Baanwielrenster Van Riessen weer thuis na zware crash in Tokio: 'Blij dat ik naar huis mag'
LEIDEN - 'Het is fijn om weer terug te zijn.' Met een grote glimlach staat baanwielrenster Laurine van Riessen de pers te woord op Schiphol. De Leidse lag ruim twee weken in een Japans ziekenhuis vanwege haar crash op 5 augustus tijdens de Olympische Spelen. Nu is ze eindelijk weer thuis: 'Ik ben zo blij dat ik weer naar huis mag.'
Van Riessen kwam in Tokio hard ten val op de wielerbaan en hield hier gebroken ribben, een gebroken sleutelbeen en een longkneuzing aan over. 'We mochten gelukkig businessclass vliegen, dus dat scheelde een hoop met alle pijntjes', zegt ze zaterdagmiddag tegen de NOS. 'Mijn ribben en mijn sleutelbeen voel ik nog wel, maar op zich gaat het best goed.'
De 33-jarige Leidse had graag een medaille gepakt in Tokio en zag door de crash haar droom in duigen vallen. 'Het is gewoon zo raar geweest. Ik denk dat de echte klap nog wel komt, nu ben ik vooral blij dat ik naar huis mag. Het is ontzettend zonde, maar er is niks meer aan te doen.'
WK in oktober
Ondanks dat Van Riessen zich realiseert dat ze er goed vanaf is gekomen, kijkt ze alweer graag vooruit. 'Er is nog een WK in oktober, maar er wordt me heel weinig kans gegeven dat me dat gaat lukken', zegt ze voorzichtig lachend. 'Ik ga nu beginnen met revalideren, ik heb gelukkig afgelopen week al op de fiets gezeten, dus ik heb al een klein beginnetje gemaakt.'
Eerder gaf de Van Riessen al aan dat ze er bij de volgende Spelen over drie jaar niet meer bij zal zijn. Op de vraag of ze direct zou zijn gestopt als ze dit jaar wel een medaille had gewonnen, antwoordt ze resoluut: 'Nee, nee, nee. Ik wilde sowieso door, want ik wilde niet bij alles wat ik aan doen was denken dat het het laatste zou zijn. Ik vind het nog superleuk, dus ik wilde sowieso doorgaan tot het WK in Parijs volgend jaar. En nu natuurlijk helemaal.'
