Vijftig getuigen dodelijk ongeluk Leiden zochten contact met Slachtofferhulp

Foto ter illustratie
Foto ter illustratie © ANP
LEIDEN - Leiden rouwt. Het ongeluk op de Steenstraat afgelopen zaterdag, waarbij de 7-jarige Doris om het leven kwam, heeft diepe indruk gemaakt op de inwoners van de stad. En vooral op de mensen die het ongeluk zagen gebeuren. Tot maandagmiddag hadden al ruim vijftig mensen naar aanleiding van het ongeluk contact gezocht met Slachtofferhulp. We spraken met de hulporganisatie over hoe zij deze mensen kunnen bijstaan.
Doris fietste zaterdagmiddag met haar ouders over de Steenstraat, vlakbij de Beestenmarkt, toen ze moest uitwijken voor de openslaande deur van een stilstaande taxi. Ze kwam onder een langsrijdende bus terecht en overleed aan haar verwondingen. Veel mensen zagen het gebeuren: er was markt en dus was het druk in de stad. Slachtofferhulp werd daarom ingeschakeld. Die organisatie is er namelijk niet alleen voor de slachtoffers zelf, maar ook voor bijvoorbeeld getuigen en nabestaanden.
'Wij kunnen zeven dagen per week dag en nacht worden ingeschakeld door de politie', vertelt Jolise Stol, beleidsmedewerker van Slachtofferhulp. 'Onze afdeling in Leiden heeft inmiddels vijftig mensen gesproken. De verwachting is dat het er meer zullen worden.' En dat is volgens haar niet gek: 'In dit geval was het ontzettend druk daar. Een heftige gebeurtenis met veel omstanders die het hebben gezien. Dat heeft impact op al die mensen die erbij waren en dat is heel begrijpelijk.'
Slachtofferhulp Nederland is van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 uur en 20.00 uur en op zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur bereikbaar via telefoonnummer 0900-0101.

Overlevingsreactie

Hoe je op zo'n situatie reageert en wat voor impact dat op je heeft, is volgens Stol voor iedereen anders. Sommige mensen maken zich zorgen over hoe ze in de situatie hebben gereageerd. 'Dat je van jezelf verwacht dat je bij zoiets zou helpen, maar op het moment zelf zo geraakt bent dat je bevriest. Of dat je erg geëmotioneerd bent, of juist helemaal niet, en je afvraagt hoe dat komt', geeft ze als voorbeeld. 'We noemen die reacties fight, flight of freeze. Dat zijn allemaal normale reacties op een abnormale gebeurtenis, maar die hoeven voor jouzelf niet normaal te voelen.'
Voorbijgangers staan stil bij de dood van het 7-jarige meisje
Voorbijgangers staan stil bij de dood van het 7-jarige meisje © Regio15
En na de gebeurtenis kun je stressreacties krijgen. 'In eerste instantie reageer je met een overlevingsreactie en daarna kun je klachten krijgen. Dat het op die manier eruit komt is heel normaal. Dat kan uiteenlopen van nachtmerries en slechter slapen tot lichamelijke klachten als hoofdpijn, spierpijn en minder willen eten', zegt Stol.

Verhaal aanhoren

Hoe Slachtofferhulp daarbij helpt, verschilt ook per persoon. Het begint met acute opvang, vlak nadat iets is gebeurd. 'We komen in de regel niet naar een plaats delict, maar vangen mensen wel ergens op. Het liefste willen we er ook voor zorgen dat iedereen zo snel mogelijk wordt opgevangen door hun eigen sociale netwerk', legt Stol uit. 'We horen het verhaal aan en kijken wat er op dat moment nodig is. Hoe ga je straks naar huis, is er iemand om je op te vangen?'
Ook kun je opbellen als je iets hebt meegemaakt, waarna een telefonisch gesprek volgt of een afspraak op het kantoor bij Slachtofferhulp. En soms is een gesprek al genoeg. 'In onze dienstverlening monitoren we vooral de stressreactie. Het helpt al als je weet dat het niet gek is als je je zo voelt. Het betekent niet dat dat altijd zo blijft', vertelt Stol. 'Wat wij in de praktijk vaak zien, is dat mensen weerbaarder zijn dan we soms verwachten. Juist met het aanhoren van het verhaal en wat uitleg kunnen we iemand vaak al op weg helpen.'

Als het niet beter gaat

Maar Slachtofferhulp blijft ook daarna bereikbaar voor wie denkt dat nodig te hebben. Want voor sommige mensen is een gesprek niet genoeg. 'We houden vier tot zes weken aan, ook dat verschilt per persoon. We monitoren dat de klachten afnemen en iemand merkt dat het beter gaat. Als dat niet zo is, kijkt Slachtofferhulp of er professionele hulpverlening nodig is. 'Dan verwijzen we iemand door naar een huisarts.'
En ook op de website van Slachtofferhulp zijn handvatten te vinden. Stol: 'We hebben op onze site platformen waar tips en informatie staan om je naasten die iets hebben meegemaakt te helpen. Docenten kunnen misschien te maken krijgen met collega's of kinderen in de klas die iets hebben meegemaakt. Ze kunnen op onze site kijken als ze willen weten hoe ze daarmee om moeten gaan.'