komen naar je toe en weten wie je bent. Laatst liep ik in een stad en dan zijn er mensen die je herkennen’, geeft ze als voorbeeld. ‘Je merkt dat het leeft en dat is goed voor de sport.’