Hoe een Haagse voetbalinternational op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog terechtkwam

DEN HAAG - Tijdens de zomerweken brengt de sportredactie van Omroep West een reeks verhalen die dieper ingaan op de sportgeschiedenis van onze regio. In deze tweede aflevering aandacht voor HVV'er en Nederlands elftalspeler Karel Heijting. De Hagenees zag 246 compagniegenoten doodgaan bij de slag om Arras in 1915. Hij was één van de vier soldaten die het krijgsgeweld tussen de Fransen en Duitsers overleefde.
Komende vrijdag is het honderd jaar geleden dat het verdrag van Versailles werd ondertekend. In het Franse paleis onder de rook van Parijs werd officieel een einde gemaakt aan de Eerste Wereldoorlog. Karel Heijting zal het vanuit de Franse hoofdstad met een soort van berusting hebben aangekeken. Eindelijk een einde aan de oorlog die hem drie jaar van zijn leven had weggenomen. Het grootste gedeelte van het mondiale conflict zat de Haagse voetballer namelijk in krijgsgevangenschap.  
Het officiële bericht dat de Franse soldaat Heijting in een Duits strafkamp zat, werd in tijdschrift 'De Revue der Sporten' voorafgegaan door de nodige bombarie over de voetbalprestaties van het Nederlands elftal. Vrij vertaald naar 2019 was er te lezen: 'Toen er nog tussen naties werd gestreden zonder bloedvergieten en wij als klein land ferm van ons afbeten. Moesten zowel de Engelse Leeuw, de Franse Haan en Oostenrijkse en Duitse adelaars voor ons buigen. Toen werd duidelijk dat Karel Heijting één van de beste verdedigers was die voor onze nationale kleuren uitkwam.'

Kanonnenvoer

Na twee alinea's over het grillige carrièreverloop van de man die met HVV zes keer kampioen werd, kwam pas het nieuws. Nadat hij gewond was geraakt bij de slag om Arras op 9 mei 1915, genas hij gedurende de zomermaanden in een hospitaal in het Franse Douai (toen Duits gebied), waarna hij uiteindelijk in een gevangenkamp in de buurt van het Duitse Wezel terechtkwam. Hier sleet hij de rest van de oorlogsjaren.
Als ik hem niet om zeep help, ben ik het kind van de rekening
Karel Heijting
In de Telegraaf van 13 september 1915 is een gedetailleerd verslag te lezen van de beruchte slag om Arras. Heijting had in krijgsgevangenschap een brief geschreven naar de krant van wakker Nederland. Het meest in het oog springende is misschien wel dat er maar vier van de 250 mannen uit zijn compagnie de slag overleefden. De rest was kanonnenvoer voor de Duitse tegenstander.

Schotwond in de buik, granaatscherf in zijn kin

Heijting kwam er ook niet zonder kleerscheuren vanaf. Met een schotwond in zijn buik, een granaatscherf in zijn kin en twee bajonetsteken in zijn been werd hij krijgsgevangene. Daarvoor had hij zich kranig geweerd. In een bajonetduel van man-tegen-man doodde hij zijn Duitse tegenstander. 'Als ik hem niet om zeep help, ben ik het kind van de rekening', zei hij daarover. 'Anders is het onmogelijk om in koele bloeden iemand die op één meter afstand van je staat, een stuk staal in het lichaam te steken.'

Karel Heijting in dienst van het vreemdelingenlegioen in 1914
De kogel die hem trof, had hij bewaard. Hij wilde hem laten vergulden en aan zijn horlogeketting hangen. Dit als aandenken aan de oorlog die volgens hem geen ridderlijkheid meer kende. In de oorlog zag hij vrienden sterven, het veldhospitaal kwam vaker op zijn pad dan hem lief was en hij was drie jaar lang gedwongen tolk in een fabriek waar Engelse en Franse krijgsgevangen te werk werden gesteld.

Bosnische crisis

Met de kennis van nu had hij die oorlog al kunnen zien aankomen. Heijting speelde 17 interlands. Twee van die interlands vonden plaats op de Olympische Spelen van 1908. Juist op dat sportieve evenement werden de contouren van een naderende oorlog zichtbaar. Nederland was in de eerste ronde van het Olympisch voetbaltoernooi in Londen gekoppeld aan Hongarije. Die tegenstander zei vier dagen voor de wedstrijd af. Het land had net Bosnië en Herzegovina geannexeerd en stortte zich hiermee in een internationale crisis met Rusland en het Ottomaanse rijk, het huidige Turkije. Een crisis die één van de redenen zou zijn voor de Eerste Wereldoorlog.
Een andere deelnemer die vlak voor de Olympische Spelen in Londen zou afzeggen, was Bohemen. Tegenwoordig is de historische regio onderdeel van Tsjechië. In 1908 was het een provincie van het Oostenrijkse keizerrijk, dat samen met Hongarije de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije vormde. Bohemen was sinds 1907 officieel lid van de FIFA, maar Oostenrijk wilde van dat lidmaatschap af.

Bohemen

Volgens het Keizerrijk kon een voetbalbond uit 'een provincie' geen onderdeel zijn van een mondiale voetbalbond. Als tegenwerping werd door Bohemen nog wel de kwestie Groot-Brittannië ingebracht, dat met Schotland, Wales, Ierland en Engeland door vier 'provincies' werd vertegenwoordigd. Uiteindelijk ondersteunde onder andere Duitsland de Oostenrijkse eis, in de angst dat ook daar regionale bonden mondiaal als voetbalnatie werden gezien. Bohemen vloog uit de FIFA en kon niet meedoen aan de Olympische Spelen. Wel was de kwestie een voorbeeld van een natie die internationale erkenning wilde. Eén van de voorbodes van een naderende oorlog.
Het is vernederend om thuis te zitten als er een hoop vrienden en kennissen zich dood laten schieten
Karel Heijting
Toch moet dat nationalisme Heijting niet helemaal vreemd in de oren hebben geklonken. Hij was zelf in 1883 op Java geboren als zoon van vermoedelijk een Indische moeder en een vader die een bestuurlijke functie namens Nederland had in de toenmalige kolonie. Zijn jeugd bracht hij door in het huidige Indonesië en in Den Haag. In de hofstad kwam hij in aanraking met voetbal en hij ging spelen voor Swift, een club die bestond tussen 1894 en 1902. Voordat die club ten grave werd gedragen vertrok hij naar HVV. Vanaf 1900 maakte hij uit van het keurkorps op de Diepput. Vanaf 1907 was hij international, de eerste met Indisch bloed.

Veelvraat HVV

Hij speelde tien seizoenen bij 'de Grote Haagsche' en dicteerde met zijn teamgenoten het Nederlandse voetbal. Maar liefst zes kampioenschappen en vier tweede plaatsen konden Heijting en zijn ploeggenoten aan het palmares toevoegen. Tel daarbij nog eens vijf bekers die we kunnen beschrijven als verre voorlopers van de huidige KNVB-beker, en je weet wat een veelvraat HVV was in de eerste tien jaar van de twintigste eeuw.

HVV landskampioen 1906/1907. Karel Heyting is de eerste links op de middelste rij
Voetbal was in die jaren puur op amateurbasis en in 1910 koos Heijting voor een carrière in het bankencircuit. Parijs werd zijn bestemming. Wel kwam hij af en toe nog terug om een wedstrijd te spelen. Zoals in december 1910 tegen Sparta. Een treinreis van liefst achttien uur vanuit Parijs had hij daarvoor over. Maar dat was in het eerste seizoen na zijn vertrek. Uiteindelijk zocht hij zijn voetbalgeluk in Parijs en ging hij voetballen voor Red Star Amical Club, tegenwoordig bekend als Red Star Paris. Frankrijk was het land waar hij leefde en zich bijna voor zou opofferen.

Voor het eerst gewond

Vier jaar lang was de lichtstad zijn thuishaven. Twee maanden voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kocht hij zelfs een fabriek in Parijs. Lang kon hij niet genieten van zijn ondernemerschap. 'Toen de oorlog uitbrak, heb ik mijn plicht gedaan me daarin te mengen', zegt hij over zijn deelname aan het mondiale geweldsconflict. 'Het is vernederend om thuis te zitten als er een hoop vrienden en kennissen zich dood laten schieten.' Heijting meldde zich in augustus 1914 bij het Franse vreemdelingenlegioen en stortte zich toen in het oorlogsgeweld. In maart 1915 raakte hij voor het eerst gewond, toen een granaat voor hem ontplofte en splinters in allebei zijn benen belandden. Het was klein leed in vergelijking met wat hem twee maanden later te wachten stond.
Toen bij HVV bekend werd dat oud-clubgenoot Heijting krijgsgevangen was, werd er meteen een hulpactie op touw gezet. In het clubblad werd gevraagd om de dappere soldaat te steunen met giften. Oud-teamgenoot Lo La Chapelle nam die nobele taak op zich. Om de maand verscheen er een bericht in het clubblad waarin melding werd gemaakt hoeveel eten, kleding, tabak en drank er richting Heijting was gestuurd.

Balletje trappen

De onfortuinlijke oud-verdediger bedankte zijn oude clubje uiteraard voor de goederen. Toch was er één wens die hij had. Op 4 november vroeg hij in een brief om een voetbal. Zodat hij op zondag met zijn medegevangene een balletje kon trappen. Het bloed kroop waar het niet gaan kon. Het is onduidelijk of het lederen speeltuig Heijting heeft bereikt. Sowieso is zijn leven na de oorlog een raadsel. Wel is bekend dat hij in Parijs bleef wonen en vanuit daar de Tweede Wereldoorlog meemaakte. In augustus 1951 ging hij dood in het land waar hij bijna zijn leven aan had gegeven.
Nederlands elftal voor de interland tegen België - 9 mei 1907: Van links naar rechts: Toine van Renterghem, Willem Janssen, Pieter Boelmans ter Spill, Constant Feith en Guus Lutjens. Zittend middelste rij: Iman Dozy, Karel Heijting, John Heijning en Reinier Beeuwkes. Zittend voorste rij: Ben Stom en Louis van Gogh.

LEES OOK: Het Malieveld: drie eeuwen lang het sportieve middelpunt van Den Haag