Badmintonclubs nemen verantwoordelijkheid: 'Nu spelen doe je alleen voor jezelf'

WATERINGEN - De badmintonclubs zien af van de start van de eredivisie. De regering heeft in de strenge lockdown een uitzondering gemaakt voor de topsportcompetities, maar in het badminton wordt hier geen gebruik van gemaakt. Volgens Cock Diemel, voorzitter van het Wateringse VELO, is dit de juiste beslissing. 'Als je wel gaat spelen doe je het niet voor het publiek of de vereniging. Dan speel je alleen maar voor jezelf.'
De badmintonbond maakte zaterdagochtend bekend dat de competitie op het hoogste niveau voorlopig niet van start gaat. Volgens Diemel is dat terecht. 'Ik vond het al onlogisch dat de bond in eerste instantie door wilde zetten met de herstart van de eredivisie. Maar in deze tijden van een strenge lockdown voelt het niet goed om toch competitie te spelen.'
De voorzitter zegt dat iedereen binnen de club achter het besluit staat. 'Natuurlijk staan de spelers van het eerste team te trappelen om weer te kunnen spelen en niet meer alleen te hoeven trainen. Maar uiteindelijk zien zowel de spelers, als de staf en het bestuur unaniem in dat het slecht voelt om nu op te starten. Er wordt gezegd dat de reisbewegingen geminimaliseerd moeten worden. Dan moeten wij hierin ons steentje bijdragen.'
Topsportprotocol
Daarnaast is een herstart ook om praktische redenen lastig voor de clubs. Zo moet de club voldoen aan het topsportprotocol van NOC*NSF als het toch aan de competitie wil beginnen. 'Dat is echt niet te financieren', legt Diemel uit. 'Spelers moeten zowel op de wedstrijddag als halverwege de week worden getest. Dat zal door de club betaald moeten worden. Terwijl er nauwelijks inkomsten tegenover staan, want we mogen geen sponsors ontvangen en in de media hebben we heel weinig exposure.'
De clubs en de bond hebben daarom hun verantwoordelijkheid genomen en zien af van de herstart van de eredivisie. 'De vraag was al waarom het eerste team wel mag spelen, maar onze overige teams in het topsportprogramma niet? Daarnaast is de vraag voor wie je het doet om weer te gaan spelen. Er mag geen publiek komen kijken, dus daar doe je het niet voor. Ook voor de vereniging voegt het weinig toe. De enige reden om weer te gaan spelen is omdat je het zelf zo leuk vindt. Je doet het dan echt alleen maar voor jezelf.'
Alles verdwijnt
Daar komt bij dat alles wat het spelen van wedstrijden leuk maakt, weg is. 'Dan hebben we een uitwedstrijd tegen een club uit Groningen. Na de wedstrijd kun je dan niet douchen en er zijn geen kantinefaciliteiten. Alles wat een wedstrijddag zo leuk maakt, de gezelligheid, de interactie met het publiek, dat verdwijnt allemaal', vervolgt de Wateringse voorzitter.
Diemel ziet het voor de rest van de competitie somber in. 'Het gaat heel moeilijk worden om de competitie uit te spelen. Zoals het nu gaat verwacht ik niet dat de regels om te sporten versoepeld gaan worden voor maart of april. En dan is het seizoen al weer bijna voorbij. Het zou mij verbazen als de competitie wordt uitgespeeld. Dit wordt een verloren jaar.'
Verenigingsleven
De voorzitter vreest niet alleen voor de rest van het seizoen, maar ook voor de toekomst van de eredivisie. 'Financieel wordt het voor veel clubs heel lastig', voorspelt hij. 'Wij hebben bijvoorbeeld een eigen hal, maar geen inkomsten. Dat terwijl de kosten wel doorlopen en we vanuit de overheid te weinig compensatie krijgen. De vraag is maar of clubs volgend seizoen een team op de been kunnen brengen en hoe sterk die teams zullen zijn.'
De club is voor de toekomst niet alleen afhankelijk van het eerste team, maar ook van de rest van de vereniging. Ook daar voorziet Diemel problemen voor de toekomst. 'We zien de interesse voor de sport bij onze leden afnemen. Na de eerste lockdown viel dit nog mee en zijn er maar weinig mensen afgehaakt, maar vlak nadat we weer opgestart waren moesten we alweer stoppen. Spelers die wilden mochten nog wel singelen, maar moesten dan wel de hele avond tegen dezelfde tegenstander spelen. En na afloop dan direct naar huis. Dat is voor veel recreanten niet interessant genoeg om te blijven komen. Het hele verenigingsleven is op deze manier stil komen te liggen.'